Bron: Limburgsch dagblad, 04-11-1954, Jaargang, nummer: 37, 259 | Advertentie Glasmaatschappij na opening winkelflat Geleenstraat / Raadhuisstraat

De rode “hulken” van de Glasmaatschappij

In 1965 werd ik bij de Glasmaatschappij aangenomen als vertegenwoordiger Vlakglas en geslepen glas voor de provincies Noord en Zuid-Holland. In ongeveer een half jaar heb ik alle afdelingen doorlopen, of zo U wilt doorgelopen teneinde de nodige productkennis op te doen. Het bedrijf kwam bij mij (voor die jaren) gigantisch over. Eigen aansluiting op het spoor, veel grote hallen, een groot eigen vrachtwagenpark (met zelfs 2 hele zware vrachtwagens van het merk MACK, welke werden ingezet voor glasimporten uit Zuid Duitsland).

Bron: Rijckheyt.nl | Schaesbergerweg. Rechts de N.V.Glasmaatschappij (1952).
Bron: Rijckheyt.nl | Schaesbergerweg. Rechts de N.V.Glasmaatschappij (1952).

De vrachtauto’s reden de hal binnen op twee zogenaamde “smeerkuilen” waar het onderhoud werd gedaan terwijl tegelijkertijd met een hallenkraan zo’n 20 ton aan kisten met glas op de opleggers werd geladen. Het woord logistiek bestond toen nog niet maar het werkte perfect. In diezelfde hal bevond zich ook “de Grote Snijderij”.  Groot stond voor de grote maten van het glas, denk aan etalageruiten en draadglas voor daken etc. Een voor mij als niet katholieke “Hollender” bijzondere ervaring was de volgende: Op Goede Vrijdag, ’s middags om 3 uur kwam directie en personeel uit alle hoeken en gaten tevoorschijn en dan werd in deze “GROTE SNIJ’ gezamenlijk hardop gebeden. De “harde kern” wist daarna snel de weg te vinden naar het Café om de hoek waar met de ogen open onder elkaar verder de week werd afgesloten. Ook bijzonder om te zien waren op zaterdagmorgen de exercitie oefeningen van de schutterij.

De productieafdelingen
In de hierboven genoemde “grote snijderij” werd óók op zéér indrukwekkende wijze het Spiegeldraadglas gemaakt. Op 2 gigantisch grote ronde gietijzeren tafels (ik denk zo’n 8 á 10 meter doorsnede en vele tonnen zwaar) werden ruwe draadglasplaten, (op dat moment nog ondoorzichtig ) ,gelegd en tegen het verschuiven afgesmeerd met een soort gips. De tafels stonden op rails en werden dan onder een raamwerk gereden waaronder enkele honderden gietijzeren blokken waren gemonteerd. Door een draaiende beweging en constante toevoeging van een slijpmiddel werd van de oppervlakte van deze platen dan zo’n 2 mm afgeschuurd (geslepen). Daarna werd de tafel dan via de rails verplaatst tot onder een soortgelijk raamwerk waaronder een honderdtal dikke viltschijven waren aangebracht, welke dan opnieuw met een draaiende beweging en constante toevoeging van een bruin/rode “pap”, ik geloof dat dit dodekop heette, gepolijst.

Rode “Hulken”
De harde werkers die hier hun werk verrichtten vond ik maar rode “ HULKEN”. Die goede mensen waren echt bedekt met een rode laag. De glasplaten met een spiegelglad oppervlak werden dan van de tafels genomen en omgekeerd weer opgelegd waarna de voornoemde handelingen werden herhaald. Het eindproduct heette toen en nu nog spiegeldraadglas. In totaal ca. 4mm dunner, maar wel volledig doorzichtig.

De GLASMAATSCHAPPIJ was de enigste glasgroothandel in Nederland die dit hoogwaardig product aan zijn afnemers kon bieden. Een soortgelijke bewerking werd ook toegepast in de glasfabriek van Sas van Gent. (maar ja dat was in het “buitenland”!)

We lopen nu naar een ander hallencomplex waar de kleine slijperij (maar met grote kantenslijpmachines) was gevestigd en waar buiten ook “de Watertoren” stond. Zó klein was deze slijperij/snijderij nu ook weer niet want hier werden onvoorstelbare hoeveelheden glasplaten en glasplaatjes gesneden en geslepen, met of zonder geboorde gaatjes. Producten welke via de groothandel bij De Bijenkorf, Hema ,V & D en vele andere winkels als legplaten terug te vinden waren. Maar ook in het nabije Oosten en rond de Middellandse Zee in de vorm van Louvre’s (verstelbare glasjalouzie-raampjes).

