Oog voor detail: Het Temsplein (2)

Het Tempsplein vertoont één grote samenhang. De architectuur is in dienst gesteld van een stedelijk totaalbeeld.

Dit is deel 2 van Het Temsplein.

Stedelijk totaalbeeld
Tempsplein nrs.11-12-13, zijn als één geheel ontworpen door architect H.F.J. Stoks in 1919. Een gevel in rode baksteen met twee kapellen in mansardevorm. Op de hoek een torentje dat begint op de eerste verdieping. Opvallend zijn de ambachtelijke versieringen in baksteen. In de plint van het gebouw zijn drie rijen met strekken doorgemetseld, die de panden met elkaar verbinden. Onder de dakgoot zijn lijsten aangebracht. Op sommige plaatsen zijn bakstenen op hoogkant wigvormig buiten het gevelvlak gemetseld. Nr. 12 heeft een mooie boogvorm boven de voordeur met twee zijramen. Het complex Dominee Jongeneelstraat nrs. 2-4, Tempsplein nrs.19-22 en Deken Nicolaijestraat nrs.1-3 werd ontworpen door J.M. Hardeveld in 1927 en laat een doorgaand bouwvolume zien. Hij was ook betrokken bij de bouw van de oude Schouwburg aan de Klompstraat en het Grand Hotel op het Wilhelminaplein. Bij de (inwendige-) hoekwoning, nu advocatenkantoor, is het torentje in de hoek het enige verticale element. Het heeft zowel een functie (schoorsteen) maar is ook duidelijk als decoratief element gedacht. Dit vinden we ook terug in de tegenovergelegen hoek van het plein. Typerend is de brede houten horizontale gevelbekleding tegen de tweede verdieping. Een kenmerk van de Amsterdamse school is de aanwezigheid van meer voordeuren achter een opening in de gevel dat hier op enkele plaatsen is toegepast.

 

Bron: Ton van Mastrigt | Noordwest wand
Bron: Ton van Mastrigt | Noordwest wand

Pleinwand met eenheid en verscheidenheid
De noordwest hoek heeft een uitgebreid repertoire van individuele bouwopdrachten. De voorgevels laten telkens andere details zien. Nummer 25 en 26 hebben meer verwantschap gekregen door het schilderwerk. Nr. 26 en 27, van A.J. Bartels. Uit 1918 en 1922, hebben dezelfde hoofdvorm met een hoger deel met kap en een lager deel met dakkapel waarin ook de voordeur met omranding is opgenomen. Bij het ene pand domineert de erker en een fries die als het ware over de drie bovenste ramen is gedrapeerd. Bij het andere pand speelt het kleine balkon dat gekoppeld is aan twee horizontale banden een rol. Hier verbindt het fries met een sterke horizontale versiering, twee kapitelen met elkaar. De bovenste verdieping heeft drie dwergzuiltjes.

Bron: Ton van Mastrigt | Verbindend detail
Bron: Ton van Mastrigt | Verbindend detail

Kenmerken van Stuyt zijn de stuiters (ballen) op het dak. Nr. 29 van architect Jos. Wielders uit 1932 is moderner en minder uitbundig dan nr. 27. De compositie is opgebouwd uit twee gevelvlakken die een steen maat voor elkaar liggen en geheel met elkaar vervlochten zijn. Het metselwerk heeft staand verband. Opmerkelijk is het raam dat onder 45 graden is geplaatst. Dit detail komt ook voor in de Dautzenbergstraat en geeft de bewoner beter zicht op straat. De entreepartij heeft een mooi horizontaal regelwerk dat doorgaat over het zijlicht en aansluit op de brievenbus.

Bron: Ton van Mastrigt | Metselwerk ornament
Bron: Ton van Mastrigt | Metselwerk ornament

Het volgende pand is ontworpen door architect J.Seelen in 1933 en is veel rationeler. Het heeft weinig versiering. De dunne stalen raamprofielen geven een modernere uitstraling dan de gebruikelijke zware kozijnen uit de Amsterdamse school. De bovenlichten en luifellateien van de hoofdentree en garage geven meer architectonische samenhang in de lange gevelwand. De huidige bewoner heeft de beide deuren, een paarse kleur gegeven zonder daarmee het karakter aan te tasten.

Bron: Ton van Mastrigt | Zijlicht Amsterdamse school
Bron: Ton van Mastrigt | Zijlicht Amsterdamse school

Nummer 33 staat op naam van H.A.H. de Ronde / F.P.J. Peutz uit 1925 (5), pand heeft een vrij opvallende trapgevel en een portiek dat enigszins doet denken aan dat van het Broederhuis van Peutz op de Molenberg. De trapgevel als blikvanger werd ook toegepast door Amsterdamse school architecten in Amsterdam(6) .

Bron: Ton van Mastrigt | Overzicht Tempsplein (C)
Bron: Ton van Mastrigt | Overzicht Tempsplein (C)


Sloop en nieuwbouw

Naast Tempsplein 33 stond oorspronkelijk het gebouw van de Kamer van Koophandel en Fabrieken met ervoor een parkeerterrein(zie C). In het kader van de herstructurering van het centrum (1991) is deze plek voor wonen bestemd. Het ontwerp voor het appartementengebouw met 16 woningen (nrs. 34 t/m 49), ontworpen door architect Teo Bähler in 1996 kan gezien worden als een architectonische Januskop met enerzijds de veelzijdige en meerkleurige baksteenarchitectuur van het Tempsplein en anderzijds het toepassing van strak stucwerk als een knipoog naar de moderne architectuur van Peutz. Door gebruik te maken van prefab raamomrandingen, staand metselverband, en ronde profielstenen is getracht de belevingswaarde op ooghoogte aantrekkelijk te maken.

Ton van Mastrigt

Ing. A.E.F. van Mastrigt, (Valkenburg-Houthem,1944) studeerde architectuur aan de Limburgse Academie van Bouwkunst te Maastricht. Hij is stedenbouwkundige en was werkzaam als hoofd ruimtelijke ordening en stadsbouwmeester te Heerlen. Momenteel is hij verbonden aan SCHUNCK* een multidisciplinaire culturele instelling, gespecialiseerd in Moderniteit en Urban-Culture in de internationale hedendaagse kunst en cultuur. Ton van Mastrigt is lid van welstandscommissie in het district Midden-Limburg en woont in Heerlen.

2 gedachten over “Oog voor detail: Het Temsplein (2)”

  1. Op 8-11-1918 werd in Hotel P. Franck in de Stationstraat 21 de bouw van een Wijkgebouw met consultatie-bureau (Kapelaan Berixstraat) naast de Openbare Leeszaal in Heerlen door architect Jozef Seelen (Valkenburgerweg 14) aanbesteed (Limburgsch Dagblad van 31-10-1918).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.