Militaire Dienstplicht in de ’60-er jaren, de keuring

Iedere Heerlense jongeman werd in de jaren ’60 in Roermond gekeurd voor de Militaire Dienstplicht.

Als jongens, jongemannen werden – zo van af hun 18e levensjaar – verdwenen ze door de weeks opeens van het straattoneel. We werden op die leeftijd geacht om dan oud genoeg te zijn om Koningin, Volk en Vaderland te dienen. Om ons land te kunnen beschermen en huis en haard te verdedigen tegen eventuele aanvallen van de vijand. Dus viel er zo tegen je 18e een brief op de mat met het vriendelijke doch dwingende verzoek om je op een bepaalde datum te laten keuren. Na goedkeuring moest je een tijd daarna voor, minimaal 18 maanden in dienst, onder de wapenen, om een goede, kundige en vooral dappere soldaat leren te worden.

Niets belette je, de reiskosten werden vergoed op vertoon van geldige plaatsbewijzen en school of werkgever moest je die dag verlof toe staan. Dus op de aangegeven datum spoedde ik me naar Roermond en op het station aldaar zag ik al vele lotgenoten die voor hetzelfde daar waren, dat gaf meteen al een gevoel van een soort verbondenheid. Ik meen me te herinneren dat het op een singel was, en voor zover mijn herinnering gaat, vlak bij de Ernst Casimir kazerne en het Protestants Militair Tehuis.

Bron: Legerplaatsen.nl | Roermond: Ernst Casimir Kazerne
Bron: Legerplaatsen.nl | Roermond: Ernst Casimir Kazerne

Op het aangegeven adres aangekomen werden we ontvangen door een meneer in uniform. Onder het genot van een kopje koffie legde hij ons heel vriendelijk de gang van zaken uit voor die dag. Er kwam een medische keuring en de zogenaamde “idiotentest” en effectief als ze waren werden we in 2 groepen gesplitst. De ene groep medisch en de andere groep tegelijkertijd die voornoemde test. ’s Middags andersom natuurlijk.

Naar de dokter
Ik moest eerst naar de dokter en je kon direct zien dat het een arts was, want hij had een smetteloos witte doktersjas aan en achteloos een stethoscoop uit een jaszak bungelen. En nog wel een militaire arts, want ergens hing zijn uniformjasje netjes op een klerenhanger aan een haakje. Hij toverde wat papieren tevoorschijn en daar werd alles opgeschreven wat hij wilde weten van mij. Niet alleen mijn personalia, want dat hadden ze al direct bij binnenkomst gedaan, maar hij vroeg bijvoorbeeld ook naar allerlei enge ziektes die er misschien in de familie voor zouden kunnen komen, of geweest waren.

“Tje zeg!”, ziektes waarvan ik dacht dat ze al van af de 18e eeuw niet meer in ons land voor kwamen. Maar het was echt een “Pietje Precies”, want bij mijn gewicht en lengte aangekomen vertelde ik hem hoe lang ik precies was en hoeveel kilo en ons er van mij waren. Niks ervan, hij moest en zou het zelf nog eens nameten en wegen. Wat mij best was, ik was toch daar.
Het werd een ochtend van bekijken, vragen, bekloppen, luisteren en vooral telkens wachten. Er waren nog meer kamers waar ook jongemannen hetzelfde moesten ondergaan.
Gelukkig ook nog even kopje koffie om 11.00 uur en daar waren we ook wel aan toe.

Lunch en de “Idiotentest
En om half een, een lekkere lunch, dus konden wij, welgemoed ’s middags beginnen aan de “idiotentest”. Die was dan voor de hele groep jongens die medisch al gekeurd waren.
Nou zeg, wist ik meteen waar die benaming vandaan kwam. Een kind van de 1e klas Lagere School zou zich nog rot vervelen daarbij. Bijvoorbeeld “Welk cijfer ontbreekt er in het rijtje 1-3-5-9 ‘”? En zo meer, maar het extra fout doen om afgekeurd te worden….? Nee, dan werd je afgekeurd op S5 en dat was naderhand als je na diensttijd moest solliciteren een nadeel. Trouwens, bij inschrijven ’s morgens werd je al gevraagd of je lezen en schrijven kon, nu wist ik waarom want anders kon je die test niet maken. Er waren 2 jongens die echt analfabeet waren en die konden ook meteen naar huis.