In een deel van deze hallen was óók de verzilverafdeling. Venster en spiegelglas werd hier op houten raamwerktafels gelegd, met speciaal water gereinigd en daarna in waterbakken elektrolytisch verkoperd. Op deze koper ”film” werd dan op de reeds eerder genoemde houten tafels de vloeibare zilveroplossing gegoten. Dit zogenaamde opgieten was een chemisch zéér gevoelig procedé. Daar, voor dit werk hoofdzakelijk vrouwen werden ingezet, bestond in die jaren een “huisregel” welke inhield dat de dames tijdens hun maandelijks terugkerende gesteldheid niet aan het verzilveringproces deel mochten nemen. Tijdens het opgieten liep ook wel zilver langs de houten tafels en ook over de rubberlaarzen van de dames. Dus werd hout en rubber (dus niet de dames) na bepaalde tijd verbrand waarna het zilver uit de as werd verwijderd en verkocht.

Het laatste traject van spiegels maken was dan de beschermlaklaag aan de achterkant. Afmetingen lagen tussen 44/132cm en tussen weet ik niet meer! Tienduizenden passpiegels en sanitairspiegels hebben in die tijd hun weg via Blokker, Plieger en dergelijke bedrijven hun weg naar de klant gevonden. Ook als vrije handelsmaten werd “verzilverd” aan de glashandel in binnen en buitenland doorverkocht.

Mogelijk interessant om te weten is dat nu de Glasgiganten in staat zijn om spiegels te produceren van 3,21 m X 6,00 m. vanaf 4 mm dikte. Verder werd nog matglas gemaakt, glas wat aan één kant werd gezandstraald met varianten als IJsbloemenglas enz. Ook een Glas in Lood-atelier, een bouwafdeling en een bankwerkerei waren belangrijke delen van het bedrijf. Een heuse portiersloge met een portier welke méér zag dan 8 bewakingscamera’s van nu.

Bron: Rijckheyt.nl | Luchtfoto van de Glasmaatschappij op de Kissel (1952).
Bron: Rijckheyt.nl | Luchtfoto van de Glasmaatschappij op de Kissel (1952).

 

De GLASMIJ had een zéér goede relatie met twee, voor de Afdeling Tuindersglas levensbelangrijke grootheden, te weten de Weergoden, welke voor enorme hoeveelheden hagel konden zorgen én de kassenbouwers in het Westland die daarna óók enorme hoeveelheden (wagons) Kas en Tuindersglas nodig hadden. Óók de bouwafdeling behoorde hierbij. Vele grote projecten zoals de Jaarbeurs, het “ nieuwe” Ziekenhuis in Heerlen en vele VASCO/woningen werden door deze afdeling voorzien van glas.

Wagenpark
Het eigen vrachtauto-/wagenpark had de kleuren rood en geel. (Hierover gingen de geruchten dat destijds een proces liep tegen de SHELL, dit daar de Glasmij eerder de vrachtwagens in de Roodgele kleur gehad zou hebben.) Deze vrachtwagens vervoerden de kisten glas door héél Nederland en daarbuiten. Nooit zal ik vergeten dat ik onderweg was naar een klant in Amsterdam en op de Prinsengracht in de file kwam te staan achter: Jawel een vrachtauto van de Glasmij welke hier glaskisten aan het lossen was. In die tijd nog niet met een autokraan maar met rol-koevoet en glijplank. De chauffeur stond boven op de kisten, zo’n 3.50 m. hoog met z’n ribfluwelen hoedje naar de luid toeterende auto’s te zwaaien en riep dan lachend op z’n plat Limburgs, (ik ga het proberen !) “Du kenst mich de Kl..ten op”, hetgeen dan lachend werd geaccepteerd vanwege het “leuke dialect”. (anno 1970) Ik ben bang dat ze hem er nu vanaf zouden schieten!)

De Glasmaatschappij had ook nog zijn eigen Personeelsvereniging met een heus Personeelsblad (De Glaspers), een glas in lood afdeling, een eigen benzinepomp en een magazijn in “Holland”.

