In november 1961 overleed plotseling mijn vader. Ik zat net een paar maanden op de Kweekschool. Mijn vader werkte als instrumentmaker bij de Staatsmijn op het Centraal Proefstation in Treebeek. Maar er moest nu geld op de plank komen en met wat hulp van pastoor Corbey van de Molenberg kreeg ik een baantje op het Hoofdkantoor van de Staatsmijnen in Heerlen.
In die tijd begon elke nieuwe werknemer bij de postafdeling. Post rondbrengen naar 1400 personeelsleden, verdeeld over diverse gebouwen in het centrum zoals het Archief, tegenover het hoofdgebouw en naast de Kapé, het mooie voorlichtingsgebouw op de hoek Honingmanstraat en de Schinkelstraat, het rekencentrum en het inkoopgebouw eveneens in de Schinkelstraat, de drukkerij in de Valkenburgerweg en nog enkele die ik ben vergeten.
De postkamer zat in het souterrain aan de binnenplaats onder het hoofgebouw. Soms moest je dan naar de secretaresse van de directie om enkele kopieën te laten maken. Dat waren dan getypte brieven op calquepapier die in een grote OCE kopieermachine vanaf grote rollen werden afgedrukt. Het rook daar erg naar ammoniak en het leek me erg ongezond.
Afdeling Stafdienst Administratieve Organisatie
Na een half jaar kwam ik terecht op de afdeling Stafdienst Administratieve Organisatie die zat in het glazen gebouw voor afdeling Inkoop. Iedereen noemde het ook wel het Aquarium, waar het in de zomer bloedheet kon worden ondanks de grote zonneluifels die ik met de hand moest opdraaien. Als het dan nog te warm was werd er soms een plastic afwasbadje onder het bureau geplaatst met regelmatig nieuw koud water.
Mijn taak werd het onder andere om drukwerk te ontwerpen en klaar te maken voor de eigen drukkerij.
Dat ging met veel plak en knip werk. Zo heb ik nog mee gewerkt aan het nieuwe logo; de 3 koeltorens werden vervangen door een zeshoek met 3 moderne elementen, tientallen tekeningen heb ik ik toen gemaakt samen met de afdeling voorlichting.
Rekenmachines
Ook adviseerde onze afdeling bij de aanschaf van nieuwe rekenmachines. Op de afdeling comptabiliteit gebruikte men de bekende Odhner rekenmachines. Om ons op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen van kantoorartikelen gingen we elk jaar naar de Efficiency beurs in Amsterdam.
Er kwamen in 1963 nieuwe elektronische rekenmachines van Monroe op de markt die allen veel sneller konden, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Daar werden er toen tientallen van besteld.
Hetzelfde gebeurde met de typemachines, eerst de hand- en vervolgens de elektrische en later ook nog met het bekende IBM bolletje met diverse lettertypes.
De overgang van de BULL ponskaartenmachines naar de grote Univac computers heb ik niet meer meegemaakt. Onze afdeling is in ’65 naar de nieuwbouw in de Stationsstraat verhuisd.
In 1967 ben ik in Eindhoven bouwkunde gaan studeren. Vind het nog steeds heel erg jammer dat men het hoofdgebouw heeft gesloopt voor een winkelcentrum.
John Muermans
Bedankt voor je verhaal, John. Erg leuk om te lezen. Grappig om te zien wat je in die tijd binnen 6 jaar allemaal kon bereiken. Die pastoor ben je vast heel dankbaar geweest.
Het hoofdgebouw is in 1985 gesloopt, als ik me niet vergis. Ik was toen nog héél jong, dus ik zou er iets naast kunnen zitten. Voordat ‘het winkelcentrum’ er kwam, heeft het terrein nog jarenlang braak gelegen. Het deed toen dienst als parkeerplaats en als kermisterrein.
Leuk om te zien dat ze daar Océ-machines gebruikten. Een merk dat nog steeds bestaat; ik werk er! 🙂
Hallo inderdaad leuk om te lezen Mijn vader Jo Hensgens heeft ook op het hoofdkantoor(de boerderij gewerkt. zal ongeveer in dienst zijn gekomen in 1942. Heeft iemand misschien verhalen over mijn vader ? carlahensgens@gmail.com
Hoi John,
Ook bij mij herleven oude tijden bij het zien van die rekenmachine, ik heb zelf ermee gewerkt. Tijdens mijn Haagse periode werkten we zo’n 18 man op één kamer. Iedereen had dat apparaat op zijn bureau staan. Er werden door ons de verzetspensioenen berekend.
Kun je je voorstellen wat dat een herrie gaf!
Bij de komst van de electronische rekenmachines ging voor ons een andere wereld open!
Groetjes.Ton.
Hallo Meneer Ton Otten. U naam klinkt mij bekend in mijn oren. Hebt U niet met papa(Jo Hensgens) samen gewerkt ?
Beschikken jullie over een foto van het voormalige kantoor van DSM aan de Pancratiusstraat (voorheen Emmastraat).
De uitbreiding van het hoofdbureau der Staatsmijnen te Heerlen”, door ir. A.E. Dinger, in “Bouwbedrijf & Openbare Werken”, 1940, Jaargang 17, nr. 1, blz. 1-8.
