Halverwege de weg van Heerlen naar Brunssum ligt, ingeklemd tussen de Brunsummerheide en een zilverzandgroeve, de Maria Christinawijk. In de volksmond werd deze wijk vroeger de Hermann Göring kolonie genoemd. Hoe zit dat eigenlijk?
Ondersteunen van de oorlogseconomie
Hermann Göring, de tweede man van de Hitlerdictatuur, had vele taken. Naast baas van de Luftwaffe had hij al snel een stevige vinger in de pap op economisch gebied, vooral als het ging om grondstoffen. Het Duitse leger en de Duitse economie moesten klaar zijn voor de oorlog. Speciaal met dit doel werden de Hermann Göring Werke opgericht. Zonder mededogen werden ook vele duizenden dwangarbeiders ingezet. De grote organisator leefde ondertussen in grote luxe in zijn in de buurt van Berlijn gebouwde kasteel Karinhall, vooral berucht als opslagplaats van geroofde kunst.
Ook onze Mijnstreek moest vanaf 1940 een bijdrage leveren van de Duitse oorlogseconomie. Om Duitse mijnwerkers en Duitse officieren te kunnen huisvesten werd in 1942 begonnen met de bouw van de Maria Christinawijk. Het “Volk ohne Raum” zou kunnen verhuizen naar gezonde en ruime volkswoningen. Zo zouden ze ook geprikkeld worden tot gezinsuitbreiding. Dit was immers wat Hitler wilde bereiken: veel gezonde Arische kinderen. Zo zou de toekomst van het Derde Rijk verzekerd worden.
De huizen moesten ruim zijn en er fraai uitzien, zodat de Duitse burgers er zich thuis zouden gaan voelen. Dit sloot aan bij het aloude ideaal van iedere Duitser “sein Häuschen im Grünen”. Door al deze wensen werd het wel een erg duur project. De kosten werden beperkt door alleen maar dezelfde woningtypen te bouwen, die dus op grote schaal gemakkelijk konden worden herhaald. Bovendien werden op grote schaal goedkope dwangarbeiders ingezet.
Vluchtelingen
Het verloop van de oorlog was, vanaf het moment dat de woningen gebouwd werden, niet gunstig voor Duitsland. Het Duitse leger leed grote verliezen en de eerste nederlagen begonnen zich af te tekenen. Duitse steden werden systematisch gebombardeerd. Om het moraal van de Duitse bevolking hoog te houden en de ergste nood te verzachten, werden de nieuwe Heerlense woningen aangeboden aan families uit Duitse gebombardeerde gebieden. Lang hebben ze er niet van kunnen genieten. De wijk was nog niet af, toen op Dolle Dinsdag (15 september 1944), de laatste Duitsers al weer vertrokken. De Amerikanen waren in aantocht.
In samenwerking met het BernardinusCollege te Heerlen gingen Michelle Meens, Nicole Kremer en Karlijn Janssen op onderzoek uit. Wie was deze Hermann Göring? Hoe kwam het bouwplan van de Maria Christinawijk tot stand? En hoe verging het de architecten en de bouwers.
Vanaf volgende week beantwoorden we deze vragen in een tweeluik over de Maria Christinawijk.
ik ben wel eens in deze huizen moeten zijn vanwege mijn werk jaren geleden, ik kende het verhaal achter deze huizen, maar ik wist niet dat deze huizen werkelijk enorm groot zijn, de woonkamer is gewoon een danszaal. enorm groot dus en degelijk duits gebouwd.
Daar mijn vader een voegbedrijfje had, en er een medewerker bij hem in dienst was.
Deze jongeman woonde op de Vrijherenberg bijna op het einde.
Zodoende ben ik ook regelmatig in deze woning geweest,inde jaren 1968 t/m 1976
Maar ook in de enorme kelders ervan, die in verschillende ruimtes waren in gedeeldt.
De deuren waren staal deuren met rubber omrand, voor een eventuele gas aanval.
Tevens voorzien van twee stevige hendels om sluiten.
Voor het geval er een aanval kwam kon men hier schuilen.
wij(mijnfam) zijn in 1957 verhuisd van meezenbroek naar de Adelaarstr. van daar uit zijn de 4 broer om de beurt getrouwd en vertrokken.mijn ouders zijn in de jaren 70 verhuisd naar de mgr.ferronstr. het was een groot huis met 4 sl.k. ligbad,een grote luxe.zeer grote kelder met stalen deuren mede bedoeld als schuilkelder.in meezenbroek woonden wij in de sav.lohmanstr.1 vader/moeder en 4 jongens.met z’n vieren op een slaapkamertje 2 eenspersoons bedden .alle winkels in meezenbroek ken ik op mijn duimpje.in 1935 geboren en mijn hele jeugd in meezenbroek gewoond.op de site MSP staan een paar verhaaltjes over mijn jeugd.rob(bob) van hout
Ik heb van ’67 tot ’89 (van geboorte tot 21 jaar) gewoond op de Vrijheerenberg 13; de bovenste straat van de Heksenberg dus. Op http://www.motra.eu/boerderijbunkers/00%20html/heerlen.html staan een paar fraaie foto’s; ook van een bunkerdeur in de kelder.
http://www.motra.eu/boerderijbunkers/01%20afbeeldingen/heerlen%204%20HR.jpg
Ik heb de organisatie achter deze website gevraagd om meer informatie; als ik iets ontvang plaats ik dat hier.
De bunkerdeur is niet de doorgang naar de buren; dat was namelijk geen deur maar volgens mij een dunne stenen wand geplaatst in een doorgang die doorbroken kon worden in geval van bijvoorbeeld een instorting door bommen.