Bron: Limburgsch dagblad, 04-11-1954, Jaargang 37, nummer: 259 | Advertentie Glasmaatschappij na opening winkelflat "De Flet" Geleenstraat / Raadhuisstraat
Bron: Limburgsch Dagblad, 04-11-1954, Jaargang 37, nummer: 259 | Advertentie Glasmaatschappij na opening winkelflat “De Flet” Geleenstraat / Raadhuisstraat

Jubileumfeest
Wat ik NOOIT zal vergeten was het 50 jarig jubileumfeest in de stadsschouwburg. Prachtig feest, geweldig buffet. Ik weet niet meer of hier 1000 of meer genodigden waren, Ja! Oók al het personeel met aanhang. In ieder geval stonden zeker 100 auto’s wegens gebrek aan parkeerruimte (parkeergarage bestond nog niet dacht ik) op het plein voor de schouwburg. Op zeker moment kwam iemand naar de directietafel en vertelde met een rood hoofd dat al die auto’s een bon op de ruit hadden. De actie die toen op gang kwam door oma Leufkens Sr., die vrijwel door iedereen werd genoemd maar beslist niet aangesproken, was een bewijs wat toen mogelijk was! De hoofdcommissaris was ofwel in de zaal aanwezig ofwel werd de goede man opgetrommeld, maar een aantal dienaren der wet hadden in korte tijd alle bonnen weer ingenomen.

Al met al mag ik terugblikken op een mooi deel van mijn werkzame leven. De manier waarop directie en personeel in die jaren met elkaar konden omgaan is het bewijs dat vele lange dienstverbanden met een feestavond voor de jubilarissen kon worden afgesloten. De melding “wilt U even op 6 komen” (Dit was het kantoor van Dhr.Leufkens) kon zowel goed uitpakken dan wel een onweer doen losbarsten. Maar het begrip “6” had wel inhoud.

Wanneer U van de Schaesbergerweg richting overweg gaat ziet U het straatnaambord ’GLASMIJ-WEG’ en dat vind ik nog steeds erg jammer!

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

19 gedachten over “De rode “hulken” van de Glasmaatschappij”

  1. De Glasmaatschappij behoorde bij Leenhof en Meezenbroek eindigde bij Schaesbergerveld.
    Verder herinner ik mij dat als er een nieuw ruitje of stukje glas, dat het gekocht werd bij de Glasmaatschappij.

  2. Geachte mevrouw/mijnheer.

    Misschien zou de heer Mijnhart Sr., de schrijver van het artikel “De rode Hulken”, namen en functie´s kunnen noemen van oudmedewerkers van de Glasmij. Misschien voor velen een leuke herinnering.

    1. Geachte Heer Cremer,
      Dank voor Uw reactie op mijn artikel over de Glasmij.
      Was U óók een medewerker ?
      Ik mag aannemen dat U geen inspecteur van de loonbelasting bent dus kunt U binnen korte tijd een aantal namen van ex collega’s van mij verwachten.
      Met vr.grt. Ben Th. Mijnhart Sr.

      1. Geachte heer Mijnhart.

        Hierbij een wat late reactie op uw antwoord d.d. 26 Maart 2013 betreffende uw lezenswaardige artikel over de Glasmij te Heerlen. Ik was zelf geen medewerker van de Glasmij, maar had wel met de firma van doen via de heren Haffmans en van Gerwen. Ik was destijds projectleider bij de gevelbouwfirma I.C.B. (Internationale Constructie Bedrijven) te Heerlen en was betrokken bij een aantal grote utiliteitsbouwwerken waarvoor de Glasmij de beglazing leverde en monteerde.

      2. Met interesse heb ik uw verhaal gelezen. Ik zie ook de naam Dhr.Slapak erbij staan, mer daarachter glassnijder. Kunt u mij zeggen welke Dhr. slapak dit betreft? Mijn grootvaders naam was Frans Slapak, maar opa had ook nog broers, vandaar mijn vraag.

  3. Hallo Ben, fijn dat je de juiste snaar hebt kunnen bereiken, ik vind je verhaaltje byzonder leuk, het spreekt mij byzonder aan. Wat betreft Reunie, zou je de Heer Hurenkamp eens moeten bereiken, die heeft op de begrafenis van Wim Loffeld gepromoot om met de overgeblevenen een Reunie te houden, ik ben er direct voor, misschien kun je hem bereiken, hij heeft altijd in Simpelveld gewoond, of hij er nog woont, weet ik niet. Ben, je verhaal is aangeslagen. Bedankt.

