Bron: Kb.bl | Kun je nog zingen, zing dan mee

Kun je nog zingen, zing dan mee..

Vroeger werd er volgens mij veel meer gezongen dan tegenwoordig. Op de lagere school werd, denk ik, gezongen in het kader van de muzikale vorming. Ook de uitzendingen van de schoolradio gingen vaak over muzikale onderwerpen.

In onderstaande tekst heb ik titels en delen van door mij geleerde schoolliedjes cursief weergegeven.

Bron: Kb.bl | Kun je nog zingen, zing dan mee
Bron: Kb.bl | Kun je nog zingen, zing dan mee

Op onze Neutrale Volksschool waren het meestal liedjes uit de bundel “Kun je nog zingen, zing dan mee”. Braaf leerden we zinnen als ……een peluwtje van mollig mos; een kussentje van bláren en één gordijn van váren uit het hoofd ook al hadden we geen flauw idee wat we een peluwtje was. In een blauw geruite kiel draaide hij aan ’t grote wiel… aan wát voor een groot wiel draaide hij eigenlijk en waarom. Wie was hij eigenlijk?

Op de Molenberg wisten ze wel dat met hij Hem bedoeld werd. Dat werd hen wel door de paters en broeders duidelijk gemaakt. De (R.K.) schoolkinderen aldaar leerden trouwens heel andere liedjes wat ook het geval was op de (Chr.) Dr. De Visserschool aan de Burettestraat.

De diverse liedjes
Tros bijaard was ook al zoiets geks want dat scheen iets met Heemskinderen te maken te hebben. Wat waren dat voor kinderen en waarom waren het er maar vier? Ze schijnen in België rond gehuppeld te hebben alwaar ook ene Klokke Roeland boven Gent rijst. Waarom wij Belgische liedjes moesten zingen, heb ik nooit begrepen omdat dat land al meer dan honderd jaar niet meer de Zuidelijke Nederlanden was. Onder Zuid Nederland wordt nu Zuid- & Midden-Limburg, een stukje Noord Brabant en Zeeland verstaan, toch? Het was beter geweest als ons toen alle vijftien coupletten van het Wilhelmus was geleerd zodat ik nu niet al bij het 2e couplet met de mond vol tanden sta als ons volkslied bij een officiële gebeurtenis uit volle borst gezongen moet worden. Niet dat ons vaderlandse Volkslied nou uitmunt in duidelijkheid want met het Spaans gebroet wordt heel iets anders bedoeld dan “Broodje van Kootje” aan de Costa del Sol.

Tis meiheiheiheije zongen we het hele jaar en niet alleen in de maand mei. Maar het potje met vet werd alleen tijdens wandeltochten en georganiseerde marsen, als die van de KUM te Maastricht, de Glasstadmarsen en de Airborne wandeltochten, waaraan de Neutrale Volksschool deelnam, op tafel gezet. En al waren er destijds heus wel onverharde wegen, ik heb toen nooit gezien dat er een karretje op de zandweg reed evenmin heb ik op de velden rond Boereslot ooit een wagen volgeladen met oude wijven, die begonnen te kijven aangetroffen. Neen, dan de drie kleine kleutertjes (of waren het er vier?) die zaten op een hek. Waarom zaten ze daar eigenlijk? Misschien een vroege editie van hangjongeren?

Kortom….er werd in mijn jonge jaren veel gezongen en niet alleen door schoolkinderen maar ook door moeders en andere huisvrouwen terwijl die de hele dag in touw waren met het huishouden. Of zij tis meiheiheiheije ook zongen in de tijd van de Grote Schoonmaak, weet ik niet meer en ik kan me evenmin herinneren dat slagersjongens al kwelend met hun transportfiets, met voorop een grote rieten mand, de bestellingen bij de klanten bezorgden zoals je wel eens leest in verhalen van vroeger.

Tijden veranderen
De tijden zijn veranderd….slagersjongens zijn er niet meer; de grote schoonmaak is naar het Rijk der fabelen verwezen; in scholen wordt niet meer gezamenlijk gezongen en al helemaal niet over gebeurtenissen uit lang vervlogen tijden en wie nog wil zingen, kan dat doen in een zangkoor(tje) of zomaar voor zijn/haar plezier in de badkamer of zo. Zou het niet meer in klassikaal verband zingen misschien de reden zijn dat de gemiddelde leeftijd van leden van een gerespecteerd (mannen-, vrouwen- of gemengd) koor rond de 65 jaar is?

Tijden veranderen, ik weet het, en naarmate men ouder wordt dan lijkt de tijd steeds sneller te gaan. “Je bent oud voordat je het weet”, luidt een gezegde en verdraaid…….het is nog wáár ook!

Bert

Bert Nijkamp werd in 1941 in Heerlen geboren. Twintig jaar woonde Bert in Meezenbroek. Deze tijd was voor hem onvergetelijk. Na een (mislukte) start in de horeca diende hij zijn militaire dienstplicht te vervullen en in die periode was zijn gezin in 1961 naar Apeldoorn verhuisd. Na te zijn afgezwaaid, had hij een paar jaar een adm. functie bij een constructiefabriek om daarna als burger-ambtenaar in verschillende technisch/ administratieve functies bij een TD-eenheid van Defensie zijn brood te verdienen. Al sinds zijn jonge jaren schreef hij graag en was hij geïnteresseerd in historie. Zowel voor die constructiefabriek, als voor zijn militaire werkgever heeft hij verschillende artikelen geschreven. In 2010 schreef Bert samen met een oud-collega een boek over over “150 jaar Kamp Nieuw Milligen”, een militair complex midden op de Veluwe. Ze hebben er twee jaar aan gewerkt. En in 1991 kwam een door Bert geschreven boek uit over 75 Jaar Apeld. Chr. Mannenkoor (zie www.acm-apeldoorn.nl) waarvan hij al jaren lid was (de basis voor zijn liefhebberij voor mannenkoorzang was n.b. bij het K.H.M. St. Pancratius gelegd!). Bert is op 10 oktober 2012 in Apeldoorn overleden.

