Bron: Vanmelick.nl | Parkstad Limburg Theater Heerlen

Heerlense schouwburg trekt na ruim 50 jaar opnieuw gretig publiek

Op HeerlenVertelt werden tot nu toe behoorlijk wat verhalen opgetekend over de geschiedenis en cultuur van Heerlen. Een deel via interviews, een deel geschreven door de (ex-)Heerlenaar zelf. Een tot noch toe redelijk onderbelicht deel is het ‘culturele middelpunt van Heerlen’: de stadsschouwburg. De hoogste tijd dus om eens aan te schuiven bij Bas Schoonderwoerd, al zo’n 18 jaar CEO van de (tegenwoordig geheten) Parkstad Limburg Theaters.

Bron: Rijckheyt.nl | Burgemeester van Grunsvenplein. Stadsschouwburg, ontworpen door architect F.Peutz, met een gedeelte van het parkeerterrein.
Bron: Rijckheyt.nl | Burgemeester van Grunsvenplein. Stadsschouwburg, ontworpen door architect F.Peutz, met een gedeelte van het parkeerterrein.

Wanneer je iets over de geschiedenis of maatschappelijke betekenis van de Heerlense schouwburg wilt vertellen, is het haast onmogelijk om het kort te houden. Toch doen we een poging. “Ik zal wat vertellen uit mijn eigen beleving en deels uit overlevering”, zo begint de heer Schoonderwoerd.

Diep in de wijken bruiste het begin 20e eeuw al van culturele gezelschappen en podiumkunsten. “Alle wijken hadden wel een patronaat. Toneelverenigingen, harmoniën en fanfares. Noem ze maar op. Er ontstonden heel diverse clubs rondom de mijnwerkers in Zuid-Limburg”, vertelt Schoonderwoerd. “Een sociale infrastructuur werd gevormd”.

Bron: Rijckheyt.nl | Klompstraat. (Oude) Stadsschouwburg annex bioscoop.
Bron: Rijckheyt.nl | Klompstraat. (Oude) Stadsschouwburg annex bioscoop.

Theater aan de Klompstraat
De eerste echte (grote) schouwburg in Heerlen en omstreken kon dan ook niet uitblijven. In 1925 werd deze geopend aan de Klompstraat. De bouw van dit theater startte echter al vijf jaar daarvoor. Toch volgde dit pas zo’n 7 jaar nadat het Hollandia Theater (dat in 1913 aan de Saroleastraat haar deuren opende) al film en toneelvoorstellingen programmeerde. Daarnaast waren er ook al een aantal losse zalen in Heerlen waarin podiumkunsten aan het grote publiek getoond konden worden.

De schouwburg aan de Klompstraat gaat zo’n 25 jaar mee. Het is 1951 wanneer toenmalig directeur Van Kan – bij het brengen van de welbekende bloemen na een voorstelling – bijna een deel van het plafond op zijn hoofd krijgt. Volgens de overlevering ‘scheelde het maar weinig’. Een ding was echter duidelijk: er moest een nieuw theater komen.

De nieuwe schouwburg
In 1961 wordt de huidige schouwburg aan de Burgemeester van Grunsvenplein geopend. Dat de locatie (aan het plein) de naam van de burgemeester draagt, is meer dan logisch, volgens Schoonderwoerd. “De schouwburg is het belangrijkste en grootste dat in de zittingperiode van deze burgemeester is gerealiseerd”. De insteek van het nieuwe theater (toen nog stadsschouwburg Heerlen geheten) was dat er één groot podium kwam met een programmering die op alle soorten podiumkunsten zou kunnen aansluiten. “Het moest zowel een Nationale exponent als een Heerlense uitstraling hebben”, zegt Schoonderwoerd.

Bron: Rijckheyt.nl | Luchtopname van de Schouwburg aan het Burgemeester van Grunsvenplein, 1961
Bron: Rijckheyt.nl | Luchtopname van de Schouwburg aan het Burgemeester van Grunsvenplein, 1961

Niet alleen de programmering was bijzonder voor zijn tijd. Het gebouw zelf was ook uniek: het vormt een van Frits Peutz zijn meesterwerken, naast zijn niet minder beroemde bouwwerken als de Royal-bioscoop en het Glaspaleis.

Samen sterk
In 1999 wordt het besluit genomen om de stadsschouwburg samen te voegen met het Theater Kerkrade onder de noemer ‘Parkstad Limburg Theaters’. Beide theaters hebben vanaf dan één programmering, die over de gebouwen wordt verdeeld. “In tegenstelling tot de rest van Nederland is hier nu (Parkstad, red.) een groei te zien in de bezoekersaantallen. Zeg maar een echte culturele lente. En dat ondanks de krimp in dit gebied. Dat is wel heel bijzonder. Men vindt het weer spannend om naar dit gebied te kijken, waar ze eerder de rug naar ons keerden”.

