De ontwikkeling van City-Oost

Het middeleeuwse fort van Heerlen lag op een smalle rug tussen twee beekdalen. Het gebied dat bekend staat als City-oost is gelegen tussen De Sint Pancratiuskerk, de muren van het oude fort en de Caumerbeek. Er waren veel Rooms Katholieke instellingen, zoals scholen en kloosters gevestigd. Een centrifugale groei van het centrum werd hierdoor geblokkeerd. Dit heeft ervoor gezorgd dat de grote uitbreidingen tijdens de mijnperiode zich vooral afspeelden aan de andere kant van het centrum richting de Geleenbeek. 

Afbeelding Cityring 1977
Afbeelding Cityring 1977

City-Oost
City-oost heeft in het laatste kwart van de vorige eeuw een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Verschillende politieke standpunten en stedenbouwkundige opvattingen hebben elkaar snel afgewisseld. Uiteindelijk heeft de weerstand tegen megalomane plannen er toe geleid dat het gebied een kleinschalige compacte karakteristiek heeft kunnen behouden en zijn een aantal relicten van het Rijke Roomse leven blijven bestaan. In het volgende artikel wordt een kort verslag gegeven van de ruimtelijke ontwikkelingen tijdens deze periode.

Meer ruimte voor de auto
In het begin van de jaren zeventig kampte Heerlen met een toenemende verkeersproblematiek. Duizenden auto’s persten zich dagelijks door de Saroleastraat. Er waren veel opstoppingen. De stedenbouw werd sterk gedomineerd door verkeerskundige oplossingen. De relaties met de westelijke autoweg bleken redelijk te voldoen maar de oostelijke aansluitingen op het Groeneboord werden in die tijd als ongunstig ervaren. Inzet van beleid was het aanbrengen van een scheiding tussen het doorgaande verkeer en het bestemmingsverkeer van en naar de binnenstad. City-oost moest beter ontsloten worden. Bovendien wilde men het voetgangers-, fietsverkeer en het openbaarvervoer bevorderen.Ten behoeve van de goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van de City werd gekozen voor een ringsysteem waarvan de maat globaal bepaald werd door de beloopbaarheid van de er binnen gelegen zone.(1) Er was veel weerstand tegen de aanleg van deze zogenaamde Cityring (Geerstraat, Stationsstraat, Huidige Deken Bemelmansstraat, Putgraaf, Dr. Poelsstraat en Coriovallumstraat). Er zou veel gesloopt moeten worden om deze ring vanaf de Stationsstraat tweebaans door te trekken naar de Putgraaf. Stedenbouwkundigen pleitten in navolging van de stad Groningen voor een ander model. Gedacht werd aan een veel grotere (vijfhoekige) ring bestaande uit de traversen (Keulseweg, Welterlaan, Groeneboord, Spoorsingel en Looierstraat) met vertakte aanhakingen om het voetgangersgebied te ontsluiten. In december 1975 organiseerde De Vereniging Milieubeheer Heerlen een congres over de vraag of de Cityring wel de juiste oplossing was voor een ontsluitingssysteem van het centrum. Dit congres plaatste de planologie in ieder geval in een breder economisch, sociaal en cultureel perspectief. (2) Actievoerders schilderden op de schutting van de sloopwerkzaamheden aan de Akerstraat een “cityringslang” om het verzet tegen een knellende band om het centrum te ondersteunen. De gemeente introduceerde het begrip inspraak. (3)

City-Oost maquette 1
City-Oost maquette 1


Cityring
Vooruitlopend op de afronding van de inspraakprocedure over de Binnenstadsnota was de gemeente al begonnen met het aankopen van gronden en opstallen in het oostelijk deel van het centrum. Daarbij waren verschillende omstreden locaties. Bijvoorbeeld de noordelijke pleinwand van het Wilhelminaplein achter het kruisbeeld (Hinge gen Hergod’s vót) en het Missionair Centrum, gevestigd in het voormalige klooster van de Zusters Franciscanessen aan de Gasthuisstraat. Ook het dreigende isolement van het Coriovallumcollege speelde een rol. Wethouder Schlösser noemde als hoofddoelstelling van de planontwikkeling “het bevorderen van het wonen, het oplossen van verkeersknelpunten, het stimuleren van communicatief ruimtegebruik en het versterken van de economische functie. Bij conflictsituaties moeten de meer algemene gemeentelijke belangen afgewogen worden tegen de meer specifieke belangen van kleinere bevolkingsgroepen”.(4) Volgens B&W was van het Heerlens koopcentrum het best gediend met een bundeling van activiteiten binnen de cityring. Maar de oppositie tegen de verkeersplannen bleef groeien. Onderleiding van Wethouder Savelsbergh komt er een nieuwe Structuurschets centrum 1981 met een aangepaste visie. Het gemeente bestuur wijzigt verkeersstructuur in een hoefijzervormige lus via de Klompstraat en de Putgraaf verbonden met de Groeneboord. Op het terrein van het vroegere magazijn van V en D aan de Klompstraat werd nu een warenhuis geprojecteerd met evenwijdig aan de spoorbaan twee grote parkeergarages.

City-Oost maquette 2
City-Oost maquette 2

Kleinschaligheid
Ongeveer een decennium bleef een groot deel van de voor de Cityring bestemde gronden in City-oost onbebouwd. Het nieuwe Grand Hotel werd gebouwd met de hoofdingang aan een alleen op papier bestaande Cityring. In de kelder van het Raadhuis bouwde de afdeling Stedenbouw schaalmodellen om de barrièrewerking van de Cityring te verzachten. Er bestond in die tijd een werkplaats waarin met piepschuim maquettes werden gemaakt. Iedereen kon daar aan het eind van de week binnen lopen. Onderstaande foto’s laten zien hoe met kleinschalige bouwmassa’s links en rechts van de rijbanen het beeld van meer ruimtelijke samenhang kon worden opgeroepen. Later werd deze vormentaal bekritiseerd met termen als: variatie om de variatie. Grote hoeveelheden elzenproppen werden aangevoerd om in het schaalmodel veel straatbomen te kunnen planten. Er werd veel gedaan met de hoogteverschillen. Het maaiveld aan de voet van de Aambosflat ligt ongeveer even hoog als de Bongerd. Een voetgangersas werd over Cityring en Groeneboord door getrokken. Op de maquette is een lange witte voetgangersbrug te zien door het Coriovallumcollege uitkomend op het kleine pleintje bij het huidige Bèta-huis.(5) De architectuur van dit model sloot aan bij de stijl van de jaren zeventig waarbij de menselijke maat en de multifunctionaliteit van de stad belangrijke uitgangspunten waren.

Herstructurering 1990
Herstructurering 1990

Komende donderdag kijken we in deel twee verder naar de verdere ontwikkelingen van City-Oost.

Ton van Mastrigt

Ing. A.E.F. van Mastrigt, (Valkenburg-Houthem,1944) studeerde architectuur aan de Limburgse Academie van Bouwkunst te Maastricht. Hij is stedenbouwkundige en was werkzaam als hoofd ruimtelijke ordening en stadsbouwmeester te Heerlen. Momenteel is hij verbonden aan SCHUNCK* een multidisciplinaire culturele instelling, gespecialiseerd in Moderniteit en Urban-Culture in de internationale hedendaagse kunst en cultuur. Ton van Mastrigt is lid van welstandscommissie in het district Midden-Limburg en woont in Heerlen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.