Bron: Legerplaatsen.nl | Roermond Ernst Casimir Kazerne
Bron: Legerplaatsen.nl | Roermond Ernst Casimir Kazerne

Een andere vraag vergeet ik ook niet “Wat je dan wel voor werk wilde doen daar, na je Opleiding Algemene Militaire Vaardigheden”?
Je had keuze A en als dat niet ging om een of andere reden, om dat ze daar al teveel van hadden of dat ze je niet geschikt achtten, had je nog keuze B. Nu werd er regelmatig geoefend op de Brunssummerheide bij de Rode Beek en daar had ik het al gezien.
Ik zag dat hele lopen met zo’n bepakking en een zwaar geweer in je hand helemaal niet zitten. Dus vulde bij A in chauffeur en bij B chauffeur. Leek me handig ook want dan had je na je diensttijd tenminste je burger-rijbewijs eraan over gehouden. Daarna was de keuring voorbij en kreeg je je reiskosten vergoed en kon je naar huis. De uitslag zou je schriftelijk mede gedeeld worden. Voor mij dus nog niet, de dokter had een “piepje” gehoord bij het luisteren naar mijn longen. Ik had hem niet verteld dat ik al een paar dagen verkouden was, want hij geloofde me toch al niet toen ik vertelde hoe groot ik was en hoeveel gewicht ik op de weegschaal bracht?

Naar Hornerheide
In ieder geval moest ik direct doorreizen naar de Hornerheidekliniek om foto’s te laten maken want TBC kwam in die tijd nog regelmatig voor dus was men voorzichtig. Natuurlijk is dat goed, maar voor mij was het wel even schrikken en het werd zo een wel erg lange dag. Gelukkig was er niets ernstigs aan de hand zei men mij in Horn. En van dienstwege kreeg ik bericht dat ik om Medische redenen voorlopig uitstel kreeg, dus ik kreeg zo tegen mijn 20ste pas de oproep om te gaan dienen. Mijn hele diensttijd hoorde ik dus bij de kameroudsten.


Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

30 gedachten over “Militaire Dienstplicht in de ’60-er jaren, de keuring”

    1. Of die dokter die mij moest keuren op mannen viel, weet ik eigenlijk niet, maar ik herinner me wel, dat er vragen werden gesteld over privé zaken als masturberen, of je een vriendin had en wat je daarmee deed e.d. Ongelooflijk, maar je beantwoordde die vragen ook nog.Vervolgens kon je beter niet al te “verlegen”zijn, want je zaakje werd ook nog eens grondig nagekeken. Van vrienden die eerder bij de Indelingsraad waren opgeroepen, kende ik de verhalen en die waren dus niet overdreven!

    2. DIENSTPLICHT
      Als 17½ jarige knaap werd ik geconfronteerd met het zware en ongezonde beroep van mijnwerker. In Limburg generaties lang het hoofdmiddel van bestaan. Beleving of andere wensen telde niet. Toegegeven; de mogelijkheden waren zeer beperkt. Mijnwerkers waren vrijgesteld van militaire dienstplicht; echter ik heb geen gebruik gemaakt van de vrijstelling. Het zware en ongezonde werk in de mijnen wilde ik ontvluchtten. Tevens wilde ik mij bewijzen; smachtte naar erkenning. Daarnaast had ik grote bewondering en respect voor onze bevrijders. Hun pad is niet over rozen gegaan. Velen van hen hebben helaas de eindstreep niet behaald. Margraten; of elders hun laatste rustplaats…!