“De uitbreiding van het Hoofdbureau der Staatsmijnen. Een modern kantoorpand” (Limburgsch Dagblad van 10-11-1938).
“Het oude Hoofdbureau der Staatsmijnen”, door Gemeentearchivaris Jo Jamar in het Limburgsch Dagblad van 17-12-1985 (met tekening). De architect was Rijksbouwmeester ir. D.E.C. Knuttel.
“De laatste restjes…” (Limburgsch Dagblad van 5-12-1985; met foto).
“DSM bleef Heerlen ondanks alles trouw” in het Limburgsch Dagblad van 23-11-1985.
“Prins Claus draait nieuw DSM open” en “Feest met Claus”, in het Limburgsch Dagblad van 27-11-1985. Het nieuwe Hoofdkantoor van DSM aan Het Overloon 1 in Heerlen is ontworpen door de architecten ir. Hans Buijzen en ir. Joost Parée van AGS aan de Geleenhof in Heerlen. Het Buro Ad Goosen aan de Stationstraat 4 in Tilburg heeft het interieur verzorgd. De fontein is ontworpen door beeldend kunstenaar Arthur Sproncken.
“Heerlense architecten tekenden nieuwbouw DSM. Een dorpsplein met zijstraten”, door Sante Brun, en “DSM en de kunst dicht bijeen in nieuwbouw”, door Theo Pasing, in het Limburgsch Dagblad van 23-11-1985.
“Slopershamer bedreigt industrieel erfgoed. Een aanval op de visuele herinnering van de Limburgers”, door Catharien Romijn in het Limburgsch Dagblad van 24-11-1990.
“Strateeg Hans van Liemt heeft concern kritisch leren kijken. Zelfstandig blijven DSM is niet het belangrijkste”, door Peter Bruijns in het Limburgsch Dagblad van 19-6-1993.
In 1952 werd in de hal van het hoofdkantoor van de Staatsmijnen een levensgroot bronzen beeld van een mijnwerker geplaatst, vervaardigd door beeldhouwer Melis. Is dat het beeld “Koempel Sjeng” van de Belgische beeldhouwer Eduard Melis in de centrale hal van het Geleense gemeentehuis.
“Het feest begon al in de mijnen. Met een enorm aantal geschenken” (Leeuwarder Courant van 9-5-1952).
“Geschenken voor feestende mijnen. Mijnwerkersbeeld, ramen van Charles Eyck en groepsportret der directie” (De Tijd van 9-5-1952).
In februari 1901 werd door het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid de bouw van een Post- en Telegraafkantoor met directeurswoning in Heerlen aanbesteed. De laagste inschrijver was J. Meentz te Siimpelveld met f. 26.550 (Het nieuws van den dag : kleine courant van 23-2-1901).
Op 1-12-1902 werd in Amsterdam het 50-jarig bestaan gevierd der Rijkstelegraaf, opgericht door de heer Eduard Wenkebach (1813-1874). Bij de viering waren zijn drie zonen aanwezig, nl. L.W.R. Wenckebach (1860-1937), kunstschilder te Santpoort, H.J.E. Wenckebach (1861-1924), directeur van de Staatsmijnen in Heerlen, en K.F. Wenckebach (1864-1940), huisarts te Heerlen en hoogleraar geneeskunde in Groningen (Leeuwarder Courant 2-12-1902).
Advertentie van architect W. Wijsbek, Schinkelstraat 12 in Heerlen in het Limburgsch Dagblad van 2-11-1918: “Te koop te Heerlen. Verschillende bouwterreinen. Tevens maken van alle voorkomende bouwplannen”.
Uit een notariële van 3-6-1908 blijkt dat architect Willem Wijsbek in Heerlen een hypotheek ontvangt van architect Josephus Theodorus Johannes Cuypers (1861-1949), woonachtig in de Vondelstraat 77 in Amsterdam. Wijsbek is dan de eigenaar van drie woonhuizen in de Stationstraat in Heerlen, kadastraal bekend als Sectie D 3352 (later Stationstraat 38), 3353 en 3354. Er staan een huis hok en tuin op de percelen.
http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn3/cuijpersjtj
Het 1e gedeelte van Sectie D 3352 betreft de Stationstraat 38 met het Café Restaurant van Engelen, van Theodorus van Engelen, rangeerder (1915), geb. Vlijmen, ovl. Heerlen 20-2-1956, oud 65 jaar, gehuwd met Maria Norbertha van Oirschot, geb. Blerick, ovl. Heerlen 23-123-1952. Op 17-1-1949, 15-4-1952 en 13-1-1953 kreeg hij vergunningen voor het verbouwen van de toiletten achter het café.
Het 2e gedeelte van D 3352 betreft het pand op de hoek van de Schinkelstraat en Stationstraat. Dat pand wordt eigendom van de Nederlandse Staatsmijnen. De straatnaam wordt dan Van der Maessenstraat. Dit gebouw is gesloopt.
Sectie D 3353 en 3354 worden ook eigendom van de Nederlandse Staatsmijnen en liggen in de Van der Maessenstraat. De gebouwen zijn inmiddels ook gesloopt.