Bron: Rijckheyt.nl | Boekhandel Feijen in de Honigmanstraat

Stars en Strips (2)

Dé grote held van mij en van vrijwel alle jongens in die tijd was Jeroentje. Zo noemde wij toen de immer vertederende Jerommeke of Jerom uit de Willy van der Steen Albums. Sympathiek vanaf het eerste plaatje al, toen we hem alleen nog maar hoorden grommen in het getralied hok met zware kettingen en hangslot.

In de jaren ’50 en ’60 was er nauwelijks sprake van zelf strips kopen. Ze werden geleend en vooral als verjaardags- en sinterklaasgeschenk gevraagd.
Ik ging wel eens strips snuiven bij boekhandel Feijen in de Honigmanstraat, daar hadden ze van alles en daar hadden ze ook gewaagde strips en bladen zoals de Picolo en De lach waarover ik thuis natuurlijk zweeg. Die twee laatsten lagen ook onderaan op de stapel bij mijn kapper Maassen op Eurenderweg.

Bron: Rijckheyt.nl | Boekhandel Feijen in de Honigmanstraat
Bron: Rijckheyt.nl | Boekhandel Feijen in de Honigmanstraat

“Jeroentje”
Geboren als geheim wapen in De Dolle Musketiers, gekleed in gerafelde lende- doek, ontwapenend nuchter, begiftigd met een behoorlijke portie droge humor en sprekend in een begrijpelijke, grappige telegramstijl. Wie kon zichzelf optillen? Wie kon sneller lopen dan het geluid? Wie was zo geniaal een praatballon zodanig op te blazen dat daarmee een vrije val uit de Gyronef kon doen met zachte landing? Nee, zelfs Tarzan lukte zoiets niet! Het was Jeroentje!

Als wij, jongens onderelkaar, weer begonnen met het opschepperige rollenspel wie er sterk was, riep er altijd een ànder als eerste: “Ik ben Jeroentje !”. Ik moest dan telkens genoegen nemen met een mindere held. Natuurlijk kon je dan nog kiezen uit de staalgespierde Eric de Noorman, die met zijn wapperende blonde lange manen, als hij op het voorplecht van zijn drakkar met aan weerszijden die ronde schilden, naast de houten, woeste drakenkop stond, zijn ruige Vikingen over wilde zeeën joeg. Of Aram, die arm- en dijspierballend tussen mooi geborste, doch fatale, vrouwspersonen, vooral zijn onoverwinnelijk zwaard liet spreken. Of de avontuurlijke, rechtgeaarde Kapitein Rob, die dapperheid koppelde aan intelligentie en de misdaad meedogenloze klappen wist toe te brengen samen met zijn schrandere schippershondje Skipper. Of Smidje Verholen, maar die rekenden wij eerder tot de goedaardige types. Hij was Laurel en Hardy in één persoon verenigd.

Kuifje
Over hondjes gesproken…. Bobbie !! De denkende hond van de gepofbroekte jonge journalist Kuifje!Die had je ook nog. Ja, Kuifje, daar was ik totaal van ondersteboven. Hergé´s tekeningen fascineerden mij. Die ongelooflijk strakke beeldende plaatjes. Dagelijks maar vooral nachtelijks, zelfs tot middernacht soms, lag met de zaklamp onder de dekens uren te bladeren tussen de feilloos zuiver gestileerde plaatjes. Het was alsof ik eraan vast kleefde. Ik liet me via de uitgetekende prenten meevoeren naar werelddelen van heel ver weg. Aan de tekst kwam ik nauwelijks toe. Dat is trouwens bij stripverhalen heel lang zo gebleven. De Sigaren Van De Farao, of De Blauwe Lotus het was allemaal voedsel vooral voor mijn ogen, voor mijn fantasie.

Ik ging gezichten, voorwerpen en landschappen overtrekken en natekenen. Boeiend vond ik hoe striptekenaars bepaalde effecten met hun tekenpen wisten te bereiken. Interessant was hoe een eenvoudige draaikolkkrul Kapitein Haddocks dronkenschap of de kracht van de een storm aangaf, of sterretjes en vuurpijlen de tirades van professor Zonnebloem versterkten. Bij tekeningen van Aram in “Het Zwaard Van Palermo” en Eric de Noorman en ook bij Superman was mij opgevallen dat de tekenaar de rondingen van gespierde torso´s en spierpartijen van ledematen verkreeg, door het gebruik van geraffineerde arceringen. Ook de mooie welvingen van, vooral bedekte delen van dames, werden geraffineerd geaccentueerd met behulp van zulke fijne streepjes. Verroest ! Dát was het! Natuurlijk! De hormonen meldden zich toen voor het eerst bij mij!

Dick Bos
Dick Bos

Dick Bos!
Zo zijn we vanzelf terecht gekomen in ietwat schemeriger, sensuelere plaatjesliteratuur: Dus kan men niet om dè vertegenwoordiger heen, van alles wat toen verderfelijk genoemd werd: Dick Bos! Haags detective en jiu-jitsu-grootmeester ! Wat was daar toch mee? Zodra die ter sprake kwam begonnen schoolknapen plots op gedempte toon te spreken. Ik meen dat Hennie Verheg een exemplaar van zijn oudere broer te pakken had gekregen.Onder speeltijd gunde hij achter de speelplaatsstruiken de aller nieuwsgierigsten beurtelings een korte voorstelling door snel door de bladzijden van het handgrote boekje te bladeren.

