Bron: Ramon van Opdorp

De mijnschacht

Dit jaar duiken wij het Nederlands Mijnmuseum in. Het museum – gelegen achter het Centraal station – heeft een uitgebreide collectie over het mijnverleden van Heerlen. Ieder museumstuk heeft zijn eigen verhaal. Hét museumstuk van het Nederlands Mijnmuseum is zonder twijfel de schacht zelf.

Bron: Rijckheyt.nl | Schachtbok van de Oranje-Nassaumijn I. Op de achtergrond het Centraal Bureau voor de Statistiek en het ophaalgebouw van genoemde mijn.
Bron: Rijckheyt.nl | Schachtbok van de Oranje-Nassaumijn I. Op de achtergrond het Centraal Bureau voor de Statistiek en het ophaalgebouw van genoemde mijn.

Het Nederlands Mijnmuseum is gevestigd in het schachtgebouw van schacht II van de voormalige steenkolenmijn Oranje Nassau I te Heerlen. Deze mijn zou uiteindelijk gaan beschikken over drie mijnschachten, schacht I (afgediept tussen 1893 en 1899, 254 m. diep), schacht II (1894-1898 / 470 m.) en schacht III (1905-1907 / 441 m.).

De schachten
Schachten vormen de levensaders van de mijn. Ze zijn nodig voor ventilatie, personenvervoer, kolen-, stenen- en materialentransport, voor elektriciteit – en persluchtverzorging van het totale ondergrondse bedrijf, voor de aanvoer van water naar de verschillende ondergrondse afdelingen t.b.v. de stofbestrijding en het afvoeren van mijnwater uit die afdelingen (omhoog pompen door de schacht).

Bron: Ramon van Opdorp
Bron: Ramon van Opdorp

Het afdiepen van schachten kost miljoenen en het duurt jaren voordat er een eerste bron van inkomsten tegenover staat. Zo werd de eerste steenkool bij de Oranje Nassau I mijn gedolven op 30 maart 1898. Dit eerste brok steenkool bevindt zich bij de collectie van het Nederlands Mijnmuseum (evenals trouwens ook het laatste brok steenkool van 31 december 1974).

Aanleggen van de schachten
De plek waar deze en de beide overige schachten is aangelegd is niet toevallig gekozen, daar is jarenlang exploratiewerk aan vooraf gegaan. Daarbij werd een terrein nabij de kom van de gemeente Heerlen, genaamd “Zeswegen”, het meest geschikt bevonden voor de aanleg van een mijnzetel. In oktober 1893 ging de aanleg van schacht I van start, een jaar later gevolgd door schacht II (en in 1905 door schacht III. Rond deze schacht is thans het nieuwe CBS aangelegd).

Eenmaal op diepte werden de schachten middels een ondergrondse mijngang met elkaar verbonden en was “de mijn” een feit. Gelijktijdig werd daarmee de “natuurlijke” ventilatie van de mijn gerealiseerd. Dit systeem werd bij alle Limburgse mijnen toegepast, ook tussen mijnen onderling (ON III / ON IV).

Rijckheyt.nl | Ondergrondse laadplaats van schacht 2 van de Oranje-Nassaumijn I.
Rijckheyt.nl | Ondergrondse laadplaats van schacht 2 van de Oranje-Nassaumijn I.

De mijnschacht was 24 uur per dag in bedrijf. Bij het wisselen van de diensten, telkens om de acht uur, was er een bedrijvigheid vanjewelste. In een klein halfuurtje moesten dan, tijdens het “personenvervoer” zo’n 500 man gelijktijdig naar beneden en naar boven. De snelheid van de liftkooi werd dan teruggebracht. De lift werd oorspronkelijk aangedreven door een stoommachine uit 1897 (nog te bezichtigen in het ophaalgebouw), in 1925 omgebouwd naar persluchtaandrijving.

Mijnpaarden
Mijnpaarden hebben ondergronds dienst gedaan tot ca. 1930. Ook zij moesten door de schacht omlaag worden getransporteerd, daartoe was een speciaal “tuig” ontworpen, dat onder de liftkooi werd bevestigd. Mijnpaarden maakten dezelfde diensten als de mijnwerkers en brachten de tijd tussen hun diensten door in de daarvoor speciaal ingerichte “paardenstal”. Ze verbleven veelal de rest van hun leven ondergronds.

Ook werden zij na verloop van tijd blind wegens het werken in een (toen ter tijd) nagenoeg onverlichte omgeving. Mijnpaarden werden gebruikt voor het transport van kolenwagens en materialen. Streng voorschrift hierbij was, dat zij slechts 10 wagentjes met kolen in één keer mochten trekken. Er waren paarden bij die konden tellen (?). Wanneer zij bij het aantrekken meer dan 10 maal de ruk van de koppeling tussen de wagentjes voelden weigerden ze een poot te verzetten.

De ON I in getallen
De totale kolenproductie van de ON I mijn gedurende haar bestaan van 1898-1975 bedroeg 31.978.000 ton steenkool. De kolenproductie is beëindigd op 31 december 1974. De laatste kolenpijler bevond zich onder kasteel Terworm op een diepte van 430 m. Gelijktijdig met de productie werden ook de ondergrondse pompinstallaties stopgezet. Sindsdien is het waterpeil gestegen van -430 m. naar -90 m.(eind 2011).

Sedert enige jaren wordt dit mijnwater in Heerlen gebruikt bij het Mijnwaterproject t,b,v. het verwarmen en afkoelen van gebouwen (o.a. het nieuwe CBS-gebouw).

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

One thought to “De mijnschacht”

  1. Wat een prachtig idee om de geschiedenis van ons mijnverleden op Heerlenvertelt te beschrijven. Mooi initiatief! Ik hoop dat er oud-koempels zijn die reageren en wellicht nog meer ( persoonlijke ) details kunnen aandragen. Misschien leuk voor de kleinkinderen om de verhalen die Opa beslist weet te vertellen met ons te delen indien opa niet zo handig mocht zijn met internet. Groetjes aan de initiatiefnemers. Ton.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.