Voor veel patiënten die in de tweede helft van de 20e eeuw in het ziekenhuis in Heerlen hebben gelegen , spreekt het ‘wagentje vol met boeken’ waarmee rondgereden werd nog duidelijk tot de verbeelding. Dat was het wagentje van de welbekende patiëntenbibliotheek.
Maar die tijd is niet meer. De periode waarin patiënten nog met stapels boeken werden verblijd, lijkt achter ons te liggen. “Toen kreeg je een boek om je tijd hier door te komen, nu krijg je bij wijze van spreken een inlogcode…”, zo wordt het verschil in tijdsbeeld geschetst.
Anno 2011 is de Patiëntenbibliotheek nog maar een klein onderdeel van de op dit moment grotere Medische Bibliotheek (voor alle specialisten, artsen en artsen in opleiding). Op deze plek heeft Heerlen Vertelt een interview met het huidige personeel. Miriam en Romy (die beiden al langer dan een kwart eeuw de patiënten van leesvoer bedienen) en ook Ine is vandaag aanwezig, die zo’n 7 jaar geleden in de bibliotheek kwam werken.
De oprichting
Ze weten ons onder meer te vertellen dat de Patiëntenbibliotheek begin jaren ’60 is gestart door juffrouw Dessers. Zij was het hoofd van de toen nog zogeheten afdeling Bibliotheek.
Hoewel de Patiëntenbibliotheek gelijktijdig met de Medische Bibliotheek is gestart, speelde het medisch aspect in het begin slechts op de achtergrond. “De boeken waren in het begin sterk gericht op patiënten”, vertellen de dames.
De bibliotheek is nog net op een andere locatie begonnen, dan waar het ziekenhuis nu ligt. Het begon allemaal aan de Akerstraat in Heerlen. Toen het ziekenhuis op 14 juni 1968 verhuisde naar de Henri Dunantstraat, ging de bibliotheek uiteraard mee. Op deze nieuwe locatie heeft de bibliotheek eerst nog op het souterrain gezeten, daarna op 12-West en nu zit het al zo’n kleine 10 jaar op de tussenverdieping van het ziekenhuis.
In de begintijd werd er dagelijks met een karretje vol boeken rondgereden door het hele ziekenhuis. In het begin waren het wel 30 à 40 boeken per dag die uitgeleend werden! De dagelijkse rit met ’de boekenwagen’ is tot 2000 gebleven [zie foto]. Zo brachten Romy (nog altijd werkzaam in de Medische Bibliotheek van Atrium MC) en Roos de boeken rond. “Tja, de tijd dat de Patiëntenbibliotheek opgericht werd, was natuurlijk ook een tijd waarin je langer dan nu in het ziekenhuis werd opgenomen. Je had nog geen computer en internet”, aldus Romy.
Op een gegeven moment
is dat rondrijden en het brengen door het ziekenhuis heen gestopt. Die taak werd toen bij afdelingen zelf ‘neergelegd’. De activiteiten van de patiëntenbibliotheek werden op een gegeven moment niet meer als kerntaken gezien, dus de bijdrage daalde dan ook. In het begin was er een budget van zo’n 5.000 gulden. Daar konden per jaar veel nieuwe boeken voor de patiënten van kopen. Maar het budget daalde. Sinds 1995 was er helemaal geen budget meer voor de bibliotheek. “We het dan toch nog lang kunnen uitzingen”, kijken de dames anno 2011 tevreden terug.
Sociale functie
Bij het uitlenen van boeken in het ziekenhuis zag je vaak dat er sprake was van bepaalde terugkerende (vaste) patiënten. Patiënten die bijvoorbeeld vaker in het ziekenhuis werden opgenomen en die je daardoor beter leerde kennen en waarmee geregeld een praatje werd gemaakt. Het kwam soms zelfs zo ver, dat zieke patiënten vroegen of ze (de bibliothecaressen) niet eens konden “komen praten”. Niet wat je noemt een standaard bibliothecaresse functie.
Voor bepaalde mensen had het komen uitzoeken van boeken in de bibliotheek wel een soort sociale functie. Miriam: “De wereld voor patiënten wordt op den duur erg klein. Maar door een boek uit te komen zoeken hier (de bibliotheek, red.), kwamen ze toch eens even in een andere omgeving, al was dat maar voor even”.
En dan niet te vergeten: de functie van de boeken zelf. De Britse auteur dr. Johnson vond in de 18e eeuw dat boeken “onzin zijn, tenzij,” zo stelde hij, “ze de lezers helpen het leven te genieten of te verdragen”. En dat was in een Patiëntenbibliotheek nou juist wel het geval. Zeker in een tijd zonder ‘digitale afleiding’, maakte het lezen van een boek de dag toch iets draaglijker.
Confronterende ontmoetingen
Volgens Romy moest het bibliotheekpersoneel wel echt multifunctioneel inzetbaar zijn. “Sommige ontmoetingen tijdens het rondbrengen van boeken hebben toch wel veel indruk op me gemaakt”, herinnert Romy zich nog goed. “Tja, patiënten denken dan toch: aan hen kun je wel even wat kwijt”, vult Ine aan.
