Mijn jeugd op de Benzenraderweg (2)

Het tweede gedeelte van de Benzenraderweg was voor mij als jongetje van 4 of 5 al een stuk verder van de vertrouwde huisdeur waaruit het touwtje een tijdje gehangen heeft.

Dit is deel twee van het artikel: “Mijn jeugd op de Benzenraderweg“.

Naderhand werd dit niet veilig bevonden, want inbraakgevoelig. Niet, dat er bij ons veel te halen viel ‐ zoals dat bij velen in die tijd het geval was ‐ maar dat kon je pas merken, als je binnen was. En dan viel je vaak niet meer op. Bovendien kon iedereen naar binnen, als hij zich gewoon aanmeldde door te bellen of soms te roepen. Soms werd dan de sleutel van de eerste verdieping naar beneden gegooid. Het was bovendien de tijd, dat mensen wel eens uit het raam hingen om met elkaar te babbelen. Je had geen balkon en geen tuin en je wilde ook wel eens wat. Ik geef toe, dat geleund op een hark of bezem rijker toont.

Mijn geboortehuis op nummer 20. Met die vier dezelfde ramen boven de winkel met de ronde etalage. Rechts is het huis van Quint, links naast de inham, de huizen van mijn oma Frederikx, waarin een zus van mijn moeder woonde (18a) en een broer van mijn moeder met vrouw (tante Rie) en kinderen (18) en wij natuurlijk (scheelde een hoop gereis).  Links naast ons het huis van Saelmans, de  rijwielhandel (22). Links daarnaast herinner ik me de namen Willems(en?) en Erven en helemaal links, met erker, Lucassen, (met de Teckels). Tegenover deze huizen lag het weiland.
Mijn geboortehuis op nummer 20. Met die vier dezelfde ramen boven de winkel met de ronde etalage. Rechts is het huis van Quint, links naast de inham, de huizen van mijn oma Frederikx, waarin een zus van mijn moeder woonde (18a) en een broer van mijn moeder met vrouw (tante Rie) en kinderen (18) en wij natuurlijk (scheelde een hoop gereis). Links naast ons het huis van Saelmans, de rijwielhandel (22). Links daarnaast herinner ik me de namen Willems(en?) en Erven en helemaal links, met erker, Lucassen, (met de Teckels). Tegenover deze huizen lag het weiland.

Het was bij ons wel eens een “zoete inval” zoals dat genoemd wordt. Vriendjes van mij en van mijn broer en nog meer vriendjes, ” echte” en zomaar, van mijn zussen. Wij hebben vier dochters en, zoals ze wel eens zeggen: als je meiden hebt , komen de jongens vanzelf. Die kwamen tóen ook, liepen weliswaar vaak een blauwtje, maar namen weer vrienden mee, die het ook wel gezellig vonden. En zo hadden we een groot gezin. En ik mocht mee kaarten. En soms (nog) wat langer op blijven.

Van de Welterlaan tot aan de Aarweg
Ik herinner me een hoekhuis, ingang, geloof ik, “Welterlaanwaarts” gekeerd. Van die huizen met muurtjes ervoor en een klein voortuintje. Vond ik sjiek, bij ons stond je zogezegd meteen op straat of in ieder geval op de stoep als je buiten kwam. Je kon er ook op klimmen en lopen. Op de meesten zat een ronde stang, of soms vervaarlijker een driehoekige stang en soms‐ misdadig‐ prikkeldraad eromheen gedraaid, zodat je één voetje links en het andere rechts moest houden. Dan al spoedig bakker Lenoire. In de winkel stonden geloof ik, zoals nu nog vaak, een paar vrouwen (in mijn ogen) (dochters geloof ik?). Ik vond het er altijd wel gezellig, je hoefde nooit lang te wachten en volgens mij gingen wij meestal daarheen , als er wat te vieren viel, of gewoon afwisselend met de ene keer naar Pelt of van Birgelen op respectivelijk de Bekkerweg en de Nobelstraat. Dan een paar huizen met iemand die na later bleek ook op het Bernardinus doceerde en een huis met een advocaat of procureur. Er hing een bordje aan de gevel, ik wist absoluut niet wat het betekende, maar ik was wel onder de indruk. Wel, dat er een meisje woonde of in ieder geval ernaast met lange bruine haren. (Iets met Felden?) . U snapt, ik was er in stilte verliefd op platonisch, want ze was véél te oud. Op z’n minst 12.