Het is dan ook een prima beslissing wanneer Heerlen besluit om het theater te revitaliseren. Daar wordt in 2005 aan begonnen. In het voorjaar van de 2007 volgt een feestelijke heropening. Knap werk, zo vinden veel van de eerste bezoekers als het theater wordt geopend. Het gebouw en gedachtegoed van Peutz is namelijk overeind gebleven, maar tevens is het theater (nu bestaande uit de vergrote RABOzaal, de nieuwe LIMBURGzaal, de opgeknapte INGzaal en het intieme DSMcafé met allemaal specifieke kwaliteiten voor verschillende podiumkunstvormen) klaargestoomd voor de toekomst. Dat vindt ook Bas Schoonderwoerd. “Artiesten treffen hier een gretig publiek. De artiest voelt zich hierdoor zeker, hij merkt dat we hier betere omstandigheden kunnen bieden, waar de bezoeker speciaal voor komt.” De hoofdzaal is imposant, alle drie de zalen zitten volgestopt met hoogstaande techniek, optimale akoestiek en het publiek wordt zo geplaatst dat er een unieke interactie tussen artiest en toeschouwer wordt gecreëerd. Er is een groot team van (toneeltechnische) specialisten en programmeurs die ook stad en regio goed kennen om het beste te beiden dat Parkstad en de wereld nu te bieden heeft.

Bron: Vanmelick.nl | Parkstad Limburg Theater Heerlen
Bron: Vanmelick.nl | Parkstad Limburg Theater Heerlen

Parkstedelingen als publiek
“Artiesten voelen die energie”, zegt Schoonderwoerd. Hij besluit met het voorbeeld van André van Duin, die de afgelopen jaren een aantal keren zijn theater aandeed. “Dan liet hij me na afloop van een show weten dat hij hier in Parkstad zo’n geweldig publiek trof. Beter dan in bijvoorbeeld Sittard, waar toch wel een heel ander publiek kwam, zo vond André.”

Schoonderwoerd lacht. “De Parkstedeling is natuurlijk bijzonder, maar het publiek is helemaal niet zo veel anders, het ligt in hoge mate aan de kwaliteit van de zaal, waardoor de artiest ook de energie van het publiek beter ervaart. Ik heb het hem – en collega’s van hem als Jaap van Zweden, Paul de Leeuw en andere podiumgrootheden die met soortgelijke verhalen kwamen – maar niet meer uitgelegd, maar wat zij niet doorhebben is dat de beleving, de aanwezige energie, gewoon verschilt. Die is anders. En, tja: dat merkt de artiest. Juist die kwaliteit levert een extra reden voor de kunstenaar om terug te willen komen. En juist dat geeft weer een extra duw aan die Parkstedelijke Culturele Lente.”

Frank

Frank van Opdorp (1985) is onder andere schrijver, media-cultuurwetenschapper, bedrijfsjournalist en communicatieadviseur. Bij Heerlen Vertelt vervult hij de rol van hoofdredacteur. Frank studeerde in 2009 af aan de Universiteit van Maastricht, waar hij zijn Masterdiploma Cultuur- en Wetenschapstudies behaalde met een specialisatie in politieke cultuur. Een jaar daarvoor behaalde hij op dezelfde plek zijn Bachelor Cultuurwetenschappen (2008) met een specialisatie in Media-cultuur. Na de ervaring die hij tijdens zijn studie opdeed, met onder andere stages bij de Provincie Limburg en L1 Radio-Televisie, werkte hij een jaar bij de gemeente Meerssen als communicatieadviseur en persvoorlichter. Momenteel werkt hij al ruim tien jaar op de afdeling Communicatie & Marketing van Zuyderland (voorheen Atrium en Orbis). De Heerlense cultuur, samenleving en geschiedenis (en breder gezien ook die van Parkstad) heeft altijd zijn aandacht gehad en mede dit heeft er eind 2009 / begin 2010 toe geleid dat hij samen met initiatiefnemer Maurice van Opdorp Heerlen Vertelt inhoudelijk vorm gaf. Na het overlijden van Maurice, nam Frank de rol van hoofdredacteur op zich, in het bestuur dat momenteel verder bestaat uit voorzitter Michel Lemaire, penningmeester Jeroen Postma en secretaris Pim Odekerken. Buiten zijn grote interesse voor cultuur, actualiteit en media, houdt hij zich in zijn vrije uurtjes ook bezig met design, film, voetbal, hardlopen, schrijven, muziek maken met zijn band en fotografie.

11 gedachten over “Heerlense schouwburg trekt na ruim 50 jaar opnieuw gretig publiek”

  1. Fijn dat er aandacht wordt besteed aan de Heerlense stadsschouwburg. Sinds de grote verbouwing vind ik het een prachtig theater. Ik kom er eigenlijk al sinds de basisschool en bezoek er nog steeds regelmatig voorstellingen.

    Weet iemand waarom het theater aan de Klompstraat niet gerenoveerd is en er voor nieuwbouw is gekozen? Wat bevindt zich nu op die plaats?

  2. mooi theater inderdaad, ik kom er zo nu en dan..alleen valt mij op dat ik er vaak maar met een paar man en een dooie hond zit..de normale heerlenaar geeft schijnbaar niks om een beetje cultuur van tijd tot tijd..of ze hebben er de centen niet voor in deze huidige uitknijptijd.

