Mijn ouders, Lei Lemmens, geboren in Treebeek en Lies Schepers, geboren in Amstenrade, ontmoetten elkaar eind jaren ’40 op de toenmalige “flaneerstraat” op de Akerstraat Noord (in Hoensbroek). Dat was ter hoogte van de Staatsmijn Emma. In 1950 trouwden zij en gingen wonen op de Molenberg, op de hoek Van Lennepstraat/Van Alpenstraat, in het bovengedeelte van een duplexwoning. Mijn vader werkte als inkoper op het hoofdkantoor van de Staatsmijnen, bureau Inkoop. Mijn moeder deed het huishouden en zorgde voor twee jonge kinderen die in 1951 en 1953 geboren werden. De derde was op komst.
Dagelijks fietste mijn vader naar Heerlen-centrum, de Molenberglaan op en neer. Mijn moeder ging regelmatig te voet hetzelfde traject al dan niet met kinderwagen naar Schunck, de markt en het Groene Kruis aan het Tempsplein. Een flinke inspanning.
De komst van het derde kind was mede reden om in 1954 te verhuizen naar de nieuw, tegen het Eikenderveld, gebouwde wijk Het Loon. Het Loon bestond uit de Diepenbrockstraat, Valeriusstraat, Sweelinckstraat, Gebrs. Hennenstraat en Sint Angelastraat. Wij woonden in de Valeriusstraat.
In bijna alle huizen woonden jonge gezinnen. De Gebrs. Hennenstraat en de St. Angelastraat waren flatwoningen van drie etages. De vaders waren werkzaam op de kantoren van de Staatsmijnen, Arbeidsbureau, gemeente, C en A, waren vertegenwoordiger (Douwe Egberts, Schoolmeubelen), leraar (HTS, Kweekschool) enz. Arbeiders en spoorwegemployees, zoals in grote delen van het Eikenderveld, woonden er niet.
De meeste gezinnen hadden tussen de twee en vijf kinderen. Ze groeiden op in de jaren vijftig, zestig en zeventig en vormden hechte vriendschappen. Eind jaren vijftig kwamen de eerste televisietoestellen in de buurt. Het feit dat mijn ouders als een van de eersten een TV kochten leidde ertoe dat op de woensdag- en zaterdagmiddagen een schare kinderen aan de keukendeur klopten met verzoek om het kinderuurtje te mogen kijken.
De kinderen uit Het Loon vonden elkaar in de paadjes achter de huizen en de grote speelterreinen die de buurt omzoomden: de weiden aan de Sweelinckstraat/Gebrs. Hennenstraat, die reikten tot waar nu winkelcentrum Het Loon ligt, en de weiden en bossen van Terworm. De Stadsautobaan moest nog aangelegd worden en het bos reikte van kasteel Ter Worm tot aan de villa van de Oranje Nassaumijnen aan de Valkenburgerweg, waar nu verzorgingshuis Douvenrade ligt.
Op de weiden werd door de jongens dagelijks gevoetbald, de doelen gevormd door kledingstukken. Het veld verplaatste zich voortdurend naargelang het gras verdween door het intensieve gebruik. De jeugd van Het Loon had een vaste ontmoetingsplaats, in het “paadje” achter de Sweelinckstraat en de Valeriusstraat, ter hoogte van de families Pelt en De Vries.
Contacten en vriendschappen met de jeugd uit het Eikenderveld waren er in die jaren nauwelijks. Er bestond een hechte verbondenheid binnen de buurt Het Loon.
Veel jeugd was actief in verenigingsverband: Zwemvereniging Oranje Nassau (in het Sportfondsenbad aan de Valkenburgerweg en zwembad Ter Worm), welpen en verkenners van Pater Beatusgroep voor de jongens, voor de meisjes kabouters/gidsen, gymnastiekvereniging Coriovallum (in de Clara mulo), voetbalclub Eikenderveld (aanvankelijk voorbij de Nationale Houthandel, later Kinderstad, langs het spoor), of als misdienaar/acoliet in de kerk aan de Laanderstraat. De nieuwe misdienaars selecteerde pater Adelmus in de vierde of vijfde klas van de lagere school St Ludovicus, in overleg met de onderwijzer. Voor de kerk waren de straten van Het Loon, de Laanderstraat, Looierstraat en de Hofmeijerstraat de hofleveranciers.
De jongste kinderen bezochten de kleuterschool aan de St. Angelastraat. In de vijftiger jaren nog door nonnen gerund. Daarna vervolgden de jongens hun schoolcarriëre aan de Sint. Ludovicusschool en de meisjes aan de Maria Onbevlekt Ontvangen in de Pater Beatusstraat. Kinderen uit het gehele Eikenderveld, de boerderijen van Terworm en van kasteel Terworm bezochten deze scholen. Grote klassen waren geen uitzondering, tot 47 leerlingen in klas 4.
De kinderen van boer Vaessen (hoeve Op den Dries) en Kerckhoffs (hoeve Gitsbach) en van de families Seelen, Gal en Eckhardt van kasteel Terworm, fietsten dagelijks door weer en wind op en neer.
Later fuseerden beide lagere scholen tot de basisschool Eikenderveld, die huisvesting kreeg in de verbouwde kleuterschool.
Het bos van Terworm, eigenlijk verboden terrein, vormde naast een enorme “speelplaats” een rijke vindplaats van vogels, konijnen, hazen en hagedissen en salamanders die leefden in de beken gevoed door enkele bronnen. Boswachter Knols werd door iedereen gevreesd. Een korte opsluiting in de kelder van kasteel Terworm was de aangezegde straf voor de kinderen die door hem in het bos betrapt werden.
Vrijwel iedereen had in de zomer een abonnement op zwembad Terworm.
In de winter vormde de weide van de Paulussenberg, gelegen achter de St. Clara-mulo richting bosrand en beek, een waar slee-paradijs.
Ook het rad van de Eikendermolen, met ernaast gelegen de restanten van het kasteel Eyckholt, draaide eind jaren vijftig nog. Na de latere herinrichting van de waterlopen in het gebied werd de molen stilgelegd en raakte deels in verval. Het waterrad vond een herbestemming in de Volmolen in Epen.
Langzaam maar zeker breidde Heerlen (-centrum) zich uit richting Het Loon. Het meest ingrijpend was de aanleg van de stadsautobaan, waarvan de werkzaamheden begin jaren zestig startten. Een groot deel van het bos van Terworm, en de Paulussenberg in zijn geheel, verdwenen. De Stadsschouwburg, de flats aan de Muzenlaan (waarvoor de grotendeels houten Mgr. Savelberghschool tegenover het huidige GGD-gebouw werd afgebroken) en het Burgemeester van Grunsvenplein, winkelcentrum Het Loon werden gebouwd. Tenslotte ook de GGD en het hoofdkantoor van DSM.
Liep vroeger de Looierstraat naast de kerk van de Laanderstraat bij de Citroëngarage Claessens (later Sondagh) dood, overgaand in groengebied, vanaf midden jaren zestig verstedelijkte dit gehele gebied. Ook verhuisden veel gezinnen van Het Loon van het eerste uur naar het Aarveld, Bekkerveld, Welten en De Erk. Daarmee verdween ook langzaam maar zeker het “Het Loon”-gevoel.
De laatste keer dat ik de naam Het Loon, als buurtaanduiding nog een keer tegenkwam was in 2019 op het overlijdensprentje van mevrouw Coenen uit de Valeriusstraat.
Wat rest zijn de herinneringen aan een prettige en mooie buurt, waar het fijn wonen was.