Bron: Rijckheyt.nl | Bongerd tijdens de groentemarkt. Rechts het pand van Vroom & Dreesmann. Links een gedeelte van het pand Klöckers met de achterkant van de Kerkstraat en de toren van de St.Pancratiuskerk. Op de achtergrond in het midden het torentje van huis Canter. Links het "vieze hoekje" (1930).

De geur van kolen

Wat verwachtten mijn ouders van hun huwelijk? Waarom maakten ze de keuzes die ze hebben gemaakt? Het zijn vragen die menigeen zich op latere leeftijd stelt over zijn of haar ouders. Vaak is dat op een moment dat het te laat is. Het moment dat de ouders overleden zijn. Zo ook voor Joep Dohmen.

Bron: Rijckheyt.nl | Bongerd tijdens de groentemarkt. Rechts het pand van Vroom & Dreesmann. Links een gedeelte van het pand Klöckers met de achterkant van de Kerkstraat en de toren van de St.Pancratiuskerk. Op de achtergrond in het midden het torentje van huis Canter. Links het "vieze hoekje" (1930).
Bron: Rijckheyt.nl | Bongerd tijdens de groentemarkt. Rechts het pand van Vroom & Dreesmann. Links een gedeelte van het pand Klöckers met de achterkant van de Kerkstraat en de toren van de St.Pancratiuskerk. Op de achtergrond in het midden het torentje van huis Canter. Links het “vieze hoekje” (1930).

Nadat zijn moeder in 2005 overleed, bestond het nalatenschap onder andere uit een koffer met documenten, foto’s en attributen. Die riepen weer vragen op, alleen was er niemand meer om ze te beantwoorden. Zijn eigen herinneringen brachten hem ver. Onderzoek in archief moest Joep nog meer antwoorden geven. Wat begon als een zoektocht naar antwoorden op persoonlijke vragen heeft uiteindelijk geleid tot een boek. ‘De geur van kolen’ geeft op een prettige manier de geschiedenis van Heerlen van de afgelopen 100 jaar weer.

De geur van kolen
De geur van kolen

Het boek begint bij het gehucht dat Heerlen eind 20ste eeuw was. Daar waar de voorouders van Joep en diens achtergrond beschreven worden, neemt de schrijver geregeld een zijstraat om vanuit zijn onderzoek in de archieven een beeld te geven van Heerlen in die tijd.

Hoe  meer we lezen, hoe meer we chronologisch vooruit gaan in de tijd. Van de opkomst van de mijnindustrie, naar de inval van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog tot nu. Met name het hoofdstuk over de tijd ná de bevrijding en de rol van Burgemeester van Grunsven tijdens de Tweede Wereld oorlog kwam onlangs veelvuldig in het nieuws. Prima pr voor een boek, maar we zouden ‘De geur van kolen’ erg tekort doen als ‘dat boek met nieuwe feiten over de rol van Van Grunsven’. Met name de zijstraatjes die Joep Dohmen neemt en die je onbewust een totaalbeeld van Heerlen als stad geven, zijn van grote toegevoegde waarde.  Niet alleen door de daadwerkelijke inhoud, maar ook om een totaalbeeld voor het verhaal zelf te schetsen.

Waarom zijn Heerlenaren zoals ze zijn
Het boek geeft mogelijk onbewust een verklaring waarom Heerlenaren zijn zoals ze zijn. Heerlenaren (of Parkstedelingen?) wordt wel eens verweten dat ze teveel blijven hangen in het verleden. “Wat moeten we doen met het mijnverleden?” en “Waarom gaan we niet verder, nu bijna 50 jaar na de mijnsluiting?”. Tijdens een publiek gesprek op 27 oktober 2013 in het Glaspaleis legde Joep Dohmen misschien wel de vinger op de zere plek. Eigenlijk is sinds de opkomst van de mijnindustrie veel (zo niet alles) voor de inwoners/mijnwerkers geregeld. Iedereen wist wat hij of zij moest doen. De mijnen boden werk en er was eigenlijk weinig vraag naar eigen initiatieven en ondernemerschap in het Zuiden van het land. Totdat de mijnen sloten. Nu bijna twee generaties later komt meer en meer het besef en de ommekeer dat bewoners hun toekomst zelf moeten vormen en ook weer vooruit moeten kijken.