Ongeveer in het midden had je een klein steegje (of was het gewoon een gangetje of een dubbele deur als je daar een paar meter in liep, dan kwam je bij een schoenmaker, Ik weet niet meer, hoe hij heet, wel, dat we er vaker iets gingen halen of brengen. Mijn vader had zelf nog een leest (overgehouden van de zaak van zijn vader) en plakte zolen en hakken en had daarbij altijd kleine nageltjes tussen zijn lippen, iets waardoor ik het prettiger vond, dat hij onder het werk niet met me praatte. Nieuwe schoenen kregen om “de brand” eruit te halen een nacht natte kranten. Als wij naar die schoenmaker gingen, moest er wel iets bijzonders zijn.

SÍBEMA
Na weer wat huizen kwam aan het einde Síbema. Dat was weer een bakker (?) hij heette niet zo, maar voor de deur stond een kleine vrieskist en daar stond het op , met grote letters: SIBEMA. Pas jaren later, begreep ik, net als bij “De MEIKERS”, dat het niet om de naam van de eigenaar ging. Ook bij mijn vraag “Mam, maag ich ee ieske hoale beij Síbema?” werd ik nooit gecorrigeerd . Ook hier, die heerlijke onvolprezen rechthoekige ijsjes met wafeltjes in een papiertje. Ze kosten, net als in de speeltuin oude Lindestraat een dubbeltje. Je kon er ook van die dubbele ijslollies‐ waterijsjes in klumpkeskluurkes‐ halen. Daar zoog je dan het zoete sap uit en vervolgens hield je grijzige ijsstaafjes over, die je op een warme dag tegen je voorhoofd hield en dan opat. Als je zuinig was of niet te gretig, brak je ze in de lengte en bewaarde het andere gedeelte (heel even). Of iemand anders kreeg de helft. Maar dan moest je erg verliefd zijn.

De linker kant
Van de andere (als kind reken je altijd vanuit de voordeurkant) ‐de linker‐ kant van dit tweede gedeelte Benzenraderweg herinner ik me alleen, dat er een garage was (was dit naderhand een soort Quick‐fit?) Nog later verrees er het politiebureau. Zijkant en uitgang voor auto’s met slagboom toen was ik inmiddels (bijna?) 10. Op de hoek , aan het einde, de kapper (?), waar mijn moeder weleens heen ging en mijn schoonmoeder zo lang als ze kon (en dat is nog niet zolang geleden).

Belangrijker was, dat je aan het einde links naar het Bekkerveld kon, want daar kon je lekker voetballen, en naar rechts naar het Aarveld want daar kon je geweldig fietsen en tientallen routes maken door straten met welluidende maar toen nog niet uit te spreken namen.

Niet altijd is de reis belangrijker dan het doel…
In dit geval bijvoorbeeld. Het tweede gedeelte Benzenraderweg was het tussenstukje naar het derde gedeelte. Ik denk, dat voor mijn vader de weg naar het café van Hub en Maria (?) Schoenmakers de meest gelopen route was. En dat hij die blindelings heeft kunnen lopen. Ik zeg dit zonder ironie of wrange gevoelens maar met ontroering. Maar daarover wellicht later meer…

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

35 gedachten over “Mijn jeugd op de Benzenraderweg (2)”

  1. leuk Wim! I
    k weet zelf weliswaar niet veel uit die omgeving maar ik kan me zo voorstellen dat jouw beschrijving veel herinneringen bij (ex )buurtbewoners oproept. Groetjes. Ton Otten.

