Bron: Ton van Mastrigt | De poort gesloten

Oog voor detail: Campus Niger

De oksel van de grote weg van Maastricht naar Aken was  grotendeels een braakliggend veld totdat in 1940 een landbouwploeg de Romeinse thermen aan het licht bracht. Deze open plek die in de Middeleeuwen wellicht het karakter had van een steengroeve, kreeg later in de volksmond de naam “Zwarte veldje”. Over de achtergronden van deze naamgeving tast men in het duister. Er zijn verschillende verklaringen, op het terrein hebben lange tijd de verbrande overblijfselen van  bouwketen gelegen. De naam kan ook refereren aan de gewoonte van bewoners om op het tuinpad hun asladen te legen. De Uilestraat, het Raadhuisplein en de Uilegats vormden immers oorspronkelijk het tuinpad achter de lintbebouwing aan de genoemde grote weg.

Bron: Ton van Mastrigt | De zuil met op de achtergrond het balkon van het gemeente huis
Bron: Ton van Mastrigt | De zuil met op de achtergrond het balkon van het gemeente huis

De Structuurschets centrum 1981 dirigeerde nieuwe culturele activiteiten naar deze historische omgeving. Nic. H.M. Tummers introduceerde de naam Campus Niger en verwees daarmee naar de Romeinse geschiedenis. De Coriovallumzuil die in 1964 werd geplaatst verwijst ook naar de Romeinse geschiedenis (1).

In 1983 ontstond een felle strijd tussen verschillende opdrachtgevers om de beste plek aan het plein. De Bibliotheek, een Parkeergarage en de Kamer van Koophandel claimden hier een bouwlocatie. Door het gebouw van het arbeidsbureau aan de Geleenstraat bij het project te betrekken ontstonden meer opties waarbij de belangrijkste plaats aan het Raadhuisplein gereserveerd kon blijven voor  cultuur. Uiteindelijk werden de bibliotheek, een expositieruimte, een parkeergarage en de Kamer van Koophandel op de samenhangende terreinen gerealiseerd. De gemeente organiseerde een meervoudige kunstopdracht voor de inrichting van de openbare ruimte. Onder het toeziend oog van Nic.Tummers als beeldcoördinator ging een werkgroep, bestaande uit het Ministerie van WVC, de Gemeente Heerlen en de architecten aan de slag (2). In november 1985 stonden de resultaten tentoongesteld in het Raadhuis van Heerlen. In de galerij  aan de voorzijde van de bibliotheek werd in 1987 een roestvrijstalen plaat aangebracht met de namen van de vijf kunstwerken en kunstenaars van dit omvangrijkste kunstproject ooit in Heerlen gerealiseerd.

Bibliotheek
Alvorens de vijf kunstwerken te bespreken staan we eerst stil bij de Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Jo Coenen kreeg in samenwerking met architecten groep Mertens in 1983 opdracht voor het ontwerp van een bibliotheek en een museum. (3) Hij vond de verwevenheid met de bestaande structuren belangrijk. Hij zocht naar de sporen uit het verleden, wilde deze verduidelijken en met nieuwe vormen er op aanhaken. Architect Peutz had  veel studies gemaakt voor deze omgeving. Stedenbouwkundige Klijnen had deze plek vergeleken met een schilderij van Pierra della Francesca: The ideal city.  Deze aanwijzing kan Coenen niet ontgaan zijn. Het eerste wat opvalt is de ronde vorm aan de zijde van het Raadhuisplein. Er wordt ook weleens verband gelegd met de ronde uitbouw in de oostgevel van het stadhuis ( kamer van de burgemeester). Typerend zijn de ronde raamopeningen met spuwers die in de vleugel langs de Uilestraat worden herhaald en die het gesloten gevelvlak benadrukken. De kolommen in de gevel van de Uilestraat lijken de Romeinse kolommen in de westflank van het Raadhuis te introduceren. Om het openbare karakter van de bibliotheek te accentueren werd de begane grond zo transparant mogelijk gemaakt. Interessant is de vide in twee vloeren waardoor het daglicht kan doordringen tot in het souterrain. Het hele gebouw is opgetrokken uit beton. Deze sobere materiaalkeuze wordt verlevendigd door het turquoise, toegepast in de glazen panelen. Architectuur is vooral iets waar je plezier aan kunt beleven, moet Coenen gedacht hebben toen hij in één gebaar een monumentale afsluiting van het plein met een knipoog naar de stadhuisgevels, een binnenhof en een middeleeuwse steeg ontwierp. Hij organiseerde de verschillende ruimten langs een prettige looproute met gebruikmaking van het aanwezige hoogteverschil. Het terrein waterde immers af in de richting van de Geleenbeek. Het gebouw werd getypeerd als vriendelijk monumentalisme met een sfeer van veiligheid, rust, evenwicht, luciditeit en serene orde.

Bron: Ton van Mastrigt | De bibliotheek
Bron: Ton van Mastrigt | De bibliotheek

Raadhuisplein
De inrichting van het Raadhuisplein is ontworpen door Henk van Bennekum (4). Driehoeken spelen in zijn werk een belangrijke rol. In de werkgroep werd het idee geopperd om zowel het raadhuis als de bibliotheek aan één bestratingsvlak  te leggen dat zich zou moeten uitstrekken van gevel tot gevel. Alleen de auto’s van en naar de parkeergarage zouden als het ware over de vloerbedekking mogen rijden. Jo Coenen tekende in de plannen voor de bibliotheek ook al een voetgangersgebied  dat zijn voortzetting vond in het stratenpatroon van de binnenstad (5). Van Bennekum maakte enkele voorstudies waarbij een sierbestrating met streepjespatroon tot over alle trottoirs werd doorgetrokken. Uiteindelijk werd toch afgezien van deze integrale benadering omdat de noodzakelijke opstellengte voor de parkeergarage als een storend element werd gezien.