  3. Kan me nog als de dag van gisteren herinneren dat de met – nota bene – licht zalmkleurig tapijt belegde vloeren van de Stadsschouwburg in het eerste of tweede jaar enorm hebben geleden van de zeer drukbezochte Carnavalsfeesten, die er werden gehouden. Maar we konden onze lol niet op in die dagen….. Heel anders dan in de oude en vervallen Schouwburg aan de Klompstraat, waar begin jaren ’60 bovenin de nok (3e rang of zoiets) op de muur was gekalkt “De armste zakken zitten hier, maar om te vrijen is het hier fantastisch!” Mijn Brabantse vader zou zeggen ‘Agge mèr leut hèt, jonge’….. Zelf ben ik in 1945 in Heerlen geboren en heb er zo’n 28 jaar met plezier op Molenberg bij de O.L.V.-kerk gewoond.

  4. Die carnavalsfeesten werden inderdaad druk bezocht in de stadsschouwburg, en dat wel 30 jaar achter elkaar, want zo lang heb ik met diverse orkesten, zoals Roly Poly en zeker ook Trio Kwat?ch jaar in jaar uit de carnavalsmuziek verzorgd, afwisselend met D.J. Vincken/Handels.Na de optocht op zondag zat je met wel 4000 man in een volgepakte schouwburgzaal.Mooie tijd.

    1. Die periode, een bomvolle schouwburg, volgens mij met soms meer dan 4.000 carnavlisten, blijft mij bij. Daar kan geen tent tegenop. Jammer dat het uit veiligheidsoverwegingen (??) niet meer mag. Het trio Kwatsch heeft nog wel nazaten.. zoek maar op Krio Twatsch.
      Ik mis dat ECHT

  5. met weemoed denk ik aan de tijd dat ik er gewerkt heb alle bekenden die wat er optraden en de nodige concerten en opera en operette en de leuke collega,s dan zal de klompstraat toch een plekje in mijn hart blijven behouden

    1. Heeft iemand misschien een voorstelling bijgewoond van operettevereniging “het Zingende Zuiden” uit Vaals? Ze speelden van 1945 tot 1957.

  6. Ineens herinner ik mij dat ik aanwezig was bij de eerste voorstelling ter gelegenheid van de opening van de nieuwe schouwburg.
    Ik zat toen op de Hervormde MULO in Treebeek en het lot had bepaald dat ik namens de school aanwezig mocht zijn.
    Ik herinner mij niets van de voorstelling.

    1. Het hing in de lucht, zeg ik nu in retrospectief. Achteraf dus.
      Wat ik mij van toen nog wel herinner, is de ontspanning die Paus Johannes XXIII met het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) bracht. Ook de kapelaan in de buurt waar ik toen woonde (Bekkerveld-Aarveld) was ontspannen.
      De religieuze rimram was niet aan mij besteed, maar het afscheid van de heersende vijandigheid wel.

    2. Ik lees in De Tijd Maasbode van 20-11-1961 dat de nieuwe schouwburg werd geopend met Verdi’s Opera “Don Carlos”.
      Dat ging aan mij voorbij omdat ik gewoon te jong voor opera was.
      Ik herinner mij nog wel dat het culturele klimaat milder was geworden.

  7. Goede middag heren of dames van de redactie,

    Het is heerlijk om zaken uit mijn streek waarin ik ben opgegroeid te herbeleven.
    Ik ben al heel lang aan het speuren naar oude en historische zaken betreffende
    de voormalige Oostelijke Mijnstreek.
    Waar ik echt naar op zoek ben is informatie en een of meer mogelijke foto’s van
    de oude kolenboer Balt Breemen. Ik weet dat hij vroeger zijn bedrijf op de Zandweg
    Op en bij: ” Der Watertoere” Had. Ook zijn Kolenoverslag en Paardenstalling had
    hij achter de watertoren en waarbij hij een wei met fruitbomen had waar ook zijn
    paarden graasden en uitliepen na een dag van hard werken van de kolenkar.

    Voor mij was deze man bijzonder omdat ik veel leuke herinneringen bewaar als hij weer
    eens kolen bracht. IK ging altijd naar het paard en gaf het paard een emmer met water,
    hij gaf mij met zijn zwarte handen advies. Hij heeft mij als klein jongetje van een jaar of
    zes zelfs even op de bok mee laten rijden, ik hield toen ook de teugels vast. zo rond
    1964 of 1965 denk ik, wat een beleving en ik denk hier nog steeds met enige weemoed
    aan terug. Wat een tijd, wij als kinderen waren met weinig tevreden en speelden nog met
    regelmaat op straat en sliepen als bomen. Ja wij waren met de kleine dingen erg gelukkig.
    Nu denk ik soms als ik de kinderen van mijn toenmalige leeftijd voorbij zie komen, hebben
    zij net zoveel levensvreugde en levensgeluk als wij destijds hadden?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.