Bron: Collectiegelderland.nl | Reclame van Old Mac Sigaretten

Knippen en scheren in mijn jonge jaren

In een van mijn andere verhalen heb ik geschreven over de winkeliers aan het pleintje van De Voorzorg aan de Kasteellaan in Meezenbroek. Een van hen was de heer Bijlsma die twee beroepen uitoefende in een dubbel pand aan dat plein.

Bron: Rijckheyt.nl | Winkels op het pleintje in de Kasteellaan.
Bron: Rijckheyt.nl | Winkels op het pleintje in de Kasteellaan.

Aan de ene kant had hij een winkel waar rookwaren werden verkocht en in zijn andere zaak hanteerde hij als herenkapper de tondeuse en scheerkwast. Ik kwam wel in beide zaken: in de tabakswinkel om er Old Mac-sigaretten voor mijn vader te kopen en eens in de zes weken stuurde mijn moeder me naar de kapper. In mijn herinnering was het er altijd donker. Aan een lange wand was het kappersmeubel bestaande uit grote spiegels en een soort witmarmeren toonbank ervoor waarop de kapper zijn gereedschap kwijt kon. Ook waren er schappen waarop flessen en flesjes stonden. Ik herinner me nog dat één zo’n flesje “haarwater” bevatte. Nooit geweten wat dat was.

Bron: Collectiegelderland.nl | Reclame van Old Mac Sigaretten
Bron: Collectiegelderland.nl | Reclame van Old Mac Sigaretten

Een donkerbruin interieur
Ik weet echter niet meer of de kapper ook Brylcreem verkocht want ik denk dat hij het niet zo op had met de “vetkuiven” uit die tijd. Voor de spiegels stonden een drietal (?) donkerbruine zware houten kappersstoelen met een donkerbruin lederen kussen dat omgedraaid kon worden. Roken mocht toen nog overal en dat werd dan ook grif gedaan en als het pakje leeg was dan haalde de kapper wel even een nieuw pakje in zijn andere zaak. Al die jarenlange rookwolken zorgden natuurlijk vanzelf voor een donkerbruin interieur. Als je aan de beurt was voor de knipbeurt dan nam je plaats op (eigenlijk in) een van de grote houten stoelen. De kapper drapeerde een soort wit laken om je heen en kamde het haar eerst enigszins in model. Daarna haalde hij het te teveel aan haar weg door een handtondeuse over een kam te bewegen.

De “stoepeltjeskop”
Om mooie scherpe lijnen te krijgen gebruikte hij een scherpe puntige schaar. Dat gaf altijd een apart geluid maar als het te dicht bij mijn oren kwam was ik wel eens bang dat de schaar uitschoot. Soms kwam er een echt scheermes aan te pas om de nekharen weg te halen. Ik vond dat altijd best eng met dat vlijmscherpe mes. Daarna nam de haarsnijder een zilverkleurige metalen waterkan voorzien van een spuitmond met een rubberen slangetje en een soort knijpbal ter hand en maakte het haar nat. Dat werd daarna weer opgekamd en met een scherpe schaar werd het geheel keurig afgemaakt. Ik kan mij niet meer herinneren of er destijds nog andere “coups” waren dan de gebruikelijke. Het enige verschil was de kleur van het, al dan niet krullend, haar en de scheiding, links of rechts. Pas eind jaren vijftig kwam de “stoepeltjeskop” in zwang. Toen zich bij mij rechtsvoor een haarloos stukje schedel ontwikkelde vond ik dat spannend en interessant. Ik kon toen niet bevroeden waartoe dat uiteindelijk zou leiden. Het is maar goed dat een mens niet alles van tevoren weet want inmiddels is de gehele bovenkant van mijn schedel haarloos.

