De LTM terug in Heerlen

Onlangs is de AEC/Roset nr. 5730, een voormalige autobus van de LTM, teruggebracht naar Heerlen. Daarmee is een tweede vervoermiddel van dit vroegere vervoerbedrijf terug in de streek waar ze vele kilometers hebben gereden. De bus is nu eigendom van de Stichting Veteraan Autobussen (SVA) terwijl de ZLSM in Simpelveld tramwagen nr. 610 al enige jaren in bezit heeft.

Dat mijn eerste twintig levensjaren in Heerlen een onuitwisbare indruk op mij hebben gemaakt is wel te lezen in de verhalen die ik tot nu toe voor “Heerlen Vertelt” heb geschreven. Ondanks dat het al meer dan vijftig jaar is geleden dat ik mijn geboorteplaats verliet, weet ik er tegenwoordig meer van dan destijds. Enkele goede bekenden zorgen ervoor dat ik op de hoogte blijf van het een en ander.

Eén van hen is oud-Meezenbroeker Huub Giebels die mij o.a. vertelt over de ontwikkelingen met betrekking tot kasteel Schaesberg (Boereslot); een ander is Martin Hoogerwerf. Martin is voor mij de digitale encyclopedie over talloze onderwerpen en van hém vernam ik dat LTM-autobus 5730 is teruggekeerd in het zuiden.

LTM was de afkorting van de Limburgsche Tramweg Maatschappij die jarenlang het openbaar vervoer in Zuid-Limburg verzorgde. Tramweg Maatschappij? Jazeker, de LTM is in 1921 te Roermond opgericht met de exploitatie van enkele (stoom)tramlijnen in de omgeving. In 1922 werd de tramlijn Heerlen-Hoensbroek/SM.Emma overgenomen van de LESM en in hetzelfde haar werd de stoomtramlijn Maastricht-Gulpen/Wijlre-Vaals in bedrijf gesteld. In 1938 werd deze weer opgeheven. De lijn naar de Staatsmijn Emma werd later doorgetrokken naar Sittard. Bij de Emma kwam een zijlijn naar Brunssum. Ook werd een tramlijn aangelegd naar Kerkrade met een aftakking naar de grens bij De Locht. De elektrische trams hebben een grote rol gespeeld bij het mijnwerkersvervoer.

In 1945 verliet de LTM Roermond en vestigde haar hoofdkantoor in Heerlen. Het vierassige, door Beijnes gebouwde, LTM-Motorrijtuig dat bewaard is gebleven kwam in 1931 in dienst onder nummer 2610; in 1936 werd het omgenummerd in 610. Tussen 1949 en 1950 werden alle tramdiensten van de LTM opgeheven. De laatste tram reed op 14 mei 1950 vanuit Kerkrade naar Heerlen. Veel motorwagens en aanhangrijtuigen werden daarna verkocht o.a. aan de HTM in Den Haag.

Bron: Bert Nijkamp | Beijnes Motorrijtuig, LTM 610 In dienst van 1931-1951
Bron: Bert Nijkamp | Beijnes Motorrijtuig, LTM 610 In dienst van 1931-1951

Motorwagen 610 reed tot 1963 als HTM-tramstel 90 op de tramlijn naar Voorburg waarna de wagen buiten dienst ging. Hij werd weer zoveel mogelijk teruggebracht in de LTM-stijl en in 1965 naar Heerlen teruggebracht waar het rijtuig als statisch monument werd opgesteld bij de ingang van de oude remise aan de Grasbroekerweg. Toen die werd afgebroken verhuisde de wagen in 1973 naar Amsterdam met de bedoeling om daar ingezet te worden op een museumlijn. Dat plan is niet doorgegaan waarna de tram in het Spoorwegmuseum in Utrecht terechtkwam en daar wegkwijnde. Na nog enige omzwervingen werd de laatste tramwagen van de LTM eind 2005 opgenomen in de collectie van de ZLSM in Simpelveld. In november 2010 werd de LTM-610 weer met een dieplader naar Den Haag gebracht om daar wederom een gedaanteverwisseling te ondergaan om als HTM-tramstel 90 aanwezig te zijn bij een manifestatie van het Haags Openbaar Vervoer Museum in september en oktober 2011. Hopelijk dat de tramwagen daarna weer terug gebracht wordt naar z’n Zuid-Limburgse roots.