  1. Maar Bert, over smaak valt niet te twisten natuurlijk. maar daar zaten me ook figuren tussen…..Ik weet zeker dat hun hond zich nog schaamde als hij door zo iemand uitgelaten werd. En dan nog.. het waren de 60er jaren en niet ieder huis had een badkamer of douche. En tijdens de lunchpauze moest je dus goed oppassen dat je niet naast iemand kwam te zitten die klaarblijkelijk de combinatie van de woorden woorden “water-zeep-wassen” niet kenden. laat staan badkamer of douche. En zoiets gold in die tijd zowel voor mannen als ook vrouwen. Vanwege mooi beroep, de medaille had ook hier dus een keerzijde 🙂

  2. Ik heb het zelf ook nog allemaal meegemaakt omdat ik broederdienst moest vervullen vanwegen mijn afgekeurde oudere broer. Ik had die tijd niet willen missen.

  3. Ik ging ook naar de keuring en eerlijk gezegd, had ik het idee, dat “in dienst gaan” nu eenmaal erbij hoorde en inderdaad er van maken en uit te slepen, wat er uit te halen viel. Ik deed ook nog extra m’n best bij de “morse”-test en bleef tamelijk lang over. Was daar trots op en heb me waarschijnlijk niet gerealiseerd toen, dat anderen hun best deden om afgekeurde te worden. (Hoe naïef kan een mens) zijn. In het gesprek met de eerste niet wit- gejaste maar gewoon groen-geuniformeerde, over waar je dan eigenlijk bij wilde zei ik, hoe heten ze met die witte helmen, die altijd op motoren reden en in Jeeps voor de orde zorgden, als hare majesteit ergens verscheen? Dan kon je in ieder geval je rijbewijs halen en dat rook naar vrijheid en grote actieradius. Ik was echter brildragend al droeg ik die uit ijdelheid vaak niet (brillen waren toen nog niet design en dienden niet om je te profileren. Ze waren ziekenfonds type sport met flexibele oren of donker te bruin en brede monturen) Dus dat ging niet op (Naderhand leerde ik mensen van op afstand aan hun houding of loopje herkennen). Het werd dus geneeskundige troepen en ik kreeg later een oproep om me te melden in de “Juliana van Stolberg”-kazerne in Amersfoort. Dat was nog spannend ,want ik stond al ingeschreven voor een studie Duitse Taal -en Letterkunde. De kamer had ik al bij een hospita in Amsterdam. Ik geloof, dat mijn brief voor uitstel vanwege studie twee dagen voor mijn vertrek kwam. Uiteindelijk kreeg ik later vrijstelling (vanwege kostwinnerschap en ik denk ook, dat de lichting groot genoeg was?) ik was inmiddels getrouwd. Ik ben dus daadwerkelijk nooit in dienst geweest. En bijgevolg nog geen echte kerel. Dus.

  4. Waar mijn keuring voor de dienstplicht heeft plaatsgevonden weet ik niet meer. Waarschijnlijk is het ook in Roermond geweest. Ik denk in 1960. In die tijd was het “not done “om je te laten afkeuren en ik werd dan ook 100% geschikt bevonden om Nederland
    tegen het Rode Gevaar te verdedigen. Ik moest opkomen in Venlo waar ik als recruut tot Limburgse Jager werd gebombardeerd. Helaas trok het leven van een eenvoudig infanterist me niet zo en ik ging op zoek naar meer spanning en avontuur.
    Ik werd uitverkoren om een commando-opleiding te gaan volgen in Roosendaal waar ik in december 1961 mijn groene baret haalde. Helaas bleek het commandoleven niet veel beter dan het zandhazen bestaan. De dienst bestond vooral uit hard en veel lopen. Vier maanden van mijn dienstplicht heb ik in Duitsland doorgebracht in de buurt van de toenmalige
    Zonegrens, de Berlijnse muur was net gebouwd en de Russen konden ieder moment binnen vallen.
    Ik vraag me nog steeds af wat we gedaan zouden hebben als de Russen werkelijk gekomen waren want als echte Nederlandse Soldaten liepen we patrouilles zonder scherpe munitie voor onze wapens.
    Na mijn afzwaaien in 1963(door de Berlijncrisis heb ik twee maanden langer gediend) was de hippietijd aan het aanbreken en was het niet meer “cool”om op te scheppen over een commando-opleiding. Ik noemde het toen maar een “jeugdzonde”.

