In en rond Heerlen was (en is nog steeds) het Kapellebos en het Imstenraderbos. Maar een heel speciaal bos ligt middenin het centrum: het Aambos.
’s Zondags gingen wij daar nogal eens heen om er naar de herten te kijken. Er liepen ook pauwen rond die regelmatig hun staart optilden om de fraaie verentooi te tonen. Het zal die beesten best wel moeite hebben gekost om de vracht veren omhoog te krijgen.
In de herfst liepen we graag schoppend door de hopen afgevallen blad in het “ravijn”. Maar soms zat er een boomstronk onder verborgen wat menigmaal een blauwe teennagel tot gevolg had als je tegen zo’n stronk had geschopt.
Over dat ravijn lag een houten brug, maar waar die heen leidde weet ik niet meer. Aan de overzijde van de steile Oliemolenstraat ging het Aambos verder, maar zover kwamen wij bijna nooit dus kan ik me er niets van herinneren.
Terworm
Soms gingen we tamme kastanjes rapen bij Terworm. Vanuit Meezenbroek, fietsten we dan langs de steenfabriek aan de Meezenbroekerweg de Kempkensweg in, de spoorwegtunnel door en dan rechtsaf langs de lange groene loods van de Nationale Houthandel. Die loods was gebouwd van verticale latten met tussenruimten zodat de wind er doorheen kon waaien om het hout te drogen.
Je kon daardoor dwars door die loods heenkijken. Aangekomen bij de plek van de kastanjebomen waren we een poosje zoet met het vergaren van de ……. ja wat zijn dat eigenlijk, tamme kastanjes? Als we genoeg uit het harige omhulsel hadden gepeuterd gingen we weer verder. Langs Kasteel Terworm naar “de dikke boom” waarna we via het Eikenderveld weer huiswaarts reden.
Het Aambos was ook mijn favoriete speelterrein. Vanuit de ingang Molenberg waar die enorme zwerfkei ligt liepen we naar beneden, dan onder aan de afdaling naar links richting hertenkamp. Even op een bankje zitten kijken naar de beesten en dan om het hertenkamp heen naar boven richting houten brug. Op de brug bleef je even staan om naar beneden te kijken en een beetje te huiveren vanwege de hoogte! Via de brug kwam je in een afgelegen stukje bos waar je beukenootjes kon rapen. Dit stuk bos grensde aan het terrein van het klooster aan de Voskuilenweg. ( ook wel het Sanatorium genoemd ). Thuis bakten we de beukenootjes in een pan met een beetje vet. Heerllijk! Wat minder bekend is was het feit dat aan de uiterste rand van het bos ( beneden aan de kant van de Groene Boord ) een strook grond was afgezet waarop een bordje Verboden toegang stond. Hier groeiden zeer zeldzame planten die elders niet meer werden aangetroffen.Tijdens natuurkundeles op de Mulo gingen we hier praktijkervaring opdoen.
Ook voor mij was het Aambos de speelplek. We speelden meestal in het deel tussen Oliemolenstraat en Molenberglaan, op de grote ligweide en in de omringende bosjes. Aan de overkant van de Caumerbeek bouwden we hutten in het “moeras”. Later kwam ik er vooral met de honden. Geweldig eigenlijk, zo’n bos middenin je stad. Vond ik toen heel gewoon, maar ik ken geen stad die dat ook heeft. Op de speelweide verscheen op een gegeven moment een witte polyester bol, met een stuk eruit dat in het gras lag. De buurt ging te keer en er werd meermalen gepoogd het ding in brand te steken en te vernielen. Dat was in de tijd van het Tietengebouw op de Akerstraat. Ze hadden vast nog wat polyester over. Het verhaal ging dat die bol de eerste was van een hele rij die van boven naar beneden zou lopen. De bol heeft nog jaren daar gestaan, maar is toch verdwenen en die rij is er nooit gekomen. In de winter werd de wei intensief gebruikt om te sleeën, en dan moest je ervoor zorgen dat je niet tegen een boom knalde of de beek in dook. Het was natuurlijk wel sport om zo lang mogelijk op je slee te blijven. Er was toen ook nog een boswachtershuis met twee boswachters die het Aambos onderhielden en een beetje een oogje in het zeil hielden. De ene man had heel glad haar van de Brylcream en de ander had een snor en krullen. Ze droegen altijd bruingroene corduroy pakken. Toen ik heel jong was hingen er hier en daar aan de bomen blauwe ovale borden met de tekst “Spaar de vogels”. Dat snapte ik toen niet zo goed… Naast dat deel van het bos had je ook de HTP, dat toen nog het Philosophicum heette. Daar kropen we vaker door het hek en gingen we op bezoek bij de priesterstudenten. Ik herinner me een heel aardige, die ons altijd roggebrood met stroop gaf. Er was daar ook een Mariagrot en daar konden we altijd onze hond terugvinden als ze weer eens weggelopen was.