Het werken voor de bibliotheek ging zo dus echt wel verder dan het beheren van boeken alleen. Romy: “Soms kwam je bij een patiënt die je na een operatie het liefste ‘alles’ had laten zien. Nou, dan was de eetlust ’s middags in de pauze toch wel weg hoor”. Of ernstig zieke patiënten die langdurig of vaak opnieuw terugkwamen in de bibliotheek, bijvoorbeeld reuma- en longpatiënten. En van de een op de andere dag zag je die dan nooit meer terug. “Dat was soms best wel moeilijk om mee om te gaan”.
Boeken
Met het budget – dat was vroeger zoals al verteld zo’n 5.000 gulden in een jaar – werd erop uit getrokken om de collectie uit te breiden. “Er moest wel goed nagedacht worden over de aanschaf, hoor”.
De juiste boeken aanschaffen, dat lijkt terugkijkend toch altijd wel gelukt. De Patiëntenbibliotheek kreeg soms van patiënten die lid waren van bijvoorbeeld de Openbare Bibliotheek complimenten over hoe goed de collectie boeken in het ziekenhuis wel niet was. “Kunnen we hier geen vast lid worden?”, was dan vaak een gekscherende vraag. “We hadden hier dan vaak ook sneller nieuwe boeken dan de Openbare Bibliotheek”.
Welke boeken waren populair in het ziekenhuis en werden goed gelezen? “Konsalik, en cowboyboeken!” Voor de oudere dames, deden de altijd terugkerende boeken over het koningshuis het erg goed. “Weet je, eigenlijk werd er wel van alles gelezen. Zolang het maar goed afliep!” Tja, wel van belang natuurlijk voor een zieke patiënt. “Ja, er werd vaak bij de aanschaf van de boeken echt rekening gehouden met het vraag of een boek slecht afliep of niet”.
De boeken die werden aangeschaft waren altijd nieuwe boeken, nooit tweedehands. Soms werden er ook boeken gekocht, die niet eens echt om te lezen waren. “Gewoon kunnen bladeren op zich, heeft al een belangrijke functie als afleiding”, zegt Miriam uit ervaring. Plaatjesboeken deden het dan ook vaak goed.
Van echte studieboeken was geen of weinig sprake. Daarvoor had het ziekenhuis immers een apart school gedeelte.
Euregio
“We hebben hier ook geregeld patiënten van de AFCENT (tegenwoordig AFNORTH, red.) over de vloer gehad. Of soms kwamen hier mensen die gewoon niet uit de omgeving waren, maar in het ziekenhuis terecht kwamen omdat ze hier een ongeluk hadden. Dan kom je wel in aanraking met verschillende talen”, zegt Romy. “Maar die talen waren ook wel in ons boekenaanbod terug te vinden, hoor”, vult Miriam aan. “Er was een ruim aanbod in Franse en Duitse boeken. Een leuke afspiegeling van de hele Euregio hier. Zelfs boeken in het Pools!”
Is Atrium MC in Heerlen goed beschouwend dusdanig veranderd, dat er geen vraag meer is naar boeken voor patiënten? Kortom: verschilt het ziekenhuis hierin met andere ziekenhuizen?
Nieuwe tijden, geen patiëntenbibliotheek
“Nee, het is meer een algemene ontwikkeling”, legt het bibliotheekpersoneel uit. Meer het huidige tijdsbeeld dus? “Ja, dat speelt wel in elk ziekenhuis. Patiënten blijven korter. En de faciliteit die hier aanwezig is – of beter gezegd was – is sowieso lang niet overal vanzelfsprekend geweest. In anderhalve maand tijd zijn er nu vier boekjes uitgeleend, dat is te weinig om de patiënten bibliotheek open te houden. Met name qua ruimte die het in beslag neemt.”
Toekomst
“Vroeger kreeg je een boek om je tijd hier door te komen, nu krijg je bij wijze van spreken een inlocode…”, zo wordt het verschil in tijdsbeeld geschetst. Men brengt nu meer tijd met de computer door dan met een boek. Al kun je tegenwoordig zelfs boeken op de computer lezen (de zgn. ‘e-books’). Het lezen zelf is dan ook zeker niet voorbij, maar het fysieke patiëntenleesboek lijkt in een ziekenhuis steeds verder uit te sterven. Maar ook al mag de tijd van boeken gedeeltelijk voorbij zijn, de bibliotheek heeft toch een heel belangrijke rol voor het ziekenhuis vervuld.
De Romeinse filosoof Cicero stelde ooit: “Een kamer zonder boeken is een lichaam zonder ziel”. Hij zou de bibliotheek in Atrium Heerlen dan ook van onschatbare waarde hebben gevonden. En met hem, de vele patiënten die er ooit hebben gelegen.
Wat gebeurt er met de boeken? Een groot deel van de boeken heeft al een nieuwe bestemming gekregen en een deel komt wellicht ten goede van KiKa en een project in Afrika. Er wordt volgens het bibliotheekpersoneel hoe dan ook naar goede, nieuwe bestemmingen gezocht.