Zie voor de Heerlense jaren van de tram het artikel: De elektrische tram te Heerlen.

Bron: Bert Nijkamp | AEC Regal Mark IV/Roset, LTM 5730 In dienst van 1960-1980
Bron: Bert Nijkamp | AEC Regal Mark IV/Roset, LTM 5730 In dienst van 1960-1980

De AEC-5730
Ter vervanging van Crossley en Scania-Vabis autobussen, die na de oorlog het bedrijf weer op poten zetten, kocht de LTM in 1955 negen bussen van het merk AEC met een carrosserie van Roset uit Bergen op Zoom. In de loop van de jaren werden meer van deze bussen aangeschaft, in totaal 92 stuks. Twintig jaar later werden de laatsten uit dienst genomen, op één na, de 5730. Na een poos in de garages te Heerlen en Vaals te hebben gestaan, werd de bus in 1980 overgedragen aan de Stichting Museum Streek-en Stadsbussen, MUSA, te Amsterdam. In februari 2011 kwam de AEC-5730 op een dieplader terug naar Heerlen waar hij (voorlopig) onderdak kreeg in de voormalige VSL-garage aan de CBS-weg.

In 1978 fuseerde de LTM met de NAO te Roermond tot het Verenigd Streekvervoer Limburg (VSL) met het hoofdkantoor te Heerlen om vervolgens in 1995 samen met de Zuid Ooster uit Gennep als Hermes verder te gaan. Het hoofdkantoor werd verplaatst naar Weert. In 2006 won Veolia-Transport de aanbesteding voor openbaar vervoer in Zuid-Limburg en sindsdien doorkruisen bussen en treinen van dit Franse bedrijf het heuvelland. Aan de LTM herinnert nog alleen de LTM-weg en de LTM-vijver. Het is te hopen dat de Beijnes-tram nr. 610 weer terugkomt en samen met de AEC-bus 5730 voorgoed in Heerlen blijft.

Bert

Bert Nijkamp werd in 1941 in Heerlen geboren. Twintig jaar woonde Bert in Meezenbroek. Deze tijd was voor hem onvergetelijk. Na een (mislukte) start in de horeca diende hij zijn militaire dienstplicht te vervullen en in die periode was zijn gezin in 1961 naar Apeldoorn verhuisd. Na te zijn afgezwaaid, had hij een paar jaar een adm. functie bij een constructiefabriek om daarna als burger-ambtenaar in verschillende technisch/ administratieve functies bij een TD-eenheid van Defensie zijn brood te verdienen. Al sinds zijn jonge jaren schreef hij graag en was hij geïnteresseerd in historie. Zowel voor die constructiefabriek, als voor zijn militaire werkgever heeft hij verschillende artikelen geschreven. In 2010 schreef Bert samen met een oud-collega een boek over over “150 jaar Kamp Nieuw Milligen”, een militair complex midden op de Veluwe. Ze hebben er twee jaar aan gewerkt. En in 1991 kwam een door Bert geschreven boek uit over 75 Jaar Apeld. Chr. Mannenkoor (zie www.acm-apeldoorn.nl) waarvan hij al jaren lid was (de basis voor zijn liefhebberij voor mannenkoorzang was n.b. bij het K.H.M. St. Pancratius gelegd!). Bert is op 10 oktober 2012 in Apeldoorn overleden.

14 gedachten over “De LTM terug in Heerlen”

  1. De AEC Roset zeg maar de LTMer 5730 is naar mijn mening een stukje cultureel en industrieel erfgoed wat niet verloren mag gaan, waarschijnlijk zelfs de enig overgebleven in zijn soort. AEC bestaat niet meer, de bouwer Roset bestaat niet meer en de LTM is ook niet meer. Ik heb mij als vrijwilliger aangemeld om de 5730 in zijn oude luister goed geconserveerd te herstellen. Helaas zal dit hoe dan ook veel geld gaan kosten en de stichting SVA bepaald of dit “project”al dan niet doorgaat. Laten we hopen van wel.