  2. Hoi Ton, ik ben zelf erg benieuwd naar reacties van oud buurtgenoten. Uit jullie buurt komen meer reacties, lijkt me wel gezellig te zijn geweest. Merk, dat me langzaam meer te binnen schiet. Ook soms vergissingen in namen (bijv van Kempen i.p.v. Kemps. Maria schoenmakers en Hub, maar ook Johanna Sch. De Schoenmakers waren geloof ik twee broers,maar ik weet de combinatie met echtelieden niet meer. Wel, dat mijn vader beide mocht. Enfin, we komen er wel. Groet, Wim.

    1. Ik wil hierop reageren. ik ben de echte stamhouder van de Schoenmaekertjes. Mijn opa is Jan Willem gehuwd met Agnes Kerckhofs. De zonen zijn Louis gehuwd met Anneke Aretz . mijn ouders . Dan Charel gehuwd met Mannie, hadden het verhuisbedrijf. Joep met Mia Lemaire, Frans met TIeny Ritzen, Hub met Johanna Horsch, Jacques met Mia Swelsen. die laatst vier genoemden hebben nog het café gedreven. Bertha met Sjeng Rosenboom, der sjoester. Bertha is als tweede telg geboren in dat gezin .
      Opa noemde men der sjumpe. Hij kon goed schelden en volgens mij is dat ontleend aan het woord schimpen betekent: afgeven, honen, schelden. ik ga er van uit dat men dit woord heeft verlimburgst tot sjumpe.
      Opa heeft nog als koetsier vroeger gewerkt bij Mobers Verhuizingen en bij de Amstelbrouwerijen. Heb de familienamen van de aangetrouwden even niet gecontroleerd op de spelling

      1. sjumpe… cafe schoenmakers, kickeren en biljarten, plus info vd de bekkerveld voetbal elftallen… daarnaast kwan later nog een kleine frietten-cafetaria zaak… wie weet dat nog ?

  3. Beste Wim.
    Prachtige stukjes,heel veel oude herinneringen komen weer naar boven.
    Mijn zus,Marianne die in New York woont,belde mij heden heden hierover.
    Overigens Wachelder was in dienst bij de Staatmijnen en Wijsbek had het taxibedrijf.
    Veel succes met het vervolg.
    Met viendelijke groet,
    Rob Quint.

    1. Hallo Rob,

      Zou jij mij even het nr van marian kunnen geven ,wilde haar in NL ontmoeten maar heb de gegevens niet.tel 0515419192

      Vriendelijke groet Gerrie Jongen

  4. Hallo Rob, dank voor je reactie. Leuk van je te horen en inderdaad: Marianne en Wijsbek, dat zijn de goede namen, zo sprokkel je je verleden weer correct bijelkaar.
    Het zou leuk zijn, als jullie ook eens in je herinneringen graven en anderen deelgenoot daarvan maken. Het was best een levendig geheel daar bij ons, op de benzenraderweg. Overigens, hebben jullie foto’s van het weiland? Ik groet je en wens jou en die je lief zijn gezondheid. Wim.

  5. Hallo Wim,
    Ik heb ook mooie herinneringen aan de Benzenraderweg.In de wei van boer Claasen (?) heb ik heel wat gespeeld.Overigens moet er nog een foto zijn waar wij beiden opstaan bij het huwelijk van je tante Lilian.Ik zal er eens naar zoeken.Het zijn overigens mooie opnames van de Benzenraderweg.
    groeten van Yvonne.

  6. Hallo Wim,

    Ook ik heb leuke herinneringen aan de Benzenraderweg. Heb er veel gespeeld vooral in de wei van boer Klaassen (?). Ik heb nog ergens een foto waar we beide opstaan bij het huwelijk van je tante Lilian. Ik zal er eens naar zoeken.

    Groeten,

    Yvonne

  7. Hallo Yvonne,
    Wat leuk, dat ook jij reageert. Wellicht heb jij aanvullingen en zin c.q. tijd om een stukje Heerlen te doen herleven.
    Terugdenkend herinner je je steeds meer. Maria Zimny bijvoorbeeld kwam eens van turnen, waar mijn zus ook bij zat of van een les van school en riep uit de verte naar mij dat Annie, mijn zus, gevallen was en een arm gebroken had. Als bomenklimmer stond “breken” voor mij gelijk met “iets is van iets groters af”. Ik ging dus naar huis en riep: “üt Annie hat inne erm aaf!!” Mijn arme ouders moeten zich rot geschrokken zijn. Enfin…
    Geluk en gezondheid voor jou. Groet, Wim.