Paulus de boskabouter
Sommige mannen lieten zich bij de coiffeur (een deftig woord voor een kapper en bij sommigen stond dit woord in sierlijke letters op de etalageruit geschilderd) ook scheren, meestal op zaterdag. Dat was immers de dag dat ook wij, kinderen, in de wasteil moesten om te worden schoongeboend. Als een “grote man” bij de kapper geschoren moest worden keek ik vol ontzag toe. Ook hij kreeg een soort wit laken over zich heen en moest zijn hoofd achterover laten leunen op een hoofdsteun met verwisselbaar wit papier. Daarna nam de kapper een zachte scheerkwast ter hand, doopte die in een bak met van tevoren gereedgemaakt scheerschuim en zeepte vervolgens het halve gezicht van de man in. Hij leek dan wel Paulus de boskabouter. Ik denk dat de schuimlaag een poosje moest inwerken zodat een andere klant alvast ingezeept kon worden. Dan nam de kapper een groot scheermes ter hand en haalde dat enkele malen over een leren riem. (Ik snap nog steeds niet hoe een mes gescherpt kan worden met leer. De aan de deur komende “scharenslieps” werkten toch ook met een slijpsteen?). Met een specifieke stand van de kappershand, waarbij de pink meestal gestrekt naar boven wees, werd het witte schuim met daarin de geweekte baardstoppels van de huid gesneden. Soms ging het wel eens mis en moest bloed worden gestelpt. Uiteraard had de uitbater daar een probaat middeltje voor.

De scheerkist
Mijn vader liet zijn haardos eveneens bij kapper Bijlsma fatsoeneren maar zich scheren deed hij zelf en daarvoor had hij een scheerkist. Dat was een houten kistje van ± 35 cm lang en 20 cm breed waar aan de binnenkant van het deksel een scharnierbare spiegel was bevestigd. In het kistje werden allerlei scheerspullen bewaard zoals scheerkwasten, scheerzeep, houders voor verwisselbare scheermesjes en pakjes scheermesjes en ook een bakje voor water om de scheerkwast nat te maken en de scheermesjeshouder te ontdoen van schuim en gesneden haar. Natuurlijk sneed hij zichzelf ook wel eens en om de bloeding te stelpen legde hij er wel een sigarettenvloeitje op of streek er met een stift van een of andere substantie overheen. Ik denk dat het tijdrovende ritueel van het dagelijks scheren hem op den duur mijlenver de keel uithing want medio jaren vijftig schafte hij een elektrische Philishave aan, een nogal zwaar crêmekleurig geval met één scheerkop. Na zijn overlijden in 1959 heb ik dat ding nog jaren gebruikt want inmiddels was bij mij ook dons gaan groeien onder mijn neus en op mijn kin. Ik scheer me trouwens nog steeds met een Philishave; niet meer met dezelfde maar met een driekoppige.

Maar naar de kapper ga ik al jaren niet meer om de zes weken! ’n Keer of vier per jaar vind ik meer dan genoeg want, zoals gezegd, bovenop is weinig meer (weg) te halen.

Bert

Bert Nijkamp werd in 1941 in Heerlen geboren. Twintig jaar woonde Bert in Meezenbroek. Deze tijd was voor hem onvergetelijk. Na een (mislukte) start in de horeca diende hij zijn militaire dienstplicht te vervullen en in die periode was zijn gezin in 1961 naar Apeldoorn verhuisd. Na te zijn afgezwaaid, had hij een paar jaar een adm. functie bij een constructiefabriek om daarna als burger-ambtenaar in verschillende technisch/ administratieve functies bij een TD-eenheid van Defensie zijn brood te verdienen. Al sinds zijn jonge jaren schreef hij graag en was hij geïnteresseerd in historie. Zowel voor die constructiefabriek, als voor zijn militaire werkgever heeft hij verschillende artikelen geschreven. In 2010 schreef Bert samen met een oud-collega een boek over over “150 jaar Kamp Nieuw Milligen”, een militair complex midden op de Veluwe. Ze hebben er twee jaar aan gewerkt. En in 1991 kwam een door Bert geschreven boek uit over 75 Jaar Apeld. Chr. Mannenkoor (zie www.acm-apeldoorn.nl) waarvan hij al jaren lid was (de basis voor zijn liefhebberij voor mannenkoorzang was n.b. bij het K.H.M. St. Pancratius gelegd!). Bert is op 10 oktober 2012 in Apeldoorn overleden.