De bibliothecaressen van de parochiebibliotheek
Ik kon niets schokkends ontdekken toen Henny mij in “ Taxi-oorlog “ liet gluren, maar ik was het natuurlijk met de anderen eens: dit was zéér gewaagd! Dick Bos stond bovendien op de index (!), werd gezegd. Ik wist niet wat de index was, maar ik wist wel dat het iets te maken had met de strengheid van de dames Braun, Tummers en de oudste zus van Toon Reeken. Zij waren de bibliothecaressen van de parochiebibliotheek gevestigd vooraan in ons parochiehuis aan de Mrg. Schrijnenstraat. Onder hun waakzaam, toeziende ogen moesten Adje, Johan en ik vóór acht uur ´s avonds (daarna werden uitsluitend volwassen lezers bediend) boeken uitzoeken om thuis te mogen lezen. De dames letten er nauwkeurig op dat er niet toevallig boeken in onze handen terecht kwamen, die op last bisschop Lemmens en de Paus te Rome uitsluitend door volwassenen gelezen mochten worden. Waagde een kind uit zo´n boek ook maar één woord te lezen, moest dat onmiddellijk gebiecht worden; en de penitentie was, dat wisten we, niet mals. Slechts boeken met het ovalen bisschoppelijk stempel op de binnenkaft afgedrukt, waren veilig en vormden geen gevaar voor kuis- en zedelijkheid.

Drie Jongens op een onbewoond eiland
Drie Jongens op een onbewoond eiland

“Drie jongens op een onbewoond eiland“
Ad van Dijk raadde mij steeds aan om Bob Evers´ “Drie jongens op een onbewoond eiland“ te lezen, maar dat boek was voortdurend in leen en hetzelfde probleem was er met Johans´ favoriete, eigenlijk volwassenboek “Beekman en Beekman”. Ikzelf was toen volledig in de ban van de boeken van J.Nowee. Hij wist te boeien met het flinke kerelgedrag dat nu eenmaal bij de cowboy waarvan slechts zijn bijnaam bekend was: Arendsoog als vanzelfsprekend hoorde, maar ook boeiden mij de Engelse termen als “all right !”, “mister” , “sheriff”, “good-bye” en “W. ranch”, (vaak werd ik verbeterd: je moest lezen:” koed baaj “en “ dabbel joe renchj “ en tegen zijn paard zei men: “ laait fièt “ ).

Daarbij kwam nog dat die trouwe Witte Veder bij mij voor het eerst een bepaald gevoel voor grammatica en zinsbouw voor onze Nederlandse taal opwekte, omdat deze Indiaan zo wonderlijk kon spreken: “Bleekgezicht zich zeer ernstig vergissen!”. ”Indiaan hier vlak bij U, en zal vuren indien gij U bewegen !”. Ik kreeg dan steeds de neiging om de sympathieke roodhuid met zijn taalproblemen te helpen.

Piloot Storm
Piloot Storm

Piloot Storm thuis spoorloos verdwenen
Van alle vijftien delen van Arendsoog, van de “Mosquitovallei” tot “Arendsoog in Geheime dienst” heb ik warm genoten. Toevallig viel mijn oog daarna op Pim Pandoers “De schrik van de Imbosch” en ik heb daarna de hele Pim Pandoerserie verslonden. Ik was echter daarna niet zo´n echt verslaafd lezer meer, en omdat een bibliotheekexemplaar van Piloot Storm thuis spoorloos verdwenen bleek, ben ik niet meer terug durven gaan naar de strenge bibliotheekmaagden.

Toen ik in de winter naderhand thuis van mijn ouders moest verhuizen naar onze vrijgekomen zolderkamer (mijn oudste broer ging varen bij de koopvaardij ), zag ik Storm onverwacht weer terug. De piloot was bedekt met beddenvlokken en lag tussen de muur en plank van mijn opklapbed. Ik heb toen het boek toegevoegd aan de rij op het van Sinterklaas verkregen nieuwe boekenrek op mijn slaapkamer.

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

2 gedachten over “Stars en Strips (2)”

  1. ik ben zelf een stuk jonger als de schrijver van dit artikel (44), maar dankzij de bewaarzucht van mijn vader heb ik van precies dezelfde boeken mogen genieten. ik heb ze zelf nu nog, ik bewaar ze en geef ze ook door aan de volgende generatie. wat ik nog mis zijn de boeken van j.b. schuil: bijvoorbeeld de artapappa’s, wat was dat een schitterend boek. eigenlijk ben ik de boeken die ik heb gelezen, die waren bedoeld voor mijn generatie volkomen vergeten, die oude boeken waren echt prachtig!

  2. John,..maak nog ff een derde deel met; puk en muk (klaas vaak en de jongens,naar amerika met een zelf gebouwde zeppelin,of op de tandem,bezoeken inAfrika met uitdrukkingen over donkere mensen,die we nu niet meer mogen schrijven etc)sjors en jimmy,de fix en fox ,taptoe en okkie ,die laatsten om ons braaf te houden etc.we lezen het wel,groet silvio

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.