Wie toch nog eens achterom wil kijken naar het Heerlen van toen doet er goed aan het boek te lezen. Een boek waarin onderzoeksresultaten en archiefonderzoek op een erg prettige manier met een persoonlijke verhaal zijn verweven.

Het boek is onder andere te koop bij de plaatselijke boekhandel of online via onder andere Bol.com.

Maurice van Opdorp

Maurice was oprichter en hoofdredacteur van de website Heerlenvertelt.nl. Als Heerlenaar schreef Maurice regelmatig ook zelf mee aan de verhalen van Heerlen Vertelt. Op 10 mei 2015 is Maurice overleden.

3 gedachten over “De geur van kolen”

  1. “De geur van kolen…”, an sich verstikkend, is een verademing. Een nostalgische flashback, maar ook een röntgenopname van het machtsspel van de here mit d’r hood en de bonnet, de bekrompenheid en de lelijkheid van een stad waar wij ondanks alles van zijn blijven houden.
    Ik vind het verbazingwekkend hoe Joep Dohmen heer en meester is weten te blijven over de tsunami aan documenten en historische feitelijkheden – en die heeft weten te rangschikken in een chronologische, soms heel verrassende sequentie.
    Dat er een ongelooflijke research in is gestopt, daarvoor had ik de literatuurlijst niet nodig. Al lezende zag ik tientallen boeken, beleidsnota’s en naslagwerken voorbijschuiven. Als stadsredacteur van het LD heb ik het destijds allemaal van heel nabij beleefd. Het pluche van de schouwburg, de spitse grapjes en drop verkopende Savelsbergh, de autist van Grunsven, de politieke moloch Raedts, noem maar op. Het is niet alleen een bespiegeling van de voor mij herkenbare tijdvakken, Dohmen voegt er iets aan toe. Hij knoopt onderlinge verbanden, plaatst ze in een bepaald perspectief, zet vraagtekens en maakt kritische kanttekingen.
    Zijn boek is een snoeiharde backhandslag over het verleden van Heerlen.
    “Daar heb je Dohmen weer, de Limburghater en nestbevuiler”, zal menigeen wel weer snieren. Ik heb het in mijn omgeving al gehoord. Maar Dohmen beweert niets, Dohmen diept feiten op, controleerbare feiten. Hij maakt dingen zichtbaar. En stelt vragen. Ongemakkelijke vragen. En dat is precies waar “investigative journalism” om draait en waar het ons in het verleden aan heeft ontbroken.
    Mijn oprechte complimenten Joep, je hebt het boek met bewonderenswaardige afstandelijkheid en een onthutsende eerlijkheid geschreven. Dat laatste vooral waar je je voorouders en andere familieleden portretteert, vooral je vader en je moeder. Om dat te kunnen moet je over een boel emotionele barricades heen gestapt zijn. Maar die personal touch geeft je boek een ziel. En dat is de meerwaarde van deze kritische streekgeschiedenis.
    Ik heb genoten van zijn taalgebruik; hij schrijft geserreerd, met een lichte, elegante toets. Het leest dan ook heerlijk weg.
    Eén klein puntje van kritiek: de oude kerk van Heerlerbaan werd niet afgebroken in 1927, maar in de jaren vijftig.

    Jan Hendriks, Voerendaal

  2. Ik heb het boek met veel interesse gelezen. De familiegeschiedenis van Joep staat niet op zich. Het geeft ook vele antwoorden om vragen die ik had omtrent mijn familiegeschiedenis. Maar daarnaast wordt ook gewoon duidelijk waarom Zuid-Limburgers zijn zoals ze zijn.

  3. Jan Hendriks: …”Maar Dohmen beweert niets, Dohmen diept feiten op, controleerbare feiten.” en “Mijn oprechte complimenten Joep, je hebt het boek met bewonderenswaardige afstandelijkheid en een onthutsende eerlijkheid geschreven.”
    De feiten zijn inmiddels gecontroleerde, meneer de voormalige stadsredacteur. En het blijkt dat Dohmen meer fantasie heeft dan begrip voor de historische feiten. “Onthutsende eerlijkheid ?” Uit zijn niet op feiten gebaseerde uitspraken t.a.v. burgemeester van Grunsven blijkt toch eerder een onthutsende minachting voor de lezer?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.