32 gedachten over “Knippen en scheren in mijn jonge jaren”

  1. Bert.
    Ja Bijlsma heeft ook mij geknipt als kind,deze kapper was dichtbij in de buurt,een dameskapper was Bernards aan de Schandelerboord en die was te ver weg. In mijn kindertijd ging je n.l. alleen overal naar toe, lopend, niks met een auto.
    Rechts naast de sigaren winkel was slagerij de Haan en links naast de kapper bakkerij de Haan, deze was bereikbaar via een grote poort achter de slagerij aan de Tooropstraat, je stak de binnen plaats over en dan was je bij de bakkerij, tegen de Kersttijd kon je daar je eigen gemaakte brood laten bakken.
    Naar de slager gaan vond ik als kind verschrikkelijk, er hingen halve dode koeien en varkens aan een haak aan het plafond en het rook er ook nog vies.
    Het had ook wel een voordeel, je zag wat je kocht, je hoefde het maar aan te wijzen.
    An

      1. Ben Groothuis heeft als eerste mens mijn haren geknipt in 1953.
        Die haartjes heeft mijn moeder in een enveloppe bewaard…..Heb ik dus nog, de haren zien overigens beter uit dan de enveloppe(!).
        Wij woonden toen nog in de Schandelerstraat, in 1958 zijn we verhuisd naar de Savorninlohmanstraat in Meezenbroek.

          1. Dag Wim,
            Zou wel eens willen weten hoe het met de dochter van kapper Weijts gaat.
            Ben vaker met haar uitgeweest. Zij werkte ook in de kapsalon van haar vader en moeder toendertijd.
            Ontmoette aldaar ook vaker Paul Haas, die een groothandel had in electriciteitsartikelen dacht ik?
            Graag reactie als je me meer kunt vertellen.
            Zou je heel dankbaar zijn en zal in geval dat zeker weer reageren!
            Alvast bedankt voor je reactie!

  2. Op het pleintje was ook nog een schoenenzaak of was het een schoenmaker ?? van de Fam Duinkerke hun zoon Freek zat toen bij mij in de klas op de nvs.
    Ook kan ik mij nog de radio en tv zaak met de naam tv70?? Herrinneren.
    Zijn dochter Anita Mekels is getrouwd met Rene Hoffman oud speler van Roda JC en oud voetballer van KEV.

    1. FRANK Moorer, toevallig kom ik die naam tegen, ik heb in Meezenbroek gewoond en daar Woonde Opa Moorer, dat was de Opa van mijn nicht Ria van Kan.Ria haar moeder was mijn tante Annie.Is dat soms Fam van U.?.A Spoelstra

    2. voor dat schoenmaker Duinkerken op het pleintje was,zat er vroeger in dit pand Slagerij de HAAN.
      de zoon van de schoenmaker heette Arie.Ik heb samen met hem op NVS gezeten.
      zijn vader had vroeger een zaak op de hoek van de Rembrandstraat-Jan Steenstraat.
      Arie is degene die de zaak op het pleintje heeft geopend.
      verder was er op het pleintje nog een protestans!!! gemeenschapshuis DE VOORZORG.
      verder was er nog een bakkerszaak van Heerlens Brood Fabriek.
      de bakkerij stond op de Schaesbergerweg tegenover het Kantoor van de LIMAGAS.

  3. Ik heb mijn vaders scheerkistje nog met spiegel en kwast! Ik krijg nu nog de kriebels als ik dit verhaal lees want mijn hele trui zat altijd vol met haartjes en dat kriebelde totdat hij in de was ging! Onze kapper had meestal een iets te botte schaar waardoor er meer haren werden uitgetrokken dan geknipt!
    Zeer leuk en mooi geschreven verhaal dat bij mij leuke en ook minder leuke herinneringen oproept!

    Groeten,
    Funs Goffin

  4. Op het pleintje, waar we vaak voetbalden, waren nog een paar winkels, zoals kruidernier Volkers (met dochter Truus), bakker Prickarts (weet niet of de naam goed geschreven is) en Bokking (naast slager Brouwer).

    1. Ja heel leuk om te lezen, die herinnering is zo mooi ….geweldige tijd maar dat zal wel met de jeugd te maken hebben we waren nog heerlijk kind..