  8. Leuk hè, deze nostalgische site. Ik ben haast geneigd te zeggen “de goede oude tijd”. Het was voor óns in ieder geval merendeels een mooie tijd waar we nu, na tientallen jaren graag op terugkijken. Dit gezien de reacties. Velen wonen niet meer in Heerlen, maar vergeten doen we onze jonge jaren in het vroegere Coriovallum niet, nietwaar?!
    Hartstikke leuk ook de stukjes in dialect; wij spraken thuis niet “plat” dus heb ik het nooit geleerd. Lezen gaat gelukkig prima….dus mooi doorgaan. Groeten van Bert Nijkamp uit Apeldoorn.

  9. Als oud bewoner van de Benzenraderweg, schuin tegenover café Schoenmakers, met de friture ernaast.. Leuke herinneringen aan de Benzenraderweg, vooral in de tijd dat de wijk Aarveld gebouwd werd en dat bouwterrein een onuitputtelijke vooraad aan bouw materiaal voor hutten opleverde. In jouw verhaal had je het over een schoenmaker, dat was volgens mij Roosenboom…
    Groeten
    Frans

    1. Hallo Frans,

      De schoenmaker was mijn vader, de friture van mijn moeder, en het cafe van mijn grootouders. Wat leuk om die tijd weer op te halen, en heel leuk om te lezen.

      Groetjes, Mariëtte

  10. Op bezoek bij mijn oudste zusje Wies in Engeland. Zij maakt mij attent op het verhaal over de Benzenraderweg.
    Ik vind het leuk om te reageren.Het huis van Felder was ons huis 66A. Wij woonden er met 10 kinderen, het had 7 slaapkamers! Naast het hyuis was een grote poort met een deur erin, daardoor kwam je in de achtertuin. Die was heel lang en eindigde met een groot ijzeren hek aan een weiland met allemaal heerlijke fruitbomen. Daar mochten we niet aankomen, maar…..Er was een mijnheer Stroeken die aangesteld was als een soort opzichter, hij woonde een paar huizen verder. Als je dan toch in zo’n boom zat,kwam hij aanstormen en riep: onger die eppel oet. Zo klonk het tenminste.
    Wij zijn ook niet opgegroeid met dialect, want ons moeder was een Brabantse, maar nog steeds hebben wij met de broers en zussen veel plezier als we die dialectwoorden uit onze jeugd ophalen. Bij bakker Lenoir hebben wij heel wat uurtjes doorgebracht en niet alleen vanwege de heerlijke vlaaien, vers, warm, zo uit de oven.
    Dochter Diana stond in de winkel en vroeg dan:”Wat had U graag gehad?”
    De vrouw van taxibedrijf Wijsbek had een mannenstem, dat gaf regelmatig verwarring.
    Naast ons kwam opgegeven moment de fam.den Ouden wonen. Ze waren protestant. Ons vader zei dat ze ook protestante kippen hielden in hun achtertuin.
    Naast schoenmaker Rozeboom woonde de fam.Gulikers. Mevrouw Gulikers was Duitse. Ze riep tegen de kinderen die in hun tuin speelden:” Ja van de wesch weg ik beja een ongeluk aan jullie”
    Wij hadden een vader die voor de vele regelmatige passanten bij namen had, zoals “zeembotram” tzingvoorzwei” (iemand met voeten in spreidstand) het kippetje (een overbuurmeisje die kittig liep)er was ook een man die had “een gezicht als een m islukt kadetje”
    Wij hebben er een heerlijke tijd gehad. Ik denk graag terug aan mijn jeugden ben mijn ouders dankbaar ervoor.
    Ik woon nu aan zee en dat is voor een zuiderling ook heel bijzonder.