    1. SOLDATENLEVEN
      Deze rubriek maakt wezenlijk deel van ‘Mijn Levensboek’. In de jaren 60-62 heb ik gediend bij het KCT. Uiteraard heb ik persoonlijke belevingen weergegeven; echter in grote lijnen voor elke commando herkenbaar. Ongeacht welk lichtingsjaar; fysieke en mentale vorming zal niet veel van elkaar hebben afgeweken. Collectieve vorming en individueel bewustzijn bracht grote saamhorigheid. Nooit heb ik spijt gehad over de opleiding bij het KCT. Vaker bleek de ’Groene Baret’ de sleutel tot succes. Kennelijk hebben onze voorgangers en de duizenden die in de loop der tijd de ‘commando opleiding’ hebben gevolgd het hart op de juiste plaats zitten. Mentaliteitskwestie.

      NUNQ AUT NUNQUAM
      René Schupp

  5. Ik heb er ook twee maanden bij gekregen dankzij “De Muur” en ben eveneens in de Roermondse Casimirkazerne gekeurd. 6 December 1960 moest ik me melden bij de Frederik Hendrikkazerne in Venlo en als (trotse) Limburgse Jager heb ik in totaal twintig maanden het vaderland gediend door o.a. een deel van het soldatenvolk van voedsel te voorzien. Ik ben ruim ’n jaar dpl. kok van een o.o. mess van Lpl. Oirschot geweest. Aug. 1962 hing ik mijn baret en pollepel aan de wilgen.

  6. WE gaan even terug in de tijd van de enige echte Oude NATO Stomp.Het was in de jaren zestig geen vetpot bij Defensie f 1.35 per dag was de verdienste.
    Velen waren heel blij dat de laatste dienstplichtdag in zicht kwam.

  7. Herinnering,
    Jahoor ik heb ook nog in dienst gezeten/gelegen,ik was gekeurd in roermond,na afloop van keuring kreeg iedereen te horen of je GESCHIKT was, nou bij mij was het de volgende dag terug komen, dus weer bij de baas een dag vrij vragen waar hij niet blij mee was, na enkele uren op een bed gelegen te hebben,kwam de arts bloeddruk meten, en klaar was het. !14 dagen later kreeg ik een brief GESCHIKT. En een jaar later kon ik opdraven in Venlo kreeg 2 maanden opleiding, kon je ook nog een voorkeur aangeven,wat je zelf wilde ik zei, doe mij maar motor ordernans dat lijkt mij een tof baantje. Maar 14 dagen later kreeg ik te horen, bestemming legerplaats Oirschot, nou dat was dus paraaf en elke 2 weken een weekend naar huis voor half geld reizen,jeetje nog meer van je soldij kwijt.
    Maar het was een fijne tijd, moet ik achteraf zeggen, had 18 maanden een toffe tijd, Eindhoven was een perfecte uitgaans plaats!!.
    Met alle maten totaal 40, we lagen toen nog in barakken, we hebben tot op vandaag nog kontact met elkaar. Na afzwaaien in 1968 hebben we na 20 (1988) en 40 jaar (2008) een reunie gehad, jahoor op onze kazerne in Oirschot, was een geweldig treffen. Vele waren wel niet meer de jonge vent van toen, maar op de reunie waren ze weer die jongens van toen, vol met verhalen van toen, er was er zelfs eentje die had zijn oude apenpakje (militair uniform) aan gedaan, nou natuurlijk bijna 4 maten te klein, daarop hij zei, het pak is gewoon gekrompen, tuurlijk zeiden we in een woord !.
    Een tijd om nooit te vergeten……

