De Klinker was wegbereider voor Urban Heerlen

In oktober verscheen het boek The Post-Industrials. De subculturen van Heerlen en omstreken. Dit boek is gevuld met meer dan 140 foto’s uit particuliere collecties en tientallen oral history verhalen over de kleurrijke subculturen die tot bloei kwamen in de roerige decennia na de mijnsluitingen. De creatieve kracht van de duizenden volhouders; de tegendraadse jongeren en hun ‘do-it-yourself’-instelling werd het fundament waarop de stad zich opnieuw zou uitvinden. Een sprekend voorbeeld daarvan is het verhaal van Maarten Brorens over het alternatief Heerlens café De Klinker, dat een voedingsbodem zou zijn voor nieuw talent.

Door: Maarten Brorens

In 1981 – oefff… ben ik al zó oud? – liep ik voor het eerst De Klinker binnen. Aan de Pancratiusstraat, die toen nog Emmastraat heette. Ik spreek altijd over ’de ouwe Klinker’, want er volgden nog twee. Maar daarover straks meer.
Uit een klein dorp kwam ik en woonde net in Heerlen. In mijn ogen was dit ‘de grote stad’. De Klinker. Ja, het was een café, maar dan ánders. In ieder geval anders dan ik gewend was. Alleen dat logo al, die letters. Nogal ‘arti’. En dan die gigantische blow-up uit het woordenboek aan de achterwand van de bar met centraal het woord ‘klinker’.

Bij binnenkomst werd ik begroet door een plexiglazen vitrine, waarachter potten met sanseveria’s. Watte? Sanseveria’s? Vrouwentongen werden ze genoemd. Die stonden bij je oma op de vensterbank. Symbool van burgerlijkheid! Wat doet die truttigheid hier? Wacht eens even, daar zie ik een muntengleufje. ‘Inworp: 10 cent’. Het dubbeltje rolt naar binnen en meteen hoor ik spottend geschater uit een luidspreker. De sanseveria’s schieten om beurten omhoog en omlaag en boven de potranden worden lachende, op en neer wippende karikatuurkoppen zichtbaar.

In deze kroeg houden ze wel van verrassingen, zo was me meteen duidelijk. Hoog aan een van de wanden zie ik – ook weer achter plexiglas – drie hoofden op een kussen. Slapende heren onder een geblokte deken. Ze lijken écht te slapen, want de deken gaat heel rustig ritmisch op en neer. Of verbeeld ik me dat maar? Nee, het is echt zo! Daar pitten gebroederlijk naast elkaar de oprichters van de zaak: Arno Bouts, Ger Hummel en Henri Nijhuis.

Een affiche aan de bar meldt: ‘KOFFIE VAN GOGH. 5 GULDEN. INCLUSIEF KOP EN SCHOTEL.’
Ehhh…? Eerst maar eens even informeren. Een mysterieus, maar vriendelijk glimlachend gezicht vertelt me enkel dat ik het serviesgoed na gebruik mee naar huis mag nemen en besluit met: ‘Meer verklap ik niet. Laat je maar verrassen. Wel vooraf betalen graag.’ OK dan! Vijf piek is veel geld, maar mijn nieuwsgierigheid wint met overmacht.
Ik zie kop en schotel verschijnen. Kopje gaat onder de koffiemachine.

Daarnaast staat een ingenieus ogend metalen apparaat. Het gevulde kopje wordt erin vastgeklemd, een hendel wordt krachtig overgehaald, ik hoor een harde klap en het oortje is geamputeerd! Dat ligt netjes op het schoteltje als ik de koffie ontvang. Kunstenaar Michel Huisman was, zo vernam ik later, het brein achter deze beeldend vormgegeven humor. Dus geen traditionele ‘bruine kroeg’, zoals ik er zoveel kende. Dit was…ehhh…different!

Mijn transformatie van dorpsjongen tot stedeling werd bij De Klinker ingezet. Voor dat proces was ik hier in goede handen, dat was duidelijk. Stads was ook de muziek, vooral als die live werd vertolkt. Ik herinner me smeuïge rock ‘n roll van een bandje dat rechtstreeks van het hoofdstedelijke Leidseplein was geplukt. En Schotse Heerlenaar Gordon Smith, die solo met gitaar en vanuit zijn tenen komende zang de hele kroegpopulatie in de ban houdt. (Er gingen geruchten dat hij in zijn jonge jaren in een band had gespeeld met Phil Collins op drums en dat bleek nog waar te zijn ook; Flaming Youth heette die formatie.)

Oh ja, Candy Dulfer met haar band Funky Stuff heeft er een gig gedaan. En ik was er bij! De ‘dochter van’ was toen 17 jaar. In mijn herinnering troffen de meeste toen geldende subculturen elkaar in De Klinker, van folkies tot punks en goths tot artistiekelingen. Die sfeer werd ook door volgende exploitanten gewaarborgd. Eerst het koppel David de Haas en John Wijnholds, dat later de vlag overdroeg aan Paul Leentjens. Die verkaste met de zaak naar de Oude Veemarktstraat, waar tussen de glazen pui en de geluidsisolatiewand ouderwetse steelstofzuigers in het gelid stonden opgeteld. Jonge kunstenaars exposeerden er hun werk. Ik zag er verrassende dingen. Maar vooral kwam ik voor de muziek.

Vanaf de barkruk deed ik heel wat ontdekkingen. Zo veerde ik op bij het horen van Breathe van The Prodigy. Dan vroeg ik aan Paul: ‘Hoe heet dit nummer? Welke band is dat?’ Hij schreef het op een briefje en daarmee ging ik daags erna naar platenzaak Satisfaction aan de Oranje Nassaustraat. ‘Heb je deze CD voor me?’

In 2011 verhuisde Paul met de Klinker-formule naar de Dr. Poelsstraat. Kunstenaars en muzikanten kregen ook daar een podium, totdat Paul na de verplichte corona-sluiting – de lockdown – met pijn in het hart besloot de zaak niet meer te openen.

Frank

Frank van Opdorp (1985) is onder andere schrijver, media-cultuurwetenschapper, bedrijfsjournalist en communicatieadviseur. Binnen het bestuur van Heerlen Vertelt vervult hij de rol van hoofdredacteur. Frank studeerde in 2009 af aan de Universiteit van Maastricht, waar hij zijn Masterdiploma Cultuur- en Wetenschapstudies behaalde met een specialisatie in politieke cultuur en een Bachelordiploma Cultuurwetenschappen (2008) met een specialisatie in Media-cultuur. Na de ervaring die hij opdeed bij de Provincie Limburg, L1 Radio-Televisie en de gemeente Meerssen, werkt hij nu al ruim 13 jaar als communicatieadviseur en persvoorlichter bij Zuyderland. De Heerlense cultuur, samenleving en geschiedenis (en breder gezien ook die van Parkstad) heeft altijd zijn aandacht gehad en mede dit heeft er eind 2009 / begin 2010 toe geleid dat hij samen met initiatiefnemer Maurice van Opdorp Heerlen Vertelt inhoudelijk vorm gaf. Na het overlijden van Maurice, nam Frank de rol van hoofdredacteur op zich, in het bestuur dat momenteel verder bestaat uit voorzitter Michel Lemaire, penningmeester Jeroen Postma en secretaris Pim Odekerken. Buiten zijn grote interesse voor cultuur, actualiteit en media, houdt hij zich in zijn vrije uurtjes ook bezig met design, film, voetbal, hardlopen, schrijven en muziek maken met zijn band.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.