Ik vind de titel wel hilarisch in een bepaald opzicht; Een Arische Modelwijk … Verder prima herinneringen aan deze wijk; fantastische jeugd gehad in de wijk, de zandkoel ernaast en de bossen tot in Duitsland.
Leuke website overigens; ik kan er uren in rondstruinen !
Als toenmalige jeugdige van de vogelbuurt, spraken wij alleen maar over de HG kolonie, het was voor ons een andere wijk en spelen met kinderen van daar was not done!
ruud laat wat van horen.
Geboren op de Heksenberg, Elandstraat 65. Als zevende uit een gezin met negen kinderen was er in dit huis plaats voor iedereen. Nou ja, wel met vier jongens op een slaapkamer. De kelder had verschillende ruimten waarvan een de waskelder was, een smalle ruimte met een stalen put naast de voordeur voor de kolen, een ruimte die werd gebruikt als opslagruimte en achter de stalen deur met grendels de werkplaats van mijn vader. In de hoek was een smalle ruimte waar s’winters de aardappels lagen. De muur op het einde van deze ruimte was enkelstreens zodat bij instorting daar de mogelijkheid was om door te breken naar de buren.
Heb net het boek “Heksenberg vroeger” gekocht en geniet nu van de verhalen en informatie.
Hallo Wiel: Ik ben Johan Visser wij woonden tegenover jullie op nummer 85.naast jullie woonden toen de fam.Koort (c) , jullie kant had de keuken aan de voorkant die van ons aan de achterkant. In 1974 zijn de huizen verbouwd met een grote woonkamer en achter een bij geplaatste keuken en achter de tuinen brede inritten met garages.Mijn vader heeft er nog tot 1999 gewoond. Gr. Johan. Ps. Was jij het met de electronica winkel in h.broek.
Ik ben met heel veel plezier opgegroeid in de Pelikaanstraat. Aparte herinneringen heb ik aan de schoolbus die de niet katholieke kinderen ophaalde en naar Nutsschool in Treebeek bracht. De school lag naast het Stoflaboratorium van de Gezamelijke Steenkolenmijnen waar mijn vader werkte.
Aparte herinneringen heb ik ook aan de katholieke processies door de straten van de buurt. Als ik het mij goed herinner werd in de straten een zandbed van gekleurd zand aangebracht.
Ik heb nog op de katholieke kleuterschool aan de Roebroekweg gezeten. Volgens de verhalen sprak ik jezus uit als “je zus”. Ik snapte er dus niks van.
Een van de nonnen heeft mij een keer voor straf in een donker hok opgesloten. Zo ging dat toen.
Bij de kleuterschool woonde ook de melkboer en op een dag waren de gordijnen dicht en stond er een kruis met een zwart lint bij de voordeur. De melkboer was overleden. Volgens de verhalen hebben mijn buurjongen en ik aangebeld met de vraag of wij de dode melkboer mochten zien. Dat mocht.
Zelf weet ik dat niet meer, maar ik vertrouw de vertellers wel.
http://www.limburgsemijnen.nl/Stoflaboratorium%20Staatsmijn%20Hendrik.html
http://www.panoramio.com/photo/28232027
http://www.panoramio.com/photo/24827643
Die melkboek woonde, dacht ik aan de overzijde van de school. Daar stonden nog een aantal oudere huizen.
Inmiddels denk ik dat het gaat over de “Eerste Heerlerheidse Melkhandel” van L. Kleintjens op de Roebroekweg 84 (Limburgsch Dagblad van 31-12-1949).
Op 23-3-1937 kreeg L. Kleintjens vergunning voor de bouw van een winkelhuis aan de Roebroekweg 84, op 28-10-1938 voor het bouwen van een overdekt gedeelte achter het winkelhuis en op 10-11-1949 voor het bouwen van een melkkamer op nr. 21
Hij is Lodewijk (Lowie) Kleintjens, ovl. Heksenberg 17-5-1963, oud 88 jaar, gehuwd met Anna Maria Josephina (Marie) Stevens, ovl. Heksenberg 3-5-1965, oud 87 jaar. Hun levensverhaal staat beschreven in het verhaal “Lowie en Marie 50 jaar getrouwd. Feest te Heerlerheide” in het Limburgsch Dagblad van 30-12-1953.
Hun zoon Mathijs Jozef Kleintjens overleed op 19-11-1949, 39 jaar oud.
Overigens hadden Lowie en Marie Kleintjens eerst een café en een winkel aan de Rennemig. In hun café ontstond in 1908 het plan tot oprichting van de Wielerclub “De Heidebloem”. “Feest in Heerlerheide. “Heidebloem” bestaat 40 jaar” in het Limburgsch Dagblad van 14-8-1948.
Het 30-jarig bestaan werd gevierd in Lokaal P. Grond-Smeets aan de Rennemigstraat 27 (Limburgsch Dagblad van 18-10-1938).
Op 28-4-1939, 25-5-1962, 11-9-1968 en 10-7-1973 kreeg P. Grond vergunning voor het verbouwen van het woonhuis en café aan de Rennemigstraat 27.
Peter Grond, geb. Mariadorf (Dld) 30-12-1904, overleed in Heerlerheide op 9-5-1979.
Het café heette in 1975 al Café Jans-Grond, naar dochter en schoonzoon Martin en Mia Jans-Grond (Limburgsch Dagblad van 2-7-1975 en 19-4-1994).
Leuke verhalen. Overigens was mijn opa Frans Kleintjens ( broer van Nonk Lowie) medeoprichter van de Heidebloem.Hekaas stierf hij in 1920 samen met 4 vanzijn kinderen aan de Spaanse griep. Mijn vader Lei/Leo s op 25-8-1916 geboren en heeft zijn vader nauwelijks gekend. Grappig dat ikzelf al sinds 1979 in de MC wijk woon (Adelaarstraat)