  8. de dienstjaren begin 1950 waren vel strenger als na1960.
    keuren roermond.na de keuring in het keldertje pilsjes drinken.
    1955 oproep.2 maanden maastricht.daarna 6 maanden harderwijk.telegrafistenopleiding.dan parate hap in assen.om de 14 dagen 6a7 uur reizen vridags thuis s,maandags terug en dat voor 75 ct.per dag.niet rijk van geworden maar een goede menselijke ervaring.
    rob van hout

  9. Mijn militaire diensttijd deel 2.
    In mijn vorige verhaaltje vertelde ik over mijn diensttijd waarvan ik een gedeelte in Duitsland doorgebracht heb. De 104e commandocompagnie was 4 maanden gelegerd in Bergen -Hohne, in Noord Duitsland, in de buurt van het voormalige concentratiekamp Bergen Belsen.
    De bittere koude van de laatste dagen. en het hele gedoe over een mogelijke Elfstedentocht brengt de herinnering aan de horror winter van 1962/63 weer terug.
    Voor ons commandos was het op verschillende infiltratieoefeningen buiten slapen geblazen bij temperaturen lager dan minus 20 graden.
    Wij waren daar in de Noord-Duitse bossen omdat het de bedoeling was dat wij bij een Russische aanval(die volgens experts bliksemsnel over de Noord duitse laagvlakte met pantsertroepen uitgevoerd zou worden) achter zouden blijven, volgens het “stay behind” principe en de vijand zouden lastig vallen en verkenningen uitvoeren.
    Gelukkig is het nooit zover gekomen, het gevolg van die extreme koude in die winter is wel dat ik voor mijn hele leven een hekel aan de winter heb gehouden.
    Bedenk ook dat er in die tijd geen thermo-kleding voor militairen beschikbaar was. Het gewone plunje moest volstaan. Zoals bekend waren er voor de dienstplichtige soldaten slechts 2 uniform maten beschikbaar n.l. te groot of te klein!

      1. Sorry Willem ,ik ben niet Wil Bosten. Ik woon al sinds 1969 in Zeeland.
        Ik ben van lichting 61 -4 en ik heb mijn groene baret gehaald op 24 november 1961. In febr. 1962 (als ik mij goed herinner) was ik voor het eerst in Bergen-hohne en tijdens de mars van de Nederlandse grens naar Hohne voor de 2e periode was ik betrokken bij het ongeluk te Steimke in Noord Duitsland, waarbij 3 doden en 18 gewonden vielen.
        Zelf was ik gelukkig niet bij de gewonden. Ik zat in het 3e peleton van
        104, de CC was Kapt. Willem Sier en mijn peletonscommandant was Leo
        “pipo” Schotman. Als dpl. sgt. herinner ik me sgt. Drost.
        Omdat je enkele lichtingen voor mij was zijn we elkaar waarschijnlijk net misgelopen.

  10. leuke verhalen. Zelf ben ik van lichting 64-2 en gediend bij de 45e afd. Lichte Luchtdoelartillerie als radar-bediende. Eerst in Steenwijkerwold en vervolgens de rest van mijn dienstijd in de Mauritsklazerne te Ede.
    In het begin vond ik het werkelijk niets, maar tegen het einde dienst gedaan als radarspecialst te den Helder ivm de bouw van de eerste atoomcentrale te Petten en vervolgens een kleine 3 a 4 weken in aug. 1965 te Nijmegen ivm de vierdaagse. E.e.a daar ik ook aggregaatbediende was, en dus zorgde voor elektricteit in het opgezette miltaire tentenkamp even buiten Nijmegen, w.o.ik het “blarenbal” op die bewuste laatste vrijdag nooit zal vergeten. Een onvergetelijke tijd !

    1. Lendfers Matt
      Nu ik het artikel van mijn diensttijd schrijf valt me dit in:

      Waar het vandaan komt weet ik niet maar bij ons Huzaren werd altijd gezegd: Ben je het leven moe? wordt dan een Lua koe!
      Lua is luchtdoelartillerie.