    1. Ik ben bezig met het bouwen van een modelbaan in HO tijdvak lll.
      Het is de bedoeling dat bussen van de LTM hier een rol in gaan krijgen.
      Nu ben ik op zoek naar alle info die kan helpen dit project te laten slagen dus, tekeningen, originele kleuren van de AEC bussen en de Leyland bolraam bussen en eventuele logo’s uit de 60 er jaren.
      De modellen van de zg bolraam bussen zijn er al. Nu de originele kleuren en logo’s. Wie helpt.
      Mail mij gerust fboost@hotmail.com

  2. LTM

    Omdat mijn geboortejaar 1951 is, kan ik mij nog goed herinneren, dat er tussen het station en het Royal-theater in Heerlen hier en daar tramrails in het asfalt te zien waren. Ook het plein verderop, dat als keerpunt van LTM buslijnen diende, en daarachter de loods van Van Gent & Loos is nog bekend. Foto’s op internet doen al deze herinneringen weer herleven. Dank aan hen, die deze foto’s op internet zetten, zodat anderen er ook van kunnen genieten.
    Dat de LTM 5730 van het type AEC Regal Mk IV – Roset nog bestaat en nu in Heerlen is, heeft mij doen besluiten om mijn herinneringen m.b.t. het busmaterieel van de LTM op papier te zetten. Van deze LTM 5730 is een uitgebreide technische omschrijving te vinden op de site AEC Regal Mk IV – Roset / LTM 5730.
    Eind jaren 1950 waren inderdaad Crossley-bussen in dienst bij de LTM. Ik kan me nog herinneren, dat deze bussen over een aparte en afgescheiden chauffeursruimte beschikten met daarin een afgedekte motor. De bediening was gebruikelijk voor die tijd, traditionele koppeling met dubbel klutsen, schakelen met een pook en geen stuurbekrachtiging.
    Ook beschikte de LTM toen over een kleine serie bussen met een chassis van Scania-Vabis en een carrosserie van Roset, namelijk de serie 501 – 508. Diverse foto’s zijn op internet te vinden. Bij deze bussen zat de chauffeur niet meer apart, maar de bediening was nog wel conform die van de Crossleys. De motor lag naast de chauffeur en stak door de vloer. Hij was wel afgedekt, maar desondanks zorgde dat voor een enorme herrie in de passagiersruimte. Kenmerkend voor deze bussen waren de geknikte voorruiten en bij de meeste was slechts een dubbele deur aanwezig aan de voorzijde t.b.v. in- en uitstappen. De carrosserie was midden-groen van kleur met onder de raampartij een donkergroene band, waarin het serienummer was aangebracht.
    In de tweede helft van de 1950er jaren zijn de eerste bussen van het type AEC Regal Mk IV – Roset in dienst gekomen bij de LTM, de serie 5600 met lage nummers. Op internet zijn foto’s te vinden van de 5618, 5626 en 5643. Bij deze bussen lag de motor liggend onder de vloer tussen de voor- en de achteras. Ook dit type had nog de traditionele koppeling met pookschakeling. De voorruiten waren ook hier geknikt, maar er waren nu zowel voor als achter dubbele deuren aanwezig. De verlichting vooral aan de achterzijde was eenvoudig. Ook hun carrosserie was midden-groen van kleur met onder de raampartij de donkergroene band met het serienummer.
    Een volgende serie was de serie 5600 met hoge nummers. Zij verschilden in zoverre van de bussen met lage nummers, dat ze vlakke voorruiten hadden, zie de 5698 op internet. De donkergroene band onder de ramen was verdwenen en de verlichting was moderner.
    Zoals op de site van de LTM 5730 is te zien, bestond de laatste serie AEC’s uit de nummers 5713 – 5752. Op internet zijn foto’s te vinden van de 5730, 5731, 5740, 5742, 5744 en 5752. Deze bussen waren beduidend moderner dan hun voorgangers. Zij beschikten over een automatische koppeling en het schakelen gebeurde d.m.v. een bedieningskastje aan de stuurkolom, de schakelpook was verdwenen. Of de hele serie hiervan was voorzien, weet ik niet meer zeker, in ieder geval de bussen vanaf nummer 5720 of 5721 wel. Aanvankelijk waren zij middengroen van kleur, maar op de foto van de 5752 is te zien, dat verschillende bussen uit deze serie in de loop van de tijd veranderingen hebben ondergaan, zoals het toevoegen van een beige band aan de onderzijde en rubberen lappen in de wielkasten om spatwater te voorkomen. Ook het logo is diverse keren gewijzigd.
    Voor de stadsdienst beschikte de LTM over een aantal bussen, die ook door Roset waren gebouwd, maar dan op een chassis van Büssing. Zij leken daardoor veel op de serie 5713 – 5752, maar waren korter. Ik weet niet meer welke nummers zij hadden, ik vermoed 601 – 605.
    Begin jaren 60 heb ik vanuit mijn woonplaats Bocholtz het Bernardinuscollege in Heerlen bezocht, aanvankelijk veelal met het openbaar vervoer, later per fiets. ’s Morgens ging het om 7.50 uur met lijn 3A naar Heerlen, waarvoor meestal een 5700 werd ingezet met vaak als versterking een 5700 en/of een 5600 met een laag nummer. Echter een vast patroon van deze versterkingsritten was niet te ontdekken, want ook werd wel eens een Scania ingezet of een Büssing van de stadsdienst. Tegen de avond ging het dan weer naar huis met lijn 1 met een 5600 met een hoog nummer. Spectaculair op het traject van lijn 3A was de weg tussen Terwinselen en Molenberg. Hier werd de vering van de bussen behoorlijk op de proef gesteld, door de mijnverzakkingen was het wegdek niet overal even vlak. Bij voldoende snelheid haalden we achter in de bus wel eens het plafond.
    In deze tijd werd door de LTM een dienstregeling uitgegeven met daarin vaak foto’s van het materieel. Onderzoek wees uit, dat het archief van de LTM naast de gebruikelijke documenten een grote hoeveelheid fotomateriaal bevat. Dit archief blijkt zich nu te bevinden in het Regionaal Historisch Centrum Limburg te Maastricht onder het archief code nummer EAN 0765 NV Limburgse Tramweg Maatschappij. Waarschijnlijk is het niet gedigitaliseerd, de foto’s zijn helaas niet per computer in te zien.
    Verder waren tot voor kort op internet foto’s van materieel van de LTM te zien onder de titel “De LTM, even terug van weggeweest” op de site van Fotopic, geplaatst door o.a. andre 2776, maar deze zijn niet meer te vinden.
    In 1962 ging de LTM qua materieel over op Leyland – Verheul en in 1969 op DAF – Verheul. Hierover wellicht later meer