      1. Hallo Nellie ,bedankt voor je leuke reaktie .Ik heb laats nog een stukje over de zusjes Bremen gelezen ,Sonja ,Zus.Met hun geëmigreerde zus Daisy heb ik nog wel kontakt.Ze woonde vroeger ook in de Der Kuiperstraat,zeg je de fam Grootjans ,de fam Hermse, de fam Nelis,de fam Koster,je iets ,we woonde allemaal in dezelfde straat.Misschien is dit voor jou tijd..Ik ben geboren in de Baron Mackaystraat,1937 .Gr,A Spoelstra

        1. A Spoelstra de naam Grootjans heb ik weleens gehoord mar de andere namen zeggen mij niets. Ik ben 1946 en kwam niet in contact met de andere kant van de Kasteellaan.
          Alleen in de Groen van Prinsterenstr speelde ik met Anke Knol.
          Misschien ken je daar haar oudere broers van. (Henk en Geert)
          Gr: Nellie

    2. Even een kleine correctie wat betreft de naam Bokking, deze winkel werd ten onrechte Bokking genoemd. De echte naam was Zweers en Zweers was getrouwd met Mevrouw Bokking.
      Meneer Zweers is al enige jaren geleden overleden, Mevrouw Zweers – Bokking woont momenteel in Douvenrade Valkenburgerweg Heerlen.
      Meneer Zweers heeft nog enkele jaren na sluiting van zijn winkel als uitvaartbegeleider gewerkt .
      Ikzelf heb in zorgcentrum Douvenrade gewerkt en regelmatig leuke herinneringen opgehaald met Mevrouw Zweers-Bokking.

      1. De naam Bokking was destijds wel terecht. De eerste eigenaar heette Bokking en had een dochter (Carry??).
        Hij reed ook met paard en wagen langs de deuren om garen en band etc. te verkopen in de aangrenzende dorpen.
        De dochter trouwde met de heer Zweers, die uit Amsterdam of omgeving kwam. Zij hebben de zaak dan later overgenomen, maar toen was ik al naar Amsterdam op school. Mijn ouders hebben ook jaren op Douverade gewoond. Misschien heeft U ze ook gekend??. met vr. gr. Cees

  5. en niet te vergeten dansschool Bestebroer op de kasteelllaan tegenover de helaas afgebroken Neutrale Volksschool.
    en verder was er op de kasteellaan nog CO-OP winkel,naast het kantoor van bouwvereniging Glück Auf.
    en op de mesdagstraat de gangwinkel van mevr,naam vergeten,voor ijs van Sibema en 1 en 5 centsnoepjes.
    in de tooropstraat was er nog een kruidenierswinkel. van de VIVO.
    op de mesdagstraat lag speeltuin Mezembroek met er achter het KEV-voetterrein,waar je op woensdagmiddag gewoon kon voetballen.
    aanvulling op vorige plaatsingen,de slagerij Brouwer is naderhand schoenmakerij van Arie Duinkerken gekomen.

  6. De gangwinkel was van mevr: Klos, en aan ’t einde van de volgende woningen zat fam: Kapel met ijs. Zelf denk ik dat fam: Kapel al was opgehouden toen mevr: Klos ’t had.

    1. Hallo Nellie Bremen, Ennie Breemen was mijn buurmeisje er was ook Agnes, Keetje, en Annelies, en5 of 6 jongens.In de Kasteellaan woonde ook de Fam Ubags, Grada , Sjaak.Hettie de Haan, Er woonde ook een Hennie de Haan in de Talmastraat.De meisjes v d Linde uit de Dr de Visserstraat zaten bij mij op school, de St Anna school in Schandelen.Jan en Joke Krop woonde in de Talmastraat Lilli Al.woond in de Dr Visserstr.Maar waar ik benieuwd naar ben is of er iemand iets weet overMirreille Ballieu woonde in de Heemskerkstraat…..gr A Spoelstra

