Het Imstenraderbos, ‘mijn’ bos

Herkenning is belangrijk om een band met de natuur te krijgen en je ergens thuis te voelen. De betrokkenheid bij de natuur wordt voor een groot deel bepaald in je jeugd. Als klein jongetje al ging ik in het Imstenraderbos spelen en sindsdien is dit ‘mijn’ bos. Zo voel je je ergens thuis.

Grofweg kun je het Imstenraderbos in twee gedeeltes verdelen. Het gedeelte rondom de voormalige Vroedvrouwenschool, nu Parc Imstenrade. En dan het gedeelte, van de Heerlerbaan uit, achter de autoweg. Dit gedeelte strekt zich uit tot de Begraafplaats Imstenrade, met uitlopers naar Benzenrade.

Mijn eerste herinneringen
Mijn eerste herinneringen aan het bos spelen zich af in de zomer. Dágen brachten we door in de ‘zandkuil’, een voormalige grindgroeve nabij het RKHBS voetbalterrein. En die ‘zandkuil’ had met een beetje fantasie ‘alles’. Naast diverse steile hellingen ook overhangende bomen waarvan de takken dienst deden als lianen. Het was de tijd van Tarzan op televisie en met die inspiratie moet een en ander naast veel plezier ongetwijfeld ook de nodige blauwe plekken en schaafwonden hebben opgeleverd. Ook de holen tussen de grillige wortelstelsels spraken tot de verbeelding. En natuurlijk zand in overvloed. Nabij werkelijk alle materiaal voor het bouwen van een boshut. Met een boterham in een ‘vetvrij’ papieren zakje én een glazen fles met water als proviand vloog de tijd er om. Daar kon geen speeltuin tegenop!

In de herfst was het bos een ware schatkamer .. gekleurde bladeren, tamme kastanjes, eikels, beukennootjes en vooral paddestoelen. Als kind al verzamelde ik allerlei ‘herfstvondsten’ en thuis maakte ik er, in een oude schoenendoos, met wat aarde op de bodem, mijn eigen herfsttafereel van. Compleet met paddestoelen, die natuurlijk na een paar dagen hun pracht verloren hadden en al snel in de vuilnisbak terecht kwamen.

Het waren de jaren vlak na de aanleg van de (stads)autoweg, die eigenlijk dwars door het bos werd aangelegd en het bos in tweeën verdeelde. Door middel van een zogenaamde ‘baileybrug’ werd het ene stuk Zandweg met het andere verbonden, weliswaar met een boogje. Voordat de welbekende Diligence er was, was hier het café van Hamers gevestigd. Ik kan me herinneren dat we daar één keer iets gedronken hebben.

Bron: Rijckheyt.nl | Aanleg van de Keulseweg met een noodbrug naar de Wienweg. Rechts boven de Vroedvrouwenschool en links het De Weverziekenhuis.
Bron: Rijckheyt.nl | Aanleg van de Keulseweg met een noodbrug naar de Wienweg. Rechts boven de Vroedvrouwenschool en links het De Weverziekenhuis.

Het Imstenraderbos in de winter
Ook in de winter werd het Imstenraderbos bezocht. Met mijn vader en mijn broer het bos in, vaak vergezeld van een hele sliert kinderen uit de buurt, dik ingepakt en de slee mee. Maar de winterpracht van het bos wist ik toen nog niet op waarde te schatten. Ik herinner me haast voelbaar de kou en nattigheid, en de lange weg naar huis, waarbij de Ridderweg, richting Heerlerbaan, eindeloos leek te duren.