    Jan Kok Expeditie-Chef destijds op de Glasmij: 1963-1991

    1. Beste Jan,
      Met vreugde jouw levensteken gelezen.
      Willem Hurenkamp woont niet meer “einfachfeld”.
      Ik heb wel samen met de hulp van Dr. Alzheimer zo’n 50 oud collega’s van de Glasmy van m’n harde schijf weten te plukken. Ik ga de uitgever van Heerle Vertelt vragen of hij bereid is mijn lijstje in deze rubriek te publiceren.
      Je hoort of leest nog van mij.
      Met vr.grt. Ben Th. Mijnhart.

  4. mischien nog een leuk weetje, er was bij de glasmij een medewerker die ooit de vw kever van mijn buurman had overgenomen, kleur was geel en het kenteken was DD 62-64 heb die auto nog lang op de parkeerplaats zien staan.

    1. Dag Johanna,
      Dit was vrijwel zeker de kever van dhr.Horwitz, destijds expeditie chef.
      Daar ik tijdens mijn stageperiode nog geen auto van de zaak had mocht ik de Kever af en toe van hem gebruiken.

  5. Geachte heer Mijnhart, mijn vader Gerrit Offermans heeft meer dan 40 jaar op de Glasmaatschappij gewerkt. De laatste 25 jaar als portier cq beveiliger. Mijn zus Lucie Offermans was werkzaam in de kantine, gelegen achter de kleed en douce ruimte’s. Mijn vader zijn hart klopte voor zijn werk, hij heeft het dan ook altijd met veel plezier gedaan. Wij woonden in de portierswoning die op het terrein van de glasmaatschappij lag. Mijn vader vertelde dan ook vol emotie dat de Glasmaatschappij afgebroken werd. Dit heeft hem heel veel pijn gedaan. Hij was in de AOW en ging op 2 juni 1993 wandelen. Een vriend van hem die over de schaesbergerweg reed zag hem stil staan kijken naar de afbraakwerkzaamheden. Toen die vriend enkele uren later weer voorbij reed stond hij er nog. Mijn vader is naar huis teruggewandeld en in de namiddag van 2 juni 1993 overleden.
    Ik vond het zelf ook heel erg dat de fabriek werd afgebroken, ik heb er van 1960 tot 1976 gewoond en ik kon elk plekje vanaf de bovenkant van de zg.’kleiberg’ tot aan de kelders onder de gebouwen.
    Mijnheer Mijnhart ik wil u daarom bedanken voor het mooie verhaal, mijn zus en ik hebben het met plezier gelezen.

    Offermans Arno

    1. Beste Arno en Lucie, Dat ik pas na 2 jaar jullie reactie heb gelezen heeft helaas diverse redenen.
      Het gaf me een goed gevoel dat jullie jezelf in mijn verhaal herkend hebben. Ik hoop dat het goed gaat met jullie. Met vriendelijke groet,
      B.Th. Mijnhart.

    2. Geachte heer A Offermans (ik mag met trots zeggen mijn oom met dezelfde naam),

      U bent mij een stapje voor. Ik wou hier ongeveer dezelfde mededeling plaatsen, en wilde hier enige informatie ophalen alwaar ik in geïnteresseerd ben. Naarmate ik ouder wordt krijg ik steeds meer interesse naar de historie van dit bedrijf, en al helemaal wanneer ik terug denk aan al die verhalen van mijn oom Ger Offermans.

      t.a.v. Dhr.Mijnhart
      Wellicht is het een idee om foto’s van toen die in, of buiten het bedrijf genomen zijn hier te plaatsen. Ik heb omtrent de foto’s een reactie geplaatst op facebook, en ook met deze vraag. Wellicht zijn er medewerkers van de generatie van toen die foto’s hebben gemaakt voor eigen gebruik. Ik wellicht zijn er meerdere mensen die het op prijs zouden stellen, wanneer de mensen die in het bezit zijn van foto’s van dit bedrijf met ons zouden willen delen.

      Met vriendelijke groet,
      Arno Offermans jr.

  6. Mijn grootvader, die ik nooit heb gekend, was veldwachter te paard. Hij kwam van Koewacht in Zeeuwvlaanderen. Via Grave, Gennep en Sittard kwam hij in Heerlen terecht. Hij woonde met zijn gezin boven het oude gemeentehuis aan de Geleenstraat. Toen hij afgekeurd werd voor militaire dienst werd hij opzichter bij de Glasmaatschappij. Precies weet ik het niet, maar jaren ’20-’30. Zij naam was Benonie Steenaert.

  7. I remember this place from 1969-1972 when I lived in Schaesberg, Mauritslaan 14. Canadian Corner Restaurant was just across the street at 121 – we used to go there a few times per year. I also remember a sign on the Glasmaatschappij building that said “GLASMY”. Thanks for the memories your photos provided!

