De Glasmijweg

Tussen de Schaesbergerweg en de Mijnspoorweg ligt de Glasmijweg, een nogal vreemde naam als je niet weet waaraan die weg haar naam te danken geeft.

Hier heeft ooit een glasfabriek gestaan tegenover de plek waar de in 1906 geopende mijnspoorlijn uit Terwinselen aansloot op de lijn Heerlen-Schaesberg. De mijnspoorlijn, die gebruikt werd om kolen van de ON-2 en de SM. Wilhelmina af te voeren, werd overigens in 1975 gesloten waarna de rails werden verwijderd.

Bron: Rijckheyt.nl | Schaesbergerweg (23-9-1952). Rechts de N.V.Glasmaatschappij.
Bron: Rijckheyt.nl | Schaesbergerweg (23-9-1952). Rechts de N.V.Glasmaatschappij.

Glasmaatschappij Leufkens werd in 1923 opgericht. Het bedrijf was gesitueerd aan de noordkant van de spoorlijn in het gebied dat als De Kissel bekend stond. Voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van gereedprodukt was er een aansluiting met de spoorlijn. Hoewel het bedrijf in de volksmond “De glasfabriek” werd genoemd, werd er geen glas geproduceerd maar verwerkt en ook verhandeld. Kenmerkend voor het bedrijf was de watertoren, eigenlijk een grote vierkante ijzeren bak op een stellage. De ‘oudjes” onder ons zullen zich dit bedrijf ongetwijfeld nog wel herinneren, zoals degenen die op Molenberg woonden.

Overname
In 1986 werd het bedrijf overgenomen door JOM BV en in 1988 verhuisde het bedrijf naar het bedrijventerrein De Beitel. In 1991 ging de Glasmij failliet en werd de boedel (deels) overgenomen door Arvah Glas.

Bron: Rijckheyt.nl | Luchtfoto van de Glasmaatschappij op de Kissel. (1952)
Bron: Rijckheyt.nl | Luchtfoto van de Glasmaatschappij op de Kissel. (1952)

Ik heb helaas niet kunnen achterhalen wanneer de bedrijfsgebouwen zijn afgebroken.
Wellicht zijn er lezers die dit verhaal kunnen aanvullen want om zelf in het Heerlense archief te duiken, gaat mij te ver omdat ik daarvoor bijna 200 kilometer moet reizen.

Bert

Bert Nijkamp werd in 1941 in Heerlen geboren. Twintig jaar woonde Bert in Meezenbroek. Deze tijd was voor hem onvergetelijk. Na een (mislukte) start in de horeca diende hij zijn militaire dienstplicht te vervullen en in die periode was zijn gezin in 1961 naar Apeldoorn verhuisd. Na te zijn afgezwaaid, had hij een paar jaar een adm. functie bij een constructiefabriek om daarna als burger-ambtenaar in verschillende technisch/ administratieve functies bij een TD-eenheid van Defensie zijn brood te verdienen. Al sinds zijn jonge jaren schreef hij graag en was hij geïnteresseerd in historie. Zowel voor die constructiefabriek, als voor zijn militaire werkgever heeft hij verschillende artikelen geschreven. In 2010 schreef Bert samen met een oud-collega een boek over over “150 jaar Kamp Nieuw Milligen”, een militair complex midden op de Veluwe. Ze hebben er twee jaar aan gewerkt. En in 1991 kwam een door Bert geschreven boek uit over 75 Jaar Apeld. Chr. Mannenkoor (zie www.acm-apeldoorn.nl) waarvan hij al jaren lid was (de basis voor zijn liefhebberij voor mannenkoorzang was n.b. bij het K.H.M. St. Pancratius gelegd!). Bert is op 10 oktober 2012 in Apeldoorn overleden.

21 gedachten over “De Glasmijweg”

  1. ja bert, ik ben in mijn jeugd vaak in de glasmij geweest; mijn vader ging daar in dienst van schildersbedrijf Van Wersch aan de Emmastraat in Heerlen glas halen als er ergens ruiten moesten worden vervangen. Ik mocht dan vaker met hem mee. In het pand aan de overkant waarop de reclame voor een wijnhandel was aangebracht zat ooit de fietsenzaak van Martin van Hal. 50 meter verderop aan de linkerkant was het vrachtrijdersbedrijf van mijn opa gevestigd.