In de jaren tachtig besloot ik mijn liefde en affiniteit voor de natuur in te zetten in een opleiding tot natuurgids van het IVN. Een gedegen tweejarige opleiding waar allerlei aspecten van de natuur, in de meest brede zin van het woord, aan bod kwamen. Met als ‘examenopdracht’ het uitstippelen én uitvoeren van een wandeling. Ik hoefde niet lang na te denken over de locatie, en koos (natuurlijk) het Imstenraderbos, ‘mijn’ Imstenraderbos…

Mijn betrokkenheid tot het bos werd hierdoor alleen maar groter. Want naast daadwerkelijke kennis over bomen en planten, vogels en paddestoelen, heb ik ook onderzoek verricht naar allerlei cultuurhistorische zaken in en rondom het bos. De (voormalige) grindgroeves, de (onzichtbare) Benzenraderbreuk, de Benzenraderhof en het ‘landgoed’ Imstenrade. Het gedeelte met de eeuwenoude beukenbomen, de mysterieuze grenspalen die eens een bezit markeerden, het bos kende voor mij al snel geen geheimen meer. Vooral in de herfst zijn delen van het bos zó prachtig dat ik zou willen dat ik kon schilderen. Omdat daar mijn kwaliteiten helaas niet liggen maar wél in ‘het schrijven’ besloot ik om op mijn manier te schilderen: met woorden.

Bron: Rijckheyt.nl | Luchtfoto van de Vroedvrouwenschool en omgeving. Op de voorgrond het Imstenraderbos.
Bron: Rijckheyt.nl | Luchtfoto van de Vroedvrouwenschool en omgeving. Op de voorgrond het Imstenraderbos.

Terug keer in het Imstenraderbos
In de tweede helft van de jaren negentig was ik druk bezig met de voorbereidingen voor mijn tweede dichtbundel. In de aanloop naar mijn veertigste verjaardag hield het thema ‘Is dit nu later’ mij bezig. Voor mijn gelijknamige bundel bezocht ik bewust plekken uit mijn jeugd. In die periode liep ik met een heel andere missie door het Imstenraderbos. Ik wou ontdekken wat en óf er iets over was van de dromen die ik er als kind had. En tja, juist in ‘mijn’ Imstenraderbos liggen heel wat persoonlijke herinneringen verstopt en verborgen. Gelukkig gaf het bos veel van deze geheimen prijs. Maar niet zonder slag of stoot. Soms met wat weemoed, soms wat emotioneel. Die herinneringen en gevoelens heb ik in een gedicht beschreven. Het drukt perfect uit wie ik ben geweest in die tijd.

Zo is het cirkeltje rond en het bos een vriend voor het leven geworden. Ik kom er vreemd genoeg niet meer zo vaak en het was dan ook even schrikken toen ik ontdekte dat heel wat bomen, vooral langs de Zandweg tegenover het nieuwe RKHBS voetbalveld, verdwenen waren. Oude paden zijn nu bewust overwoekerd met groen, nieuwe wandelpaden aangelegd. Daar moet ik eerlijk gezegd nog even aan wennen. Maar lang duurt dat gevoel niet. Want als ik in het hart van het bos sta, geniet ik opnieuw met volle teugen van het bos. En ben ik opnieuw thuis. In míjn bos.

https://www.heerlenvertelt.nl/wp-content/uploads/2011/10/Imstenraderbos-thumb.jpg

Peter

Mijn naam is Peter Crombach, ik ben werkzaam in de gezondheidszorg én als ‘trouwambtenaar’ bij de gemeente Voerendaal, maar daarnaast, al zo’n 25 jaar, actief als dichter/tekstschrijver. Het ‘schrijven’, in de meest brede zin van het woord, loopt als een rode draad door mijn leven. Aanvankelijk lag de nadruk vooral op het schrijven van poëzie, maar de laatste tijd meer en meer op het vlak van ‘verhalen’ en ‘artikelen’, en waar mogelijk een combinatie.

Met betrekking tot Heerlen: ik ben ‘op de Heerlerbaan’ geboren (in 1960) en heb daar 38 jaar gewoond. Natuurlijk heb ik heel wat herinneringen aan Heerlen in het algemeen en ‘de Heerlerbaan’ in het bijzonder. In mijn dichtbundel ‘Is dit nu later’ heb ik diverse jeugdherinneringen al op poëtische manier verwoord, maar langzaamaan heb ik meer en meer de behoefte én zin om een en ander ‘om te zetten’ in verhalen.

14 gedachten over “Het Imstenraderbos, ‘mijn’ bos”

  1. prachtige omschrijving Peter. Veel van de dingen die jij beschrijft deed ik ook lang geleden. Weliswaar in een ander bos ( aambos in Heerlen ) maar de ervaring was hetzelfde. Mooi gedaan. Jij hebt geen verf nodig om je indrukken weer te geven! Groetjes. Ton Otten.

  2. In het begin van de 60er jaren woonden we vlak bij het Imstenrader bos.Met mij nog jonge vrouw daar heel vaak gewandeld op zoek naar het Paulushuisje,want volgen mij vrouw moest het daar ergens staan.Toen onze eerste dochter geboren werd hebben haar op een winterse dag met veel sneeuw,ze was toen 10 maanden,meegenomen op een wandeling door het bos.De kleine ,dik ingepakt in een kistje dat weer was vastgebonden op een slee,genoten van de winterse pracht.Ook wij beschouwden het als ons bos.Als je het bospad naar beneden liep en dan rechtsaf kwam je bij de boerderij van Benzenrade.Jaren later,de 90erjaren woonden naast het bos,boven aan de Clemens Meulemansstraat.In een sneeuwrijke winter kwamen we op het(niet zo) slimme idee om in het bos te gaan langlaufen.Nooit eerder gelanglauft en zeker niet van een helling.Dus dat ging veelste hard naar beneden en de rit eindigde met gekruiste latten in het prikkeldraad.Na veel oefenen en valpartijen ging het wat beter,maar de stijle hellingen sloegen we over,dan dedenwe de latten even af.Nu ,in 2012 is er veel veranderd.De diligence en het rijtuig

  3. In het begin van de 60er jaren woonden we vlak bij het Imstenrader bos.Met mij nog jonge vrouw daar heel vaak gewandeld op zoek naar het Paulushuisje,want volgen mij vrouw moest het daar ergens staan.Toen onze eerste dochter geboren werd hebben haar op een winterse dag met veel sneeuw,ze was toen 10 maanden,meegenomen op een wandeling door het bos.De kleine ,dik ingepakt in een kistje dat weer was vastgebonden op een slee,genoten van de winterse pracht.Ook wij beschouwden het als ons bos.Als je het bospad naar beneden liep en dan rechtsaf kwam je bij de boerderij van Benzenrade.Jaren later,de 90erjaren woonden naast het bos,boven aan de Clemens Meulemansstraat.In een sneeuwrijke winter kwamen we op het(niet zo) slimme idee om in het bos te gaan langlaufen.Nooit eerder gelanglauft en zeker niet van een helling.Dus dat ging veelste hard naar beneden en de rit eindigde met gekruiste latten in het prikkeldraad.Na veel oefenen en valpartijen ging het wat beter,maar de stijle hellingen sloegen we over,dan dedenwe de latten even af.Nu ,in 2012 is er veel veranderd.De diligence en het rijtuig museum zijn er niet meer,bomen en struiken zijn gekapt ,langs de Zandweg zijn moderne woningen gekomen die nu niet bepaald passen bij de bosrijke omgeving,de woonwagen van Klompenjan is verdwenen en de woontoren van Parc Imstenrade domineert heel erg.Maar het bos geurt en ruikt nog altijd zoals vroeger,de specht is nog altijd te horen,maar helaas ook het verkeer van de snelweg die het bos in twee delen heeft gespitst.Ja ,tijden veranderen ,maar het bos is nog deels goed herkenbaar.

  4. Prachtig vertelt, Peter Crombach. Ik ben Bert en doe dank het IVN een landschapsgidsencursus, “uiteraard” over en in het Imstenraderbos. Ik zou graag contact met je willen opnemen om één en ander met je te vergelijken. Ik ben sowieso erg benieuwd naar de grenspalen CVS en FS !!

  5. Het Imstenraderbos werd begin jaren 60 door mij vaak bezocht met de Molenbergse welpenhorde genesteld in de Caumermolen.
    Akela wij doen ons best (wij sch…ten in ons nest enz.)
    Het meest herinner ik me de “berenkuil” daar, die meestal diende als verzamelplaats en uitvalsbasis voor onze welpenspellen als: smokkelaar en douane en het dierengeluidenspel.
    Nog even een wandelstok snijden met het onafscheidelijke zakmes en dan uitgespeeld en doodmoe terug naar de Molenberg. Nog effe doorzetten jongens!!!

  6. Tja Peter tegenwoordig ben ik woonachtig in Wolvega Friesland sinds 1985. Vorige zomer met mijn vrouw aan de wandel in het Imstenraderbos. Door de zandkoel (leek vroeger beter onderhouden) berg af het pad met links boven de hut van de boswachters, verder naar de beukekoel (leek vroeger beter onderhouden). Op de terugweg voor de vroedvrouweschool langs de Cleem af en terug naar de heerlerbaan, even bij mijn opa, oma, en tante langs op het kerkhof, onderweg bekroop me nog steeds het gevoel dat het mooiste stukje Heerlerbaan moest wijken voor die autoweg, eigenlijk niet had gemogen gebeuren. De herinneringen blijven mooi, van de vele uren op de paden in ons bos!!!

  7. Hallo Peter,

    Je hebt het inderdaad prachtig beschreven. Ook ik ben vele malen in het Imstenraderbos geweest en heb in de zandkuil gespeeld, samen met mijn zusjes en broer. Naast de zandkuil was ook de beukenkuil – die niet uit zand bestond – een mooi speelterrein, want daar kon je in de herfst tussen de bladeren van de hellingen naar beneden glijden. Doodzonde, die onnodige snelweg er midden doorheen. Wie ooit zo iets onzinnigs bedacht heeft…

  8. Ik ben zelf van 1954 en ook van de Imstenraderbosgeneratie. Onze ouders gingen in de jaren vijftig en zestig nog niet naar de Spaanse costas of de Griekse eilanden. Zij zochten met hun kroost vertier dichter bij huis. In mijn herinnering was het bos in de zomervakantie ook altijd vol met jonge gezinnen die vooral rond de zandkuil hele dagen doorbrachten. Heerlijk was dat. Er viel van alles te ontdekken. Als ik nu door het bos loop, kom ik meestal geen mens meer tegen. Wat waren we toch bevoorrecht in die tijd! Niks geen urenlange zit op de achterbank van een auto richting verre oorden waar je helemaal geen trek in hebt!

  9. Mooi beschreven hier en het is nog steeds een heel mooi plekje met inderdaad eeuwenoude beuken, en een ongerepte zandkuil met hangende boomwortels. Het heet nu ook allemaal Nationaal Park als ik het goed gezien heb; bij deze term moet ik altijd aan de Veluwe denken. Hoewel ik op de bewaarschool gezeten heb en op de St.Jozefschool denk ik bij zo’n bordje aan wat ik toen op school geleerd heb. Tot mijn verrassing zag ik er de vorige keer ook een wild zwijn lopen, dat minstens even verbaasd naar mij keek als ik naar hem. – Ik kom er dan ook veel te weinig. Maar het is een plek die in je gedachten blijft en in je gevoel gaat wonen.

  10. het imstenraderbos,dierbare herinnering aan mijn jeugd.Wonend in het laatste huis aan de dr cl,meulemanstraat was het van daaruit naar het bos via de Zandweg lans de vroedvrouwenschool de zondagse wandeling na de mis van 9 uurmet mijn vader en vriendjes.Toen nog geen voetbalveld van RKHBS ,naast het bos,geen snelweg die het omringende veld doorsneed,en vrije natuur tot Benzenrade en terug via de Kleekampsweg.Het bos omsloten door groene velden bij Imstenrade en door het donkere kraaienbos met hoge sparren aan de andere kant,We hebben er holen gegraven.onze naam in boombstambasten gekerft en genoten van een nu onvoorstelbare vrijheid in die prachtige,natuur met indrukwekkene hoge beuken waar het licht doorviel.Het diende daags voor de bevrijding van Heerlen als camouflageplaats voor het terugtrekkende Duitse leger.door ons voorzichtig uit de omringende struiken bespied,Weemoed overvalt mij bij deze herinneringen,Ons,mijn,bos,ik heb er een meter van gekocht van natuurmonumenten,zo blijft er nog een stukje van mij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.