  11. De garage op de Benzenraderweg was van Dhr Claessen(?) een Citroën garage met die mooie Traction Avant. In die tijd hadden de auto’s nog provinciale nummerborden. Voor Limburg was het de P. Ik weet dat een van die Citroëns het kenteken P-2205 had. Later is dit bedrijf naar de Looierstraat verhuisd. Het autoverhuurbedrijf Limburgia (van Wiel Hambeukers) is er voor in de plaats gekomen.
    @Riet, die familie naast ons heette Klijsma, daarna is de familie Verouden daar komen wonen. Op nummer 66 woonde de familie Ritzen, vrachtautovervoer. Op 64 woonde de familie Maanen, Dhr Maanen was lid van de 2e kamer voor de KVP. Nr 62 woonde fam Lahaye. Mevr. Lahaye had aan een voet een schoen met verhoogde zool. Die moet nogal zwaar geweest zijn, want regelmatig stond ze bij ons onder de poort te rusten. Haar oudste zoon Piet(je) Lahaye heette eigenlijk Schrömkens (?). De jongste zoon heette Hennie. Daarnaast was er de familie Lenoir, de bakker. Daarnaast de familie Verhoef (of van der Hoef), die denk ik de eerste TV hadden. Mochten we op woensdagmiddag gaan kijken naar Lassie en dat soort programma’s.
    Daarnaast, op de hoek met de Welterlaan woonde de familie Hassing, hij was rechercheur bij de “Geheime Politie”.

  12. Op de hoek bij de Aarweg was de snoepwinkel van Spiek. Als je een of andere vreemde munt had ging je proberen om er iets voor te kopen bij Spiek. Meneer Spiekers(?) was slechtziend en hield de munt vlak voor zijn ogen om te zien of het wel een geldige munt was. De kruidenier was aan de overkant van de weg – de VIVO – van de familie Geelen (?) Dit was op de hoek van de Mgr Savelberghstraat.
    Achter ons huis, zoals mijn zus Riet al heeft geschreven was het een groot weiland, met fruitbomen, koeien, paarden (van de Melkfabriek de Mijnstreek op de Eurenderweg), de kippen van diverse families liepen er ook rond. Je kon kijken tot aan Welten, de Hoeve de Aar was toen de enige bebouwing. Begin jaren 50 is men begonnen met de aanleg van het Aarveld en toen ik een jaar of 10 was zijn we van de Aloysiusschool aan de van Laan van Hövel tot Westerflier naar de St Tarciciusschool op de Aarweg verhuisd.

    1. Hallo Ed,

      Dit verhaaltje had ik zelf kunnen schrijven met dat muntje enz
      Met Piet,je broer ? ben ik vroeger nog bevriend geweest.
      Wij zelf woonden op nummer 128B vanaf 1940
      Leuk om weer eens iets van de Benzenraderweg te horen.

      1. Lei, je naam komt me bekend voor maar vooral vanwege verhalen thuis. Broer Piet is in 1956 naar de Verenigde Staten verhuisd en woont daar nog steeds. Aanstaande 2 januari (2015) wordt hij 80 jaar.
        Ik zal hem de groeten doen.

  13. De reactie van Ed Bardoul d.d.29-5-2012 inzake een garagebedrijf het volgende.In de jaren 1930 was mijn vader chef in de Fordgarage van de Heer Wieleman in de Benzeraderweg.Ik zelf was toen 3 jaar oud en zat met mijn broer op de kleuterschool.Mijn herrinnering is dat we een grote wei over moesten steken om op dat schooltje te komen.Ben afgelopen weekeinde in de Benzeraderweg gaan kijken maar heb jammer genoeg niets wat mij bekend voorkwam te rug kunnen vinden.(jammer)
    Ik ben inmiddels 83 jaar en zou graag willen weten wat er van dat garagebedrijf geworden is.Wie kan mij daar mee helpen ? ? ? ? ?