    Best wishes from Canada,
    Mike

  8. Goed gedaan Ben,dat je een site heb geopend voor de oude medewerkers van de Glasmij.Ik zelf was er administrateur van 1965 tot 1971.De namen die genoemd staan herken ik voor 99 procent.Wat betreft de de rode hulken wil ik nog het volgende zeggen.Voor het slijpen en polijsten t.b.v. het spiegeldraadglas werd het rode, zeer giftige potee gebruikt.Wie maalde daar toen om?De baas van de afdeling was toen Willy Watroba.Of er nog iemand in leven is van die afdeling waag ik te betwijfelen!
    Ik heb in die tijd zeer veel ervaring opgedaan ,waar ik de rest van mijn loopbaan veel nut heb gehad.Wat wil je ,nationale en internationale handel en productie,contacten met binnen- en buitenlandse banken en de Nederlandse Bank,contacten met het oostblok,te veel om op te noemen.Ook bewaar ik heel mooie herinneringen aan de persoonlijke contacten van toen.Wij waren apetrots op “ons” bedrijf.Dat wist Hans Leufkens er wel in te brengen !

  9. Hallo Ben!

    Lang niet meer gezien.Prachtig artikel.Lees ik nu pas, omdat ik naar aanleiding van het overlijden van Hugo Bisschops in maart van dit jaar en onderonsje heb gehad met onze voormalig direkteur Frans Simons en Tiny Brull. Ik ging eens Hans Leufkens googelen en kwam op jouw artikel uit.

    Ik hoop,dat alles goed met je gaat.

    Voor de goede orde : ik heb van 1975-1985 op afdeling tuindersglas gewerkt, daarna nog eens 4 maanden op exportafd. bij Ger Tieleman bij opening nieuwe Glasmij. Tenslotte nog eens 15 jaar bij het nieuw opgerichte bedrijf Glass Trading Europe van Bisschops gewerkt van 1993-2008.

    Dus Ben, het glas heeft mijn hele carriere n grote rol gespeeld..

    Groetjes,ik hoor graag ens van je.

    Tom Janssn

  10. Beste meneer Mijnhart, beste Ben, het is inmiddels al 8 jaar geleden dat je de mooie tekst over de Glasmaatschappij in Heerlen publiceerde. Ik heb hem nu pas gelezen (2 maart 2021). Ik hoop dan ook dat je dit bericht je nog bereikt. Omdat ik dat niet zeker weet houd ik het kort. Mijn vader, Leo Put, heeft op de Glasmij gewerkt, en wel van 1948 tot 1976. Hij was glaszetter en werkte in wat ik denk de buitendienst heette. Je zult hem daarom weinig gezien hebben. Hij was één van de Heerlense jubilarissen in 1973 bij het 50 jarig bestaan en toen ook penningmeester van de personeelsvereniging. Ik dacht als 10-jarige dat het hele feest voor pap was georganiseerd! 🙂 Dat feest heeft een enorme indruk op me gemaakt. ik was zo trots op mijn vader, die ook met een grote foto in de krant stond. Wat ik me niet echt kan herinneren, maar mijn vader me steeds vertelde, was dat bij het koud buffet iedereen lekker zat te eten, maar er ook al mensen waren die het op hadden, waaronder ik. Wij waren als familie van de jubilarissen een van de eersten geweest met eten halen. Ik vond het heerlijk en vroeg aan pap of ik nog wat mocht halen. Dat mocht. Pap vertelde met dat toen ik weer naar de buffet tafels liep er opeens een heleboel anderen opstonden. Die hadden ook nog trek, maar durfden niet als eerste voor een tweede keer te gaan halen. 🙂 Pap is helaas in 2011 overleden, maar ik heb nog spullen van de Glasmij, o.a. het jubileumboekje met daarin tal van foto’s, twee verschillende bidprentjes van de oude heer Leufkens (overleden in 1952), het programma en menu van het 50 jarig feest, het pensioenreglement, pap’s werkboekje, krantenknipsels en wat foto’s, enkele van een personeelsuitje met daarop ook Joep Slabak en Tom van Thiel, vrienden van pap. Wie weet is het leuk om eens koffie te drinken als we Covid er onder hebben gekregen. Ik hoor/lees graag van je, Met vriendelijke groet

  11. Beste,

    Mijn naam is Anouk de Veen en mijn vader jan de Veen heeft bij deze firma gewerkt.
    Ik zou het leuk vinden om met u in contact te komen

    Groetjes,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.