De Joodse onderduikers van de familie Jetten

Vanaf 1933 kwam er door de groeiende jodenhaat in Duitsland een stroom van joodse vluchtelingen op gang richting Nederland. Sommigen trokken richting familie of kennissen in Nederland en bleven hier, anderen probeerden door te reizen naar Engeland of Amerika.

Lees het verhaal van Truus Jetten die o.a. de bevrijding van Heerlen mee maakte en ook in Heerlen de studie tot vroedvrouw genoot.

Familie Hiegentlich
In Roermond stond de joodse Cesas “Cees” Hiegentlich bekend als helper van joodse vluchtelingen. In het kantoor achter zijn confectiewinkel aan de Markt ontving hij vluchtelingen, die net uit Duitsland waren aangekomen. Hier zorgde hij voor onderdak elders of soms zelfs voor reisdocumenten naar Engeland of Amerika. Door zijn gesprekken met de vluchtelingen had Cees in 1938 al een goed beeld van de denkbeelden van de nazi’s over de Joden en over hun leefsituatie in het Duitsland van Hitler. Door de gebeurtenissen in Duitsland en door de angst voor de gevolgen voor Joden bij een eventuele inval in Nederland, ging Cees al vroeg plannen maken om de vrouwen en kinderen van de familie Hiegentlich in veiligheid te kunnen brengen.

Truus Jetten
Spin in het web bij de uitvoering van zijn plannen werd zijn toen vijftien jaar oude medewerkster Truus Jetten. Truus Jetten was de oudste dochter uit een groot boerengezin uit het buurtschap “De Weerd” tussen Horn en Roermond. De vader van Truus was een bekende van Cees Hiegentlich. Ze kenden elkaar van het beugelen en zo was Truus ook aan haar baan gekomen. Het gezin van de ouders van Truus, Tinus en Maria Jetten, was ideaal om joodse vluchtelingen te verbergen. Ze woonden in een vrij afgelegen gebied, hadden een groot gezin waarin één kind meer of minder niet opviel en hadden toegang tot genoeg voedsel. Nog belangrijker, Cees Hiegentlich wist dat de familie Jetten betrouwbaar was.

Bron: "Verdraagtj uch!" | Ella en Truus Jetten
Bron: "Verdraagtj uch!" | Ella en Truus Jetten

Op de vraag van de familie Hiegentlich om hulp in het geval, dat de situatie in Nederland voor Joden uit de hand zou lopen, zeiden Tinus en Maria Jetten direct en volmondig ja.
Tijdens de Duitse inval in 1940 nam de jongste broer van Cees, de schrijver Jacob Hiegentlich, vergif in. Hij stierf enkele dagen later aan de gevolgen hiervan. In begin 1941 werd het familiebedrijf in Roermond onteigend. Het gezin van Cees vertrok naar Amsterdam, waar zijn jongere broer Joseph Hiegentlich met zijn gezin woonde. Later dat jaar vroegen ze Truus Jetten om het tweeënhalf jaar oude dochtertje van Joseph Hiegentlich te komen halen.

“Lieke”
De zeventienjarige Truus vertrok per trein naar Amsterdam, waar ze het dochtertje, Rosalie, ophaalde en meenam naar Roermond. Onderweg bedacht ze, dat Rosalie een andere naam moest krijgen. Ze bedacht Lieke, dat vond ze een mooie naam.

Bron: "Verdraagtj uch!" | Lieke
Bron: "Verdraagtj uch!" | Lieke

Andere onderduikers
In de maanden daarna haalde Truus steeds meer familie en kennissen van Cees Hiegentlich naar Limburg. Soms verbleven er wel meer dan 20 onderduikers, kinderen en volwassenen tegelijkertijd, bij de familie Jetten. In het begin betaalde ze de kosten voor de treinreizen zelf, later kreeg ze hulp via een netwerk voor hulp aan onderduikers.

De twee zoontjes van Cees Hiegentlich, Salomon en Abraham, werden door de jongere zus van Truus, Ella, bij het gezin van de huishoudster van Cees Hiegentlich, Toke Roumen uit Haelen, ondergebracht. Ze kregen de namen Sefke en Bairke. Omdat iedereen in Haelen Toke Roumen en haar gezin kende, moesten Sefke en Bairke zoveel mogelijk binnen blijven.