    1. Wij woonden op de Schaesbergerweg in de beambtenwoningen van ON1 vlak bij de Kissel en ik herinner me toen de bouw van de glasfabriek werd begonnen. Ik was toen op de broederschool op Molenberg en aangezien ik daar begon in 1927 is de fabriek denkbaar rondom 1930 begonnen. Voor Zondagen gedurende de bouw was het een ware speelplaats, stiekum, want het mocht niet.

  2. annemie, dan herinner jij je zeker nog dat het bij opa thuis altijd naar petroleum rook. Omatje kookte voor dat grote gezin op een paar petroleumstellen en in de goeie voorkamer brandde een alladin petroleumkacheltje. Wat een lekker warrm nest was het daar he. Groetjes. Ton Otten.

  3. Hoewel het niet mijn bedoeling was, krijg ik wel e-mailberichten van allerhande, voor mij onbekende, familieleden van mede-auteur Ton Otten.
    Mijn (weinige) familie heeft nog niet gereageerd hoewel er in Heerlen e.o. verschillenden wonen.

  4. Werkzaam als leerkracht aan de Neutrale Volksschool stond ook als schoolvak:handenarbeid.Maar omdat de school voor dit vak geen geld had,was er ook geen handenarbeidles,evenmin was er muziekles.Om toch iets te kunnen doen zocht ik waardeloos materiaal en dat vond ik bij de glasfabriek.Daar werd geen glas gemaakt maar wel verwerkt.Vaak heb ik daar gratis stukjes glas gekregen ,maar ik moest wel eerst vertellen waar ik dat voor nodig had.Dan naar de tabakswinkel voor gratis kartonnen sigarendoosjes en vervolgens naar de drogist voor een paar zakken gips.deze moest ik wel betalen maar dat had ik er wel voor over.In de schoolklas:kartonnen doosjes uitdelen ,van de stukjes glas een figuur maken en voorzichtig een gipspapje overheen gieten.Laten drogen en na een paar dagen een prachtige mozaiektegel!Kinderen blij.Later nog eens kandelaars gemaakt van conservenblikjes Knippen met een gewone huishoudschaar en met de handen ombuigen.resultaat :een stevige kandelaar,botte onbruikbare scharen en bloedende vingers.Geen tweede keer gedaan,maar wel vaak weer met glas gewerkt.Bedankt Glasmij voor jullie medewerking!

    1. Geachte heer Ter Beek,
      Ook ik heb bij u in de klas gezeten op de NVS en weet nog dat u motor reed ik heb enkele dagen geleden gereageerd op een bericht van Herman Groenheide die een verhaal vertelde over de NVS en daar kwam uw naam ook in voor. Hoe gaat het met u? Hopelijk goed het wordt tijd voor een reünie.
      Groet, Jack van Kronenberg (bouwjaar 1954)

  5. Als je van de glasfabriek richting stad ging kwam je aan de linkerkant op de hoek Schaesbergerweg – Kloosterkoolhof bij een Italiaanse ijssalon, die ook een tafelvoetbal-spel in de zaak had, waar veel gebruik van werd gemaakt .

  6. Mijn vader werkte tot 1970 op de “fabriek” en ik ging in de 50tiger jaren vaak met hem mee op zaterdag en nam dan van de gelegenheid gebruik om me daar te douchen . Ze waren geroemd om hun slijptechnieken(vandaar die grijze berg slijpafval op het terrein) en glas in lood werken onder leiding van meneer Slabak. Die ijssalon was van mener Sala en dochters Ida en de andere naam weet ik niet meer. Ook op het voetbalspel heb ik veel gespeeld voor 2×5 cent en vaak een zakdoek in de goal gelegd om het balletje tegen te houden maar de oude sala had het altijd door omdat hij er een spiegel boven had hangen

  7. in de50tiger jaren werkten er ca.350 mensen.Men werkte op diverse
    plaatsen in 3ploegendienst.Wij exporteerden o.a. naar Engeland,Australie
    Argentinie USA, Canada,Scandinavische lan den en uiteraard grote
    exporten naar dUITSLAND, FRANKRIJK EN bELGIE. iMPORTEN Vonden
    plaaats uit Tsjechie, DDR, Hongarije, Yougoslavie en uiteraard uit
    West Duitsland, Italie, Belgie, Luxemburg. Hopelijk heb ik een kleine
    bijdrage kunnen leveren aan de historie Glasmaatschappij waarik gewerkt
    heb van 1949 tot/met1989.