Het andere deel van het Aambos vond ik altijd een beetje donker. We gingen wel naar de herten kijken en er was toen ook nog een café midden in dat deel, met een terras waar je ijs kon kopen. Dat is later gesloopt, maar de funderingen hebben er nog jaren gelegen. En natuurlijk was er de Oliemolen.
Ik woon al heel lang niet meer in Heerlen, maar ben een paar jaar geleden nog eens wezen kijken. De houten brug is nog altijd imposant, maar ik vond het wel veel meer “aangeharkt” dan vroeger en minder “bossig” daardoor.
Het Aambos was ook het uitje voor ons als kinderen met de ouders en andere familieleden. (Die woonden allemaal vlakbij elkaar) Oud brood mee voor de herten. Het geluid van de pauwen was overal hoorbaar. Ik herinner me in het hoge gedeelte nog steeds een soort muziekkiosk. Nu ik erover nadenk, heb ik daar wel eens een mandolineconcert gehoord. Naderhand werd dit bouwsel niet meer gebruikt. Te oud, mors, duur?
In het rechter gedeelte is het open weiland. Daar kon je als het gesneeuwd had in de winter geweldig sleeën. Naar beneden, over het pad en dan bliksemsnel afremmen voordat je in de heesters voor de keutelebeek(?) belandde. Dat is menigeen overkomen. Aan de rechterkant van het weiland (kijkrichting naar beneden) was een enorme glijbaan. We gingen er met de kinderen van de straat naartoe en hadden er zoveel lol dat we pas teruggingen als we halfbevroren en blauw aangelopen waren. Dan werd ik soms door mijn ouders warm gewreven en kreeg ik een “flanellen laken” om me heen en mocht voor de kolenkachel in de “zondagse kamer”ontdooien.
stond er in het aanbos ook niet een muziek koepel ??
wie weet dat ??Of heb ik het mis .
En op de groene weide kon je heerlijk in de winter (met sneeuw) van de helling af .Ik heb er heel wat leuke herinneringen aan .En de beek bij het Aambos kon je goed over heen springen .Niet altijd ,maar meestal ging dat goed .Soms was het water rood .Waar kwam dat vandaan ??
De kiosk in het aambos was het paviljoen. Ik herinner me nog dat het op zomeravonden open was en dat er zelfs gedanst kon worden. Het lag ongeveer, als ik me goed herinner, midden in het oude gedeelte van het Aambos, iets hoger dan het hertenkamp.
Hallo Leni Haak.Ja er was in het aambos een gebouw dat ze het Paviljoen noemde, In de zomermaanden werd er gedanst, heel lang heb ik gezocht naar een foto van dat gebouw.het heeft voor mij heel veel herineringen.En bij de houten brug was een prachtige speeltuin .het was gelukkig niet zover van Mezenbroek dus konden we er vaak naar toe De beek die naast het Aambos liep daar werd van verteld als die rood was kwam het dat het bloed van het slachthuis was.
Dat rode water kwam van het slachthuis dat het afvalwater ongezuiverd op de beek loosde.
Wij gingen in Schandelen naar school en moesten vanuit Mezenbroek dat stuk lopen.Toen ik nog in Mezenbroek woonde sprongen wij vaak over de beek die toen nog bovengronds was mijn vader had daar een stuk land waar de schapen en de geiten op stonden,