Het dochtertje van de naar Londen uitgeweken schrijver Herman de Man, Marietje, werd door het verzet van haar kostschool in Den Bosch weggehaald en door Truus in Eindhoven opgehaald. Ze bleef een tijd bij de familie Jetten en kwam toen terecht bij Paul Hendrikx, een broer van de moeder van Truus Jetten, in Horn. Ook de vrouw van Cees Hiegentlich, Duty, dook later bij de familie Jetten onder.

Een dag later ging de twaalf jaar oude broer van Truus, Nard Jetten, naar Eindhoven met een koffer vol kleren voor mevrouw Hiegentlich. Via contacten in het Eindhovense verzet kreeg Truus te horen, dat haar broer vast zat.

Bron: "Verdraagtj uch!" | Familie Jetten
Bron: "Verdraagtj uch!" | Familie Jetten

Ondergedoken
In de winter van 1943 zat Truus Jetten in de trein op weg van Amsterdam naar Roermond. Onderweg kreeg ze het gevoel dat ze werd gevolgd.
Truus kwam terecht bij een jong stel in Eindhoven, beiden werkzaam bij de douane en betrokken bij het verzet; ze mocht hier absoluut niet naar buiten. Hier hield ze zich ook aan totdat er iets gebeurde op straat. Truus verhuisde van onderduikadres naar onderduikadres en ging uiteindelijk in augustus 1944 in Heerlen een opleiding volgen tot vroedvrouw.

Bevrijding
Op 17 september 1944 maakte Truus in Heerlen de bevrijding mee. De Maas bij Roermond was ondertussen frontlijn geworden en de familie Jetten trok samen met alle onderduikers in bij Paul Hendrikx uit Horn. Hier zaten ze met 21 personen in de schuilkelder. Door de gevechten in Limburg lukte het Truus niet om contact te krijgen met haar familie, ze wist niet of ze nog in leven waren. Op 3 mei 1945 lukte het haar eindelijk om hen te bereiken. Truus kon enkele dagen bij haar familie blijven. Twee dagen later, op 5 mei, moest ze terug naar haar opleiding in Heerlen.

Na de oorlog
Marietje de Man bleef geruime tijd bij het gezin van Paul Hendrikx in Horn en ging daarna naar een onderduikadres in Helden. Ze overleefde de oorlog en woont tegenwoordig in Denemarken. Haar moeder, broertje en vier zusjes kwamen om. Haar vader stierf in 1946 bij een vliegtuigongeluk. Lieke bleef bij de familie Jetten tot na de bevrijding. In 1945 kwam haar moeder, die ondergedoken had gezeten in Laren, haar ophalen. Alle mannen van de familie Hiegentlich, waaronder Liekes vader Joseph en zijn broer Cees, zijn tijdens de oorlog vermoord. De vrouwen en kinderen hebben het mede door de hulp van de familie Jetten overleefd. Lieke Hiegentlich, nu Hirsch, heeft nog steeds een hechte band met de zussen Jetten.

Truus Jetten vertrok naar het buitenland en heeft over de hele wereld als vroedvrouw gewerkt. Na haar pensionering op 77 jarige leeftijd kwam ze terug naar Nederland Ella en haar vader en moeder (postuum) de Israëlische onderscheiding Yad Vashem. Dit op voordracht van de vele joodse kinderen, die aan de familie Jetten hun leven hebben te danken.

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

2 gedachten over “De Joodse onderduikers van de familie Jetten”

  1. I am the ex wife of one of the Hiegentlich boys. I was lucky enough to meet Truus and Toke when I went to The Netherlands in 2001. Truus took us all over Roermond and showed us Cesar’s home and business, where I took pictures of my daughter in front of the house where her father was born. There is a plaque on the wall commemorating Cesar’s brother, Jakob, the writer. Recently, Stolpersteine were added in front for Cesar and other family members. Toke gave me pictures of the boys from when they were with her. While we were there, we called my mother-in-law at her home in NY, so she could speak to Toke.
    And when Truus and her family were honored by Yad Va Shem, at The Hague, both of my children attended.
    The Jettens and the Roumens were very special and brave people.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.