    Met vr.groetjes FamP.Meijer uit Bergen op Zoom

  14. Sjoeën um al die verhoale van der Benzenroaderweg te mage leëze!
    Ich zelf woeënde op nummer 76. Links va os woar d’r drogist St. Anna va d’r Vleugels. En inderdaad, ut woar miene opa deë die jonge van d’r Bardoul oet de beum hoalde. Althans dan han ich gehoeëd. Ich waor zelf nog inne schneusel oet 1946.
    Alle naame komme vuurbei. D’r bekker Lenoir. Ut cafe van d’r Schjumpe (Sjaak Schoenmakers) en ut fietsenbedrief van d’r Saelmans. (D’r Zwjatte vanwege zieng zwjatte hoare).
    Geweldig sjoeën um dit nog ins te beleeve. Apropos, de Benzreunie woar fantastisch. Bin vöal van die auw meedjes en junkskes werrum teëgegekómme.
    Hoät uch goat! Wil Stroucken

    Wil.

  15. Als kind heb ik in het weiland , achter het huis van de familie Bardoul nog in de zelfgemaakte ondergrondse hutten gezeten. Volgens mij gebouwd door Frits en Kees Bardoul. Leuk om die verhalen te lezen. Mijn vader huurde in de 1e jaren dat wij in Heerlen woonden (1953) altijd een auto bij het garagebedrijf t.o. Bardoul. hoek Dr. Jaegerstraat/Benzenraderweg. Wiel Knipa woonde in de dr Jaegerstraat. Ik liep daar wel eens extra langs als ik op weg was naar de familie Kisters (van de HTS).

  16. Wat een gewelidige verhalen over de Benzenraderweg. Heb hier zelf vanaf 1956 tot 1969 gewoond tegenover de oude Spiek. Later werd dit Bischeroux, hoe het nu heet weet ik niet.
    Kan me nog heel goed herinneren dat het Aarveld werd gebouwd. Geweldig spelen in de in aanbouw zijnde flats, maar inderdaad, oppassen voor de heer Stroucken. Want het waren uiteraard altijd dezelfde kinderen die daar rondstruinden.
    Café Schumpen was inderdaad ook zeer bekend.
    Kan de meesten die hierboven commentaar gaven nog wel, zeker van naam. Wij hadden thuis 8 kinderen, dus er kwamen veel kinderen bij ons over de vloer.
    Woon inmiddels al jaren in Gelderland, waar het trouwens ook mooi is. Kom niet meer zovaak in Heerlen, ondanks dat mijn dochter daar woont. Maar verhalen lezen erover doe ik graag!

  17. Ik zag toevallig de foto van Benzenradeweg 16 op deze site. Ik heb heel goede herinneringen hieraan, mijn oma woonde er. Naast haar woonde de familie Quint en familie Zimny. Mw. Zimny was een nicht van mijn vader, terwijl oma mijn moeders moeder was. Zo klein was Heerlen in die tijd. Jan, Maria en Treesje Zimny zijn van mijn leeftijd (Rob Quint was een paar jaar ouder en we hadden heel veel respect voor hem.) Ik heb een fijne tijd bij oma gehad: zij had een tv! En op woensdagmiddag togen we dan ook naar oma van de Benzenraderweg om kinderprogramma’s te kijken. Daar troffen we dan altijd veel neven en nichten aan.
    Ik vind de verhalen op deze site fantastisch en heb ze met veel belangstelling gelezen.

  18. Wat een vele bekende verhalen. Zelf woonden wij op nr. 107 tot 196 schuin tegenover sjumpe (café schoenmakers). Naast ons familie Maas en familie Pijls aan de andere kant met fam.Koper en Moers op de hoek bij de parkeerplaats met garages. Het pad naar de achtertuinen daar hebben we veel rondgestruind en gespeeld en hutten gebouwd bij de aanleg van het aarveld. De “rooie” (politieagent) van Welten zat menig keer achter ons aan als we daar ondeugd uit haalden.
    Bij Spiekers snoep gehaald en inderdaad zag hij geen verschil tussen Duitse munten of centen. Bij Logister altijd broodjes halen ’s morgens vroeg. De drogisterij verderop en de schoenmaker Roosenboom herinner ik mij ook nog.
    Bij de familie Maas mochten we tv kijken op woensdag (Ivanhoe).