      1. Hoi, A Spoelstra ’n paar zusjes van Ennie heb ik ook “gekend”omdat ze in onze kant van Meezenbroek woonde, n.l Franshalstraat. Fam Ubachs herinner ik me Sjaak en de kinderen Casimir op de naam van de oudste kom ik niet meer maar Marijke was ong: 2jaar jonger als ik .Fam: de Haan, daar weet ik Van dat ze ’n tweeling meisjes had.
        Hennie heeft ook in de Rembrandtstr: gewoond recht tegenover ons.
        Fam v d Linden ken ik niet. Joke Krop ken ik van naam omdat ik bevriend was met Anke Knol van de Groen van Prinsterenstr:.Mireeille Balieu, de achternaam ken ik vaag maar zal aan Annie mijn zus ‘ns navragen of zij iets weet. Tot zo ver dus en als ik nieuws heb meld ik me wel weer Gr: Nellie.

  7. De VIVO-winkel op de hoek van de Tooropstr.-Kastelenstr. was van de fam. Brouwer. Vlak naast de Co-op zaak woonde de fam. Ubachs. De heer Bokking (of Bokkink) van de manufacturenzaak naast slager Brouwer ventte vaak met paard en wagen vol band, garen enz. Op de hoek van de Jan Steenstr.- Rembrandtstr. zat ook een schoenmaker. Deze was doofstom (misschien zijn vrouw ook) en als jongen vond ik het altijd prachtig om te zien hoe zij met elkaar communiceerden. Mogelijk was dat
    Duinkerken die later naar het pleintje verhujisd is, maar dat weet ik niet zeker. Ik woonde destijds van 1936 (geboren) tot 1954 in de Dr. de Visserstraat. Weet uit die straat nog wel een paar namen, zoals
    fam. Vonk, fam. Jacobs, fam. Brüning, fam. Karsenberg, fam. van Dam, fam. Ham, fam. Peters, fam. van Ingen, fam. Laarmans, fam. Hamers,
    fam. Linnartz.

  8. Naast ons in de Dr. de Visserstraat woonde melkboer Roef v.d. Ham. Hij had geen winkel maar ging in Meezenbroek met melk langs de deur met paard en wagen. Dit deed hij in de ochtenduren. ’s Middags bracht hij zakken kolen en slam (of slem) rond, een weke brij van kolengruis. Hij was een bekend figuur in Meezenbroek. Een zoon van de familie
    Kars(t)enberg uit onze straat ging destijds als militair naar Indië en bij terugkeer was hun hele huis versierd en was de hele straat uitgelopen om hem te verwelkomen. Helaas overleed hij niet lang daarna door een auto-ongeluk. Bij ons achter in de tuin stond een hoge mast, vanwaar draden liepen naar alle huizen van het blok. Dit was voor de radio-distributie. Wij hadden destijds geen radio , maar slechts een luidspreker en een schakelaar en konden zo, geloof ik, 3 zenders ontvangen.

    1. Mijn broers Willem en Sjoerd de Wit zijn destijds ook in Indie geweest.
      Wij woonden op nummer 46 aan de Dr. de Visserstraat. Mijn Opa en Oma hadden een groentewinkeltje in de zijstraat van de Dr. de Visserstraat. Groenten werden ook met paard en wagen uitgevent door mijn Opa.
      Van de Berg was de naam van de groentewinkel.
      Geboren ben ik in 1930 op Kaalheide in Kerkrade maar vanaf mijn 7e woonde ik met mijn familie, vader/moeder 2 zussen en 2 broers op de Dr. de Visserstraat 46.
      Leuk dat ik deze site gevonden heb. Al die oude verhalen maken wel herinneringen los. Ben nu 82 en woon in Heerlen-Centrum.

      Ab de Wit

      1. Hallo; AB de WIT..
        Hier met Piet Barendsen. De Heugden 167 Heerlen.
        Ik had jou oproep, over jou vriend PIET gelezen. Heb jij hem inmiddels al gevonden? Ik had het aan Broer GERRIT doorgegeven.
        Op de 60 jarige BRUILOFT van Piet zijn ZUS PAULA en FRANS HEERENS. In VENRAAY. Zie ik PIET weer. Hij woont in FRIESLAND (SNEEK)
        Als je wilt neem Contact met mij ..

