Eindelijk een echte Burgemeester

23.45

Na het lezen van De geur van kolen beklijft een beeld van een burgemeester die zeer nauwe contacten onderhield met Nazi’s en NSB’ers, die antisemitische en discriminerende maatregelen van de bezetter uitvoerde en die na de oorlog alleen dankzij zijn contacten in hogere kringen burgemeester mocht blijven.

Beschrijving

In oktober 2013 verscheen De geur van kolen van journalist Joep Dohmen. Het boek is een familiegeschiedenis, aan de hand waarvan Dohmen de opgang en neergang van zijn geboorteplaats Heerlen onderzoekt.

In de pers kreeg De geur van Kolen echter voornamelijk aandacht vanwege wat Dohmen bestempelde als het tot dan toe ‘onbekende oorlogsverleden’ van Marcel van Grunsven, die van 1926 tot 1961 burgemeester van Heerlen was. Na lezing van De geur van kolen beklijft een beeld van een burgemeester die zeer nauwe contacten onderhield met Nazi’s en NSB’ers, die antisemitische en discriminerende maatregelen van de bezetter uitvoerde en die na de oorlog alleen dankzij zijn contacten in hogere kringen burgemeester mocht blijven. Kortom, het tot voor kort positieve beeld van Van Grunsven als oorlogsburgemeester zou niet kloppen.

Naar aanleiding van de ‘nieuwe feiten’ die Dohmen in zijn boek presenteerde, riep de Heerlense gemeenteraad op tot een hernieuwd onderzoek naar de oorlogsgeschiedenis van de stad – in het bijzonder naar de rol van haar burgemeester. HistoryWorks, een collectief van Limburgse historici, bood daarop aan dat onderzoek uit te voeren. De resultaten daarvan zijn gepresenteerd in het op 17 september gepresenteerde boek ‘Eindelijk een echte burgemeester’. Feiten en fabels over Marcel van Grunsven 1940-1946. Aan de hand van pas­sages uit De geur van kolen wordt duidelijk gemaakt hoe Dohmen zijn verhaal over Van Grunsven construeert. De oogst stemt ontevreden. Onvolledige en verminkte citaten, weggelaten verklarende informatie en context, suggestieve formuleringen en ten­dentieuze uitleg creëren een beeld van een burgemeester op wie veel aan te merken is. Zo vermeldt Dohmen niet dat zijn voornaamste protagonist in de bronnen letterlijk een ‘querulant’ wordt genoemd en doet hij de gedetailleerde replieken van Van Grunsven af met het zinnetje: ‘In zijn verweerschrift wuift Van Grunsven de klachten weg.’ Van Dohmens claim dat de geraadpleegde dossiers in het Nationaal Archief ons een duistere kant van Van Grunsven onthullen, blijft niets over. Hij is niet verder gekomen dan het overnemen van beschuldigingen aan het adres van Van Grunsven die zeventig jaar geleden geen stand hielden, het ongegrond verdacht maken van het zuiveringsproces door Binnenlandse Zaken en het opkloppen van een onderzoek door een Bijzonder Gerechtshof dat nooit heeft plaatsgevonden. Dit alles roept de vraag op: is dit een bedrijfsongeval, het gevolg van een te begrijpen gebrek aan kennis of ervaring van een niet-historicus?

De onderzoekers hebben de bronnen gezien die Dohmen heeft gezien. Ze hebben vastgesteld welke rel­evante informatie hij weglaat, hoe hij de bronnen misbruikt, hoe hij contexten negeert en het weerwoord van Van Grunsven en anderen niet of nauwelijks weergeeft. De lezer mag oordelen of hier sprake is van geschiedvervalsing. Zeker is dat er sprake is van vooringenomenheid en manipulatie.

Bron: Bol.com