Susanne: De Ambachtsschool

Vanuit ons huis keken we uit op het grote open plein van de Ambachtsschool dat werd afgesloten door een groot metalen hek. Twee keer per dag ging het open: ’s morgens als de school openging en ’s middags als de leerlingen weer vrij waren. Dat gaf nogal wat lawaai want ze kwamen op fietsen, brommers en motors. Ze schreeuwden tegen elkaar en vochten nogal eens, maar dat was niet serieus, dat wist iedereen. Eén keer waren twee jongens écht aan het vechten. De halve school stond er omheen tot een van de leraren kwam aanlopen en er een eind aan maakte. Je wist meteen dat die twee het echt meenden.

Dit is deel 4 uit De verhalen van Susanne Gondrie-Belt

Smedestraat, bij Ambachtsschool
Bron: privécollectie | Smedestraat, bij Ambachtsschool

Verder bleef de poort dicht. Als kinderen vonden wij het leuk om ’s avonds en in de vakanties op die poort te klimmen. Die bestond uit verticale metalen spijlen en drie horizontale: een beneden, een midden en een bovenaan. Wij gingen op die stang in het midden staan, hielden ons vast aan de twee spijlen links en rechts van onze oren en zo konden we over die grote open ruimte kijken met aan de zijkanten de overdekte gedeelten waar de leerlingen (wij noemden ze de jongens van de Ambachtsschool) hun fietsen, brommers en motoren zetten.

‘t Was niets bijzonders om te zien maar juist omdat we er niet in konden gaan, was het spannend. Op een avond is Hupie van Montfort weer eens op dat hek geklommen. Denkelijk heeft hij zolang met zijn hoofd tussen die spijlen geduwd tot het erdoor kon. En toen zat (of liever stond) hij vast, want terug ging niet meer, z’n oren zaten in de weg. Zowat de hele Smedestraat stond te kijken: dat hek, midden op de dwarsstang stond Hupie, knalrode oren en met twee handen hield hij de spijlen vast naast z’n hoofd. De familie had geloof ik al boter achter z’n oren gesmeerd maar dat werkte niet. Later kwam een grote brandweerauto de straat inrijden en toen is Hupie geholpen: de brandweer heeft gewoon een spijl uit het hek gezaagd. Eindelijk kon hij met knalrode oren van die dwarsstang af.

Die ene spijl was en bleef er tussenuit. Heerlijk voor ons kinderen van de Smedestraat: want nu konden wij zo door dat gat door de poort heen op het plein komen. Er was dus nog steeds niets te zien maar wat was het spannend, in de avond door dat hek klimmen!

Overigens heeft Harrie van Montfort ook een keer klem gezeten, tussen het kleine houten hek rechts van de tuin van Dinger. Net als z’n broertje, dat hoofd tussen dat hek, rode oren. Maar dat heeft de familie zelf opgelost met boter. De brandweer hoefde niet te komen.

Siersmeedwerk
Het gedeelte van de Ambachtsschool in onze straat was een zijgevel. De voorkant was aan het Hesselleplein. Het terrein was afgesloten door een muur. Die begon in de Smedestraat waar de gevel ophield, ging de hoek om, langs de hele breedte van het plein en ging dan weer de hoek om in de Ververstraat.

In die muur waren hekken vastgemaakt met siersmeedwerk. Boven in die hekken waren ronde uitsparingen en daarin waren versieringen aangebracht. Soms, als ik uit school kwam, pakte ik een stok en hield die onder het lopen tegen de hekken. Het gaf een ratelend metalen geluid. En dan keek ik naar die versieringen. Een aantal begreep ik: een kraan, hamer, beitel, cirkel, driehoek. Maar de meeste waren onbekend. Wat stelden ze voor? Waarom waren ze in dat hek gezet? Wie had ze ooit getekend? Wat betekenden ze?

Meneer Oostwegel
De directeur van de Ambachtsschool was meneer Oostwegel. Wij (mijn ouders en ik) kenden hem, mijn moeder kende hem zelfs goed, want ze waren allebei echt van Heerlen. Hij woonde aan het Hesselleplein. Meestal zagen we hem in de Pancratiuskerk zitten in de hoogmis, samen met zijn vrouw.

Meneer Oostwegel liep altijd kaarsrecht en hij had de neiging zijn hoofd ietsje scheef te houden. Reden waarom hij bij ons thuis een bijnaam had. Een kennis had ooit gegrapt: dat scheve hoofd van meneer Oostwegel is de wet van de Ambachtsschool. Bij ons thuis hoefden we zoiets maar één keer te horen en de betreffende persoon had zijn bijnaam. Wij noemden hem kortweg “de Wet”.

Hij was een aardige, hoffelijke man die altijd beleefd groette. Op school scheen hij flink de wind eronder te hebben bij de jongens, maar dat hadden we van horen zeggen.

In de zomer was de Ambachtsschool gesloten. Na de vakantie kwam er altijd een avond (natuurlijk was het heerlijk weer geweest die dag) dat alle lichten aan waren op de school. Je hoorde mensen praten, er reden auto’s, er was leven. Ik lag rond die tijd al in bed en dan hoorde ik de stem van meneer Oostwegel door de microfoon: “de loodgieters! De lassers! De metaalbewerkers!” En dan riep hij er steeds iets achteraan, ik weet niet meer wat, een lokaal misschien. Het was gewoon de start van het nieuwe schooljaar en de eerstejaars leerlingen kregen hun lokaal toegewezen. Meer was het niet, maar het was altijd weer een afscheid van de zomer en het begin van de herfst: mijn slaapkamerraam wijd open, de schemering, de warmte in de lucht en de stem van meneer Oostwegel die in de hele buurt te horen was: “de elektrotechnici! De banketbakkers! De houtbewerkers!”

Een paar dagen later zagen we hem dan weer lopen. “Dag dames”, zei hij tegen mijn moeder en mij en lichtte even zijn hoed. En op zondag in de Pancratiuskerk zag ik hem zitten, een paar banken voor ons, herkenbaar aan zijn iets scheve hoofd. “Kijk, de Wet is er ook”, zei mijn moeder tegen mijn vader.

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

2 gedachten over “Susanne: De Ambachtsschool”

  1. Hardstikke leuk om dit verhaal te lezen brengt herinneringen terug aan mijn tijd op de Ambachtschool en de heer Oostwegel.
    Het was werkelijk een heel leuke tijd.
    Ik was in de opleiding voor electrician voor de eerste 2 jaren overdag en dan nog 4 jaren avondschool. Maar dat was wel van 1953 tot 1959.
    Dat is weer zo lang geleden en het is dan wel leuk om over die tijd weer eens wat te lezen.
    Heel leuk geschreven.

    Groetjes van Henk uit Canada

  2. Wat enig om het stukje van Susanne te lezen over mijn vader. En ja hij hield inderdaad zijn hoofd wat scheef. Ik heb nooit geweten dat hij daardoor een bijnaam had meegekregen, zijn houding was ook een van rechtop lopen , dat hebben mijn zus en broers en ikzelf vaak genoeg moeten horen dat DAT de manier van lopen was. Papa leek heel streng door zijn zware bril met dikke brillenglazen veel jongens vd school hadden medelijden met mij , maar zo streng was hij niet hoor. het Hesselleplein waar ik de eerste 23 jaar van mijn leven doorbracht was een heerlijk plein om aan te wonen, veel speelgenot en jeugdliefdes behoren tot goede herinneringen. ben benieuwd naar meer reacties op het schrijven van Susanne,
    groetjes, Marie-Anne Oostwegel

    groeth

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.