      2. Dag Ab, Wim van de Berg was volgens mij de laatste groenteman die groente ventte in Meezenbroek. Mijn oma, Heintje Boer van de Berg, en mijn opa, Hens Boer, woonden aan de Dr. de Visserstraat 7. Een broer van mijn opa, Ernst Boer woonde boven aan de straat en was schilder. Mijn opa heeft zijn leven lang ondergronds in de staatsmijn Emma gewerkt. Jacques, Jan, Rob en Nel waren de 4 kinderen van mijn opa en oma. Ik ben de oudste zoon van Jacques. Ben in 1962 geboren in de vroedvrouwenschool. Tot december 1965 woonden wij aan de Wijnmalenstraat 8, daarna verhuisden wij naar Groningen, om in 1973 te verhuizen naar Brabant: Hilvarenbeek. Inmiddels ben ik 52 en al 26 jaar werkzaam als leraar aardrijkskunde in het Voortgezet Onderwijs.

        Franc Boer

  9. Cees, de schoenmaker en zijn vrouw op de hoek van de rembrandt straat waren beide doofstom, hun zoon Arie heeft op het pleintje en later in Kerkrade een schoenenzaak gehad.
    An.

  10. Bert heeft met zijn verhalen wel een hoop mensen verblijdt. Hij en ik hebben vaak met elkaar over de Neutrale Volksschool gecorrespondeerd en gebeld. Een fijne vent, helaas overleden. En als ik al die reacties lees n.a.v. zijn verhalen komen ook bij mij de herinneringen weer boven over het Meezenbroek dat ik kende uit mijn schooljeugd. Een aantal jaren geleden, na een reünie van de Theo Thijssenschool, de opvolger van de NVS, waar ik een aantal leerlingen van mijn klas heb her-ontmoet, ben ik met mijn moeder en mjin zuster door de wijk gaan rijden en heb toen mijn beeld behoorlijk moeten aanpassen, zoals het daar – net als overal in Heerlen in de loop der jaren – veranderd is. Tja, dat heb je als je je geboortestad verlaat en er jaren niet meer komt. De veranderingen zijn dan wel heel plotseling te zien. Een groet uit Arnhem aan oud-leerlingen van de Neutrale Volksschool en verre familieleden die in Meezenbroek wonen. Henk

  11. Er was ook nog een kapper bij de kerk van Meezenbroek kapper wassink die zet in de ruysdaelstraat nummer 4. Verder leuk om dit allemaal terug te lezen als je bijv knopen ging halen bij Sweres bokking waar die kale man achter de toonbank stond. Of vlees bij Slager brouwer. Mooie tijd.
    Groet Harrie Ritzen

  12. aanvulling:in de rembrandstraat was de vishandel van Minartz.
    deze legde ook zelf haringen in.heerlijk waren zij.
    zijn Zure Bommen waren ook heerlijk.

  13. Kan iemand mij iets vertellen over ’t clubgebouw aan ’t pleintje in de Groen van Prinsterenstraat. Rinus van Alebeek had grag meer geweten over debouw en sloop ervan. Alvast bedankt Nellie Bremen.

    1. Het clubhuis is indertijd in de zelfde stijl als de woningen eromheen gebouwd de woningbouwvereniging de Voorzorg.Het werd gebruikt door de Harmonie Juliana,de zangvereniging Advendo en de toneelvereninging naam?.Het mooie van deze drie veregingingen was dat een deel van de leden lid was alle drie.In de winter organiseerde de spleeltuinvereniging filmmidagen en het Sinterklaas feest.De zaal in het gebouw werd warm gehouden met een enorme kolenkachel.Omstreeks 1954 -55 is het oude clugebouw deels gesloopt door de leden en vrijwilligers van de verenigingen.Ik heb daar met Joop Smitsmans,Martin Volkers en Koos Lamars stenen met de hand zitten bikken.Het slopen gebeurde met de hand ik zie Bertus Rook nog met een moker op de muur onder zich staan te beuken.Wat een tijd!
      Het nieuwe deel werd aan de bestaande bouw waarin de kantoren en de congergewoning gebouwd.Jan Ridderhof woonde in de woning.
      Jan Boer Visserstraat 7

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.