3 gedachten over “Kun je nog zingen, zing dan mee..”

  1. Inderdaad was zingen op de lagere school heel normaal. Wij moesten zelfs een liedje alleen voor ons rapport zingen. Voor mij was dat in het tweede jaar al afgelopen want als ik zing dan vliegt iedereen de kamer of de klas uit.
    Op mijn rapport kreeg ik dan een vier ( de leraren wilde echt niet lager dan vier gaan) en de volgende jaren kreeg ik dan gewwon weer een vier zonder te zingen.
    Dat vond ik wel prima.
    Inderdaad word tegenwoordig weinig gezongen en dat is toch wel jammer ( natuurlijk voor iemand zoals ik is dat wel goed).
    Mijn vrouw zingt al jaren in verschillende koren maar het zijn inderdaad alles oudere mensen.
    Ja en de tijd gaat werkelijk erg snel op latere leeftijd (veel te snel)

    Henk

  2. Oh ja, bij ons op de Claraschool (lagere school Klompstraat) werd heel veel gezongen!! En dat vonden we heerlijk, zangles was ontspanning. Ik weet nog dat we de laatste zangles voor de vakantie altijd in de zangles mochten kiezen welke liedje we wilden zingen. En dat waren altijd dezelfde drie liedjes: een Nederlandse Amerikaan, de koning van Siam en advocaatje ging op reis. En dan met flink veel gebaren en bewegingen, dolle pret, de hele klas (mét juffrouw) lag in in een deuk.
    En dan op de speelplaats: elk jaar zo’n maand of anderhalf voor het Sinterklaasfeest begon er een groepje mee: een kring maken en dan in het rond lopend Sinterklaasliedjes zingen. Eén groepje begon ermee, en meteen was de hele speelplaats vol met kringen. En maar Sinterklaasliedjes zingen…
    Zo’n half jaar voordat we de eerste communie deden werd onze klas elke week enkele keren per week naar de gymzaal gebracht. Daar stond de hoofdzuster (zuster Xaveriana, die had de wind eronder!!) en die leerde ons de Latijnse gezangen van de Gregoriaanse mis: Kyrië, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus Dei. Woord voor woord, regel voor regel. Dus in onze communiemis zongen wij de complete Gregoriaanse mis. En we vonden het geweldig.
    En op het gymnasium (ook Clara, Klompstraat) werd ook nog gezongen in de muzieklessen. We hadden de eerste jaren een Poolse muzieklerares, juffrouw Yvonne Stachowska, zij leerde ons zelfs Poolse liedjes. Daarna kregen we dhr. Somers; en wie zin had kon in zijn koor dat elk jaar aan de Matthäuspassie meedoen, in de schouwburg in Heerlen en in Maastricht.
    Denkelijk allemaal redenen waarom ik nu nog steeds zing in een (barbershop) koor en kwartet.
    Jammer dat kinderen niet meer zoveel zingen. En Bert, het maakte ons niet zoveel uit wát we precies zongen, we genoten ervan.

  3. Bij ons op de lagere school (Claraschool, Klompstraat) werd heel veel gezongen en we vonden het heerlijk. Behalve dan dat zingen voor je rapport (zie reactie hiervoor). Dat werd nooit aangekondigd, zodat je een liedje kon kiezen, nee, de juffrouw zei: nu gaan jullie allemaal een liedje zingen voor je rapport. En ik moest bijna altijd meteen beginnen, mijn achternaam begon met de B. En op dat monet wist ik niks, helemaal niks.
    Maar gewoon zangles was fijn! De laatste zangles voor de vakanties was helemaal feest: dan mochten we als klas liedjes kiezen. En altijd waren dat dezelfde leidjes: een nederlandse Amerikaan, de koning van Siam en advocaatje ging op reis. Grappige liedjes met heel veel bewegingen. Dolle pret!
    Toen wij ons voorbereidden op de eerste communie moesten we maandenlang elke week een of meer keren naar de gymzaal. Daar leerde de hoofdzuster (zr. Xaveriana)ons de complete Gregoriaanse mis: Kyrië, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus Dei. Toen wij de eerste communie deen zongen wij die mis helemaal mee, in het Latijn. Niemand van ons wist wat die woorden betekenden, maar we zongen het feilloos. En we vonden het leuk!
    Elk jaar, zo’n, anderhalve maand voor Sinterklaas, gebeurde het gewoon: ergens vormde zich een groepje meisjes, dat vormde een kring en ging dan, lopend in het rond, Sinterklaasliedjes zingen. En meteen vormden zich meer kringen, de hele speelplaats vol kinderen die zongen.
    Later, op het Claracollege (ook in de Klompstraat) kregen we ook nog zangles, van juffrouw Stachowska, een Poolse muzieklerares die ons zelfs Poolse liedjes leerde. Later kregen we les van Sjef Somers. Hij dirigeerde elk jaar de Mattheuspassie, met de Heerlense oratoriumvereniging, landelijk bekende solisten (Aafje Heynis, John Bröcheler, Tom Brandt etc.) en het Limburgs Symphonieorkest. En leerlingen die dat wilden mochten meezingen in het kinderkoor. Geweldig, daar op het podium van de Heerlense schouwburg!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.