  11. Matt Lendfers
    Zo, nu wordt het tijd dat er eens een “echte” (grapje) militair reageert op al deze reacties van “blenco petten”
    Mijn lichting was 59-1 – 4 februari en ik vertrok van Heerlen naar Amersfoort naar de Willem III kazerne als Huzaar bij het Regiment Huzaren van Boreel – steevast Bordeel genoemd door andere militairen.
    Al snel bleek dat wij cavaleristen “andere” militairen waren, veel Nederlandse adel zat bij de cavalerie. Wij droegen als enige militairen een zwarte baret en geen “blenco pet” zoals al die andere,
    blenco was een onderhoudsmiddel waar koppels/rugzakken/pukkels etc. mee werden gepoetst en dit had de kleur/bruingroen van de normale militaire baret. Daarom werden door ons cavaleristen alle andere militairen “Blenco petten” genoemd.
    Maar het hele leger had ook scheldnamen genoeg voor ons: Tankboeren-
    maar meer tankhoeren en paardenvolk om er drie te noemen.
    Wacht lopen deden wij niet in gevechtstenue maar in uitgaanstenue ( 1e grijs) ook al weer anders dan anders…….
    Mooie diensttijd gehad, kaderschool cavalerie in de Prins Bernhard kazerne ook te Amersfoort, daarna als Wachtmeester verkenner van het 102e verkenningseskadron twee keer twee maanden naar Hohne in Duitsland op oefening en in april 1960 vanuit Hohne in colonne naar La-Courtine in Frankrijk.Leuk om te vermelden is dat onze oefening naar La Courtine door onze kazerne commandant Jhr. Groeninks van Zoelen werd aangekondigd met de inleidende woorden: Ofcieren/onderofcieren/ korporaals/ trompetters en Huzaren. Reveille werd bij ons altijd door een trompetter geblazen vanaf de appelplaats .Prachtige tijd gehad, 6 maanden in La Courtine waar ik in november 1960 afzwaaide.
    Zo, ik sluit af met te zeggen dat deze cavalerist het maar niets vindt dat alle drie deze regimenten : Regiment Huzaren van Boreel/Sytzama en Willem Alexander vorig jaar zijn opgedoekt!!!Zeg nu zelf ” wat is een leger zonder cavalerie?”
    Hopelijk vergeven jullie mij dit “opgeblazen” artikeltje.
    Met groet,
    BOREEL!
    Wachtmeester Matt Lendfers reg. nr. 391204234 Mosnr. 13306.
    foto’s van mijn diensttijd zijn te zien op de website van het Regiment Huzaren van Boreel.

  12. Lichting 70-6 Opleiding Middelburg, werkzaam secretariaat G2 1LK Apeldoorn, secretariaat Juridische Dienst Afcent Brunssum. Keuring herfst 1969 Roermond. 24 Kandidaten 5 goedgekeurd 4 afgekeurd 15 bijzonder dienstplichtig (enkel in geval van oorlog). Na de keuring zijn wij met een groepje in een sexshop terechtgekomen. Morsetest niet beeindigd, want ik vertelde geen zin te hebben in zo’n functie. Uitslag keuring was ABOHZIS 1111111

  13. SOLDATENLEVEN
    Deze rubriek maakt wezenlijk deel van ‘Mijn Levensboek’. In de jaren 60-62 heb ik gediend bij het KCT. Uiteraard heb ik persoonlijke belevingen weergegeven; echter in grote lijnen voor elke commando herkenbaar. Ongeacht welk lichtingsjaar; fysieke en mentale vorming zal niet veel van elkaar hebben afgeweken. Collectieve vorming en individueel bewustzijn bracht grote saamhorigheid. Nooit heb ik spijt gehad over de opleiding bij het KCT. Vaker bleek de ’Groene Baret’ de sleutel tot succes. Kennelijk hebben onze voorgangers en de duizenden die in de loop der tijd de ‘commando opleiding’ hebben gevolgd het hart op de juiste plaats zitten. Mentaliteitskwestie…….
    NUNC AUT NUNQUAM
    René Schupp