    De familie Claessens van de citroen garage kende ik goed. De jongste dochter heette Mara, mijn schoolvriendin. Ze zijn inderdaad naar de Looierstraat verhuisd en later een fallisement zover ik weet. De familie heeft nog in Welten gewoond.

    Zelf woon ik in Almere en het is leuk om dit jeugdsentiment te delen!

  19. Hallo Wim Jongen,
    Wat een prachtige verhalen. Zelf heb ik op de Bongerd gewoond maar ben veel op de Benzenraderweg geweest. Het meisje waar U een beetje verliefd op was heette Karin Felder.
    Met vriendelijke groet,
    Ineke Vaessen

    1. Hallo Ineke,
      Fijn dat je de verhalen leuk vind!
      Helaas is mijn broertje in 2012 overleden maar hij zou gereageerd hebben.Zijn voor mij nu ook dierbare herinneringen om af en toe zijn verhalen weer te lezen
      Volgens mij hebben wij bij elkaar op de lagere school gezeten St Clara!
      Met vriendelijke groet

      Gerrie Jongen

  20. Hallo allemaal,
    Ik doe een duit in het verhalenzakje vanaf de Benzenraderweg 201, Wat hoger op dus!
    Ook ik verhuisde van de Aloysiusschool naar de Tarcisiusschool vanuit de 3e klas bij meester Op het veld. Ik liet meester Döll van de eerste klas en juffrouw Tempelman van klas 2 graag achter me..
    Als het over Schoenmakers gaat herinner ik mij dat mijn vader een grote zwarte Opel Kapitein van Schoenmakers kocht. Beest van ’n auto voor een zestienjarige…. Mijn vader had een klein metaalbedrijfje en was lang niet altijd in de gelegenheid zelf een bestelling op te halen of weg te brengen… Eerder kocht hij een Peugeot 203 van meester Poik. (?) Grote statige man die naast zijn Peugeot een áltijd voor de deur staande prachtige groene fiets had. Hij woonde wat verder weg tussen de Welterlaan en de Meikers. Mijn moeder kocht bij de Meikers met z’n mooie gevel dikwijls groente én de nog niet lang op de markt zijnde grote flessen Spa. Bloemen kwamen van Erven op de hoek van de Benzenraderweg en de Bekkerweg en ons brood van bakker Bunting, pal naast ons huis. Wie heeft Paultje Bunting niet gekend..? De familie Bardoul is mij natuurlijk zeer bekend. Ik had ooit nog les van vader Bardoel. Staatsinrichting, als ik het goed heb. Vlak bij de familie Bardoel woonde een zekere Gerrie, ’n lange knul die mij ooit een geweldige dreun met zijn rolschaats verkocht. Nooit geweten waarom, maar de jongen had een bijnaam die sterke overeenkomsten had met die van de man die niet heel lang daarvoor veel wereldleed had veroorzaakt. Afijn, machtige tijd van 1945 tot 1970 aan de Benzenraderweg. Pal tegenover het voetbalveld, dicht bij de Sint Hubertus verkennersgroep, vlak bij het Benzenraderbosje en de slee-genieke Bende, waar ik overigens regelmatig last had van de Rooie van Welten. In de winter stoof er geregeld een van Van Well en Goerke geleende motorkap, voorzien van diens berijders, van boven naar beneden. Spiek was overbekend van zijn dropsoldaatjes en suikerpapier. De Benzenraderweg was een prachtige uitvalbasis voor het Bekkerveld, voor Benzenrade en Welten, voor avontuurlijk Putberg met z’n Kalkovens en het in aanbouw zijnde Heezer- en Aarveld en natuurlijk – in latere jaren was er het – het weekendrondje Saroleastraat- Oranje Nassaustraat.
    Afijn, leuk te lezen allemaal.
    Overigens, ik schrijf op dit moment aan de geschiedenis van mijn ouderlijk huis op 201. (1943-1980) Als er iemand iets van dat huis weet dan is elk reactie zeer welkom.
    Hartelijke groet,
    John

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.