    1. Sinds 22-10-2016 is er ook weer een andere LTM bus terug op Limburgse bodem.
      Het gaat dat om de ltm 6-137 Leyland den Oudsten bolramer uit 1966.

      Ze is door mij als particulier opgekocht en zal worden gerestaureerd met hulp uit Rotterdam, Den haag en Hoogezand.

      Momenteel staat ze gestald bij Stadsbus Museum Maastricht, dit museum ook mede door mij opgericht zal opgaan in het Limburgs Bus Museum.

      We hopen dat ze weer snel kan rijden.

  3. De afkorting LTM betekende niet alleen Lieveling Tot Morgen, maar als jongens onder elkaar zeiden wij ook: Lekkere Tieten Melk (wist ik veel wat dat betekende).

    A. Weijts

  4. Voor de IAO hadden we als afkorting:

    Instappen Anders Ophoepelen.

    Voor de NV IAO hadden we als afkorting

    Niet Voelen In Andermans Onderbroek

    A. Weijts

  5. Hallo kan iemand zich de remise herinneren waar de trams en de bussen stonden.Ik woonde in Meezenbroek en zat op de St Anna school .In of direct na de oorlog moesten wij naar de Grasbroekerweg naar school .Omdat het via de tram remise korter was liepen wij via de Meezenbroekerweg door het veld naar de tram remise naar school `t mocht niet maar we deden het wel,gr A Spoelstra

  6. dames en heren
    wie kan mij informatie verschaffen over Jan Verspagen
    Hij was buschauffeur de de LTM/ VSL
    aan eind van zijn carrière heeft gewerkt als dienst geleider op busstation in Heerlen

  7. Die is er nog ;ff dit Bus 5730 AEC daar was ik ff Conducteur op van 24 Sept 62 tot mrt 1963 daarna als chauffeur . Ben in Heerlen geweest tot Jan 1970 en toen naar Sittard tot 3 Mrt 2001 dus ik ken veel chauffeurs v Hln Sit Vls Gulpen en Roermond ook

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.