    1. En ik ben ook nog mijn carriere in 1976 begonnen en herinner me nog zeer wel Dhr Simons als direkteur van Glasmaatschappij. Maar ook de leuke tijden, die we vrijdagnamiddag bij cafe De Hoefslag hadden!

      1. Bij cafe de Hoefslag stond begin zeventiger jaren ook nog eens een prima biljart en vertelde een heuse papegaai of ara ons wat het in guldens kostte als de door het groene laken zou gaan met je keu.
        Een bordje naast de ballenklok behoedde je voor het ergste risico in die richting. “Piqueren en masseren verboden” zo luidde de ondubbelzinnige tekst.
        Bij elke verdacht geluid dat toch in die richting kon wijzen krijste die gevleugelde kleuring: Nou, zeer spijtig…drie-vijftig… (of was het vier-vijftig?) Lachen!
        Trouwens, die mini-gerokte bardame toentertijd mocht er ook wel wezen! Daar bestelde je graag een extra pilsje bij. JLJ weet er alles van.

  8. Ik woonde tegenover de glasmij fabriek. Tussen 1991-1993 is alles gesloopt. Ze zijn begonnen aan de rechter kant,de kleinere gebouwen. De fabriek was zelf nog in bedrijf. Ik zoek zelf ook al een hele tijd foto’s van de sloop. De sloop werd uitgevoerd door Wolter & zonen uit Hoensbroek.

  9. Even verderop die Glasmijweg vlak bij de spoorwegonderdoorgang richting Molenberg was eind jaren vijftig, begin zestiger jaren een metaalsloperij annex oud ijzerhandel gevestigd. De naam is mij onbekend. Je kon daar toen gewoon (stiekem) naar binnen sluipen en op de grond, onder het grove spul vond je, wat wij noemden, kleinschroot, waaronder soms messing WO2 kanonnenhulzen, verroeste leegeschoten mitrailleurbanden en ook vaak nog nog scherpe (lichtspoor)munitie van de Amerikanen. De oorlog was nog niet zo lang voorbij toen, bedenk ik nu pas….

  10. My father, an officer in the Royal Canadian Air Force, was posted to AFCENT in Brunssum between 1969 and 1972. We lived in Schaesberg, Mauritslaan 14. I was 9-12 years old during our time in NL. We used to go several times per year to the Canadian Corner Restaurant when it was located at 121 Schaesbergerweg. That was pretty close to this glass factory. It was the only place we knew of to get a hamburger, hehe! The owner of the restaurant formerly had worked in forestry camps in British Columbia Canada and that’s where he learned to make burgers. Of course Dutch frites are already the best, with mayonnaise. And I must say I love a good frickandel speciaal.

    There was a nice young Dutch customer often in Canadian Corner when we we ate dinner there – usually at the bar. He was probably under age 30, blond hair, and he was missing one of his arms. I often wondered if it was because of an industrial accident from across the street at Glasmij. Of course we were kids who could not really speak Dutch and would never dare to ask, it would have been rude.

    My Dad’s car was a Peugeot 404 Injection in brown metallic, the number plate was AFC 84288. We enjoyed our time in Zuid-Limburg very much and have very fond memories of the Dutch people and beautiful towns in the area.

    1. Mr. Tippett,

      I grew up in the neighbourhood were the Canadian Corner was located. The Canadian Corner was famous for the taco`s. In the back of the restaurant was a take away. The restaurant is closed now and moved to Brunssum, next to the old main entrance from Afcent HQ.This place used to be the old mine: Hendrik. It is still well known for the pizza taco, and the owner is Donna, the daughter from the previous owner. If you are interested they have a website https://www.canadiancorner.nl and a facebook site.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.