Toen de oorlog ernst werd en de Heerlense mensen angst gingen krijgen om hun geliefde stad op een kwade nacht kwijt te raken, werd samen met deken Nicolay overlegd wat te doen. Dat het de moeite waard moest zijn, daar waren de mensen het snel over eens, maar wat het moest worden, daar werd heel goed over nagedacht.
Dit is deel 5 uit “Verhalen over Heerlen van Marie-Louise Verhelst-van Loo”
In 1943 waren ze het erover eens. Een kapel ter ere van Maria zou na de oorlog gebouwd worden, als dank wanneer ons goede oude Heerlen gespaard zou blijven.
Er werd een fonds gesticht waar iedereen naar believen zijn geld kon storten. En er werd gestort, dat kun je wel zeggen. Iedereen die in angst zat dat een geliefd familielid opgepakt zou worden door de Duitsers, of als het een nacht weer onmenselijk te keer ging door de bombardementen, dacht bij zichzelf, het kan geen kwaad eens wat geld te storten en Maria te vragen ons te sparen. Wat mij persoonlijk erg goed in gedachte gebleven is en als een film nog vaak aan mij voorbij trekt, is een dag kort voor het einde van de bezetting.
De Duitsers die de nederlaag zagen aankomen, gingen in hun laatste stuiptrekkingen nog eens heel vervelende dingen doen. Die dag bijvoorbeeld gingen ze op pad om alle mannen die ze konden vinden en die enigszins tot werken in staat waren, op te pakken om wegversperringen op te werpen om de oprukkende bevrijders tegen te houden. Dat ging met levensgevaar gepaard en natuurlijk probeerde iedereen zijn mannen zo goed mogelijk te verbergen. Bij ons zat een gedeelte op de hooizolder onder het hooi. Voor allergielijders was dat geen geschikte plaats, die zouden door niesbuien de hele groep verraden, daar was een andere veilige plaats voor gezocht en gevonden. De toenmalige directeur van de melkcentrale “De Mijnstreek” die naast ons was gevestigd, had gelukkig het hart op de goede plaats en bovendien een goed stel hersens. Een melkcentrifuge van enorme afmeting was in orde gemaakt om een aantal mannen te verbergen. Een pretje was dat natuurlijk niet en het moest ook niet te lang duren, maar alles was beter dan op de laatste minuut nog gepakt te worden.
Mam en ik hadden ons boven op mijn slaapkamer, die voren aan de straatkant lag, onder het venster, dat op een kiertje stond, geposteerd. We luisterden met ingehouden adem naar de met zware kopnagels gezoolde laarzen van de veldgendarmerie. Plotseling hoorden we ze door de straat komen. De angst kreeg ons hevig te pakken en ik dacht aan de belofte voor de Mariakapel die wij, Heerlense mensen, gedaan hadden. Mam, zei ik in mijn angst, laten we duizend gulden beloven voor de Mariakapel als onze jongens gespaard blijven. Onze moeder, die net als ik door angst werd verteerd, wist ook onder die omstandigheden nog haar verstand bij elkaar te houden en gaf me een wijze les. Kind, luister goed, dat wat men belooft moet men ook doen, maar een bedrag noemen lijkt me niet verstandig. Men weet immers nooit wat ons nog te wachten staat.
Laten we zeggen, we sturen wat we missen kunnen en dan een beetje meer, lijkt dat je niet beter? Ja mam, dat lijkt me inderdaad beter. Onderhand waren twee mannen van de veldgendarmerie tot voor ons huis aangekomen en door dat kiertje van het openstaande venster hoor ik de een tegen de ander roepen””Warst du schon hier? Ja, geh nur weiter, da war ich schon”. En ze liepen door.
Als ik ooit aan een wonder heb geloofd, dan is het op dat moment geweest. Ik drukte Jo van Paula, och arm hij was nog geen vier jaar oud, heel hard tegen me aan. Wie zocht steun bij wie? Na de oorlog is de kapel inderdaad gebouwd aan de Akerstraat aan de ingang van het kerkhof. Wat men belooft moet men ook doen. Heerlen was tenslotte nog redelijk gespaard gebleven, al zou je dat niet zeggen als men een wandeling door de moderne winkelstad maakt.
Wie weten wil hoe het vroeger uitgezien heeft, kan dat nog nakijken in het boekje met oude ansichtkaarten. Ik heb dat niet nodig, want ik zie Heerlen nog in zijn oude schoonheid in mijn dromen en daar geniet ik van. We hadden misschien toch wat meer moeten uitgeven voor de Mariakapel en dan in meteen vragen voor wat meer smaak en wijsheid in de Heerlende raad. Dat velen nu spijt hebben van alles wat gedachteloos afgebroken is, helpt ons nu ook niet meer. Tranen achteraf houden geen schoonheid in bloei.
Wilt u dit verhaal in het origineel, het Heerlens lezen?
Laat dit dan even weten d.m.v. een e-mail naar:lgjvanloo@planet.nl. Dan sturen wij u het origineel toe.