  14. Ik werd ook gekeurd in Roermond,ik had een voorkeur voor Ordenans maar helaas werd het Intendance,en werd geplaatst in Bussum Naarden,na drie maanden werd ik overgeplaatst naar Leiden Officieren kazerne,alles net alles was daar aanwezig Marine ,Luchtmacht ,Landmacht,en kom wederom in de mess,na enkele maanden had ik een gesprek met een luitenant ,die er voor gezorgd heeft dat ik overgeplaatst werd naar Weert ,Ik was daar heel blij mee,want ik was gehuwd,en met een verzoek mocht ik iedere avond naar mijn huis toe in Nederweert,
    mijn lichting was 60-4 graag contact met andere jongens bedankt en tot ziens.

    Noud Damen

  15. Wij: limburgse Jagrs lichtingen 60-1 60-2 : soldaten Bert v,d, Jagt, Lou Ramakers,Jan Pelzer,Jan Lenzen
    komen 18 april 2019 bijeen bij onze vriend Lou Ramakers in Terwinselen Firenschat in verzorgingshuis

    Wij zoeken onze dienst/vriend Ger Blom ui Bunde,is ide te traceren? wij vinden hem niet meer

    Hoe vinden wij zijn adres? Ger Blom was chauffeur bij de staf en staf compagnie Oirschot

  16. Ben van ligting 54-3 opkomst Venlo Blerick bij de Technische troepen . nog geen vrij vervoer …liften later een groen papier voor de Trein 0,75 cent per dag na ..soldaat zijn werd dit 1.– per dag.later naar Utrecht Sijpestein kazerne en circus Kromhout en naar Wezep 102 TD zware herstel comp en 3 maanden Duitsland 3 x voor Herhaling maar een leuke tijd

  17. nog even dit. ga naar Soesterberg het museum met al die oude spulen, je wordt rond gelijd Kreeg van Veteranen een oproep in Maart jl om te komen. min zoon reed mi en hij kroop in die oude voertuigen en tanks . Kreeg een madaille en tegel een leuke dag dus doen……………….

  18. Mijn schrijversnaam is Rolf Osterberg. Ik ben een ex-cdo. Er zijn onder mijn eigen naam (periode 1999-2002) 3 boeken uitgegeven en tot op dit moment 12 onder mijn pseudoniem. Ik ben nog steeds een actieve schrijver.
    Ik ben begonnen aan het verhaal van een dpl sld die na twee maanden de ECO gaat volgen. Of het verhaal goed genoeg zal zijn om door mijn uitgever te worden uitgegeven, is nog maar de vraag, maar ik doe er alles aan om dat te bewerkstelligen.
    De dpl sld komt op in 1969 en volgt dat jaar ook de ECO. De basisopleiding geschiedt in Roermond waar ik in 1962 mijn rekrutentijd heb doorgebracht, Dat schrijft wat gemakkelijker omdat ik me van die kazerne en Roermond nog wel een en ander kan herinneren. Ik denk dat de rekrutenopleiding in 1969 essentieel niet veel van die van 1962 verschilde m.d.v. dat in 1969 de VVDM (opgericht in 1966) redelijk actief begon te worden.
    Maar er zijn ook zaken die ik me niet meer herinner en dan heb ik het over de rekrutentijd. Ik schrijf in het algemeen over die periode, maar probeer bij bepaalde facetten ervan waarheidsgetrouw over te komen.
    Ik weet bijv. niet meer hoe lang een dpl sld wacht moest leveren. Was dat 12 of 24 uur? In 1962 moesten we “in het geweer” komen als de kazerne commandant (dacht ik) naar de kazerne kwam. Dan stonden we voor de poort opgesteld met “in den arm-geweer” maar ik denk dat dit in 1969 niet meer nodig was.
    Alle info is welkom.
    V.w.b. de ECO heb ik genoeg informatie om er een verhaal van te maken, maar in de aanloop ervan mag de rekrutentijd niet ontbreken.
    Groeten,
    Rolf Osterberg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.