Bron: Ton van Mastrigt | Raadhuisplein
Bron: Ton van Mastrigt | Raadhuisplein

Hoewel het voor de hand lag om voor het monumentale raadhuis een rechthoekig vlak als uitgangspunt te nemen, liet van Bennekum de rechthoek scharnieren tot een parallellogram waarin de richting van het gevelfront van het raadhuis en noordrichting van de Romeinse weg van Xanten naar Trier de belangrijkste inspiratiebron vormden. Verder wijzen de scherpe hoeken van het parellellogram een  beelddiagonaal aan die de verschillende kunstwerken met elkaar verbindt. Het parallellogram is dieper aangelegd (schaatsmogelijkheid) en begrensd door een drietal platte piramides met een vierkant zijvlak van 50cm hoog.

Archeologische puzzel
Dit kunstwerk van Tine van de Weyer (6)  is een compilatie van gevelresten neergelegd binnen een driehoekig kader, naast de ronde vorm van de burgemeesterskamer. Op het eerste gezicht lijkt de beschouwer te zijn aanbeland op een oudheidkundige vindplaats. De hoofdrol in dit kunstwerk is voor de gevel van een bijzonder woongebouw aan de Geleenstraat. (7)

Bron: Ton van Mastrigt | Gedeelte van de puzzel
Bron: Ton van Mastrigt | Gedeelte van de puzzel

Later werd dit pand met een fraaie hardstenen gevel gebruikt als arbeidsbureau. In 1984  werd het pand gesloopt ten behoeve van de bouw van de parkeergarage en ontstond veel kritiek. “Het is schandalig dat de karakteristieke voorgevel van het arbeidsbureau moet verdwijnen.” Als argument wordt aangevoerd dat het technisch en financieel niet haalbaar zou zijn om de gevel te behouden. “Onzin, dat kan best. Maar ze willen het gewoon niet behouden. Kijk maar naar het station dat binnenkort ook afgebroken wordt.” “Waarom, het functioneert toch goed?” aldus Penners die in vroegere jaren makelaar van beroep was (8) De karakteristieke voorgevel is als het ware versneden en als een puzzel met ontbrekende stukken opnieuw neergelegd. In de steen zijn cijfers gehakt om het archeologisch karakter te versterken.  Het werk heeft een symbolische betekenis. Op de eerste plaats zien we de tegenstelling tussen de grijze hardsteen en de groene klimop beplanting. De hardsteen staat voor de dood en kan vergeleken worden met liggende grafstenen. De klimop staat voor het leven en plaatst de sculptuur in een optimistisch perspectief. Het werk herdenkt het verleden en lijkt vragen op te roepen over de cultuurhistorische betekenis van de stad in de toekomst.

Bron: Ton van Mastrigt | De Muzenboog
Bron: Ton van Mastrigt | De Muzenboog


Muzenboog
De historische lading van de omgeving van Campus Niger heeft voor bijna alle kunstenaars van dit  kunstproject  inspirerend gewerkt. Dit komt zeker tot uitdrukking in de boog van Jurriaan Schrofer (9).  We zien een witte ereboog en een zwarte afsluitbare poort. Waar de architecten het binnenplein  in overwegend zwart plaveisel wilden uitvoeren, wilde Schrofer de associatie met de Romeinse tijd op een andere manier doortrekken. Hij kwam in de vergadering van de werkgroep met een U, uit wit papier gesneden. Vervolgens plaatste hij de U met de ronde kant naar boven en nam de beide poten tussen duim en wijsvinger. Door de poten onder 45 graden te verdraaien ontstond een ruimtelijke boog die de leden van de werkgroep meteen overtuigde. Een boog van wit geschilderd plaatstaal doet herinneren aan de Romeinse architectuur, maar is zo dun en wit dat het geen replica of imitatie is van een Romeinse boog maar alleen de uitdrukking van het idee boog. Hij vermoedde dat op het overwegend zwarte plein, de witte boog een feestelijke en verruimende werking zou hebben. In de uitsnede van de tekst is de hand van de grafisch vormgever te herkennen. De achterkant van de naar voren gebogen letters zijn fluorescerend rood geschilderd waardoor om elke letter een raadselachtige warme gloed zichtbaar wordt, door reflectie. De letters hebben een soort corona die de lezer aanmoedigt over het “onleesbare” heen te stappen. We lezen: ‘de muzen houden van de stilte’ en in het Latijn (om de verbinding met de Romeinse tijd te onderstrepen):  ‘amant silentium musae’.

Bron: Ton van Mastrigt| De zwarte poort
Bron: Ton van Mastrigt| De zwarte poort

Zwarte poort
Kees Wevers (10) bouwde de zwarte ondoordringbare poort als een mijnsteenberg om de binnenplaats fysiek af te sluiten. Veel van zijn kunstwerken hebben iets onverzettelijks. Het roept eeuwigheidswaarde op. De overgang van de drukke straat naar de ingetogen binnenplaats vraagt om een overgang. Als de poort open staat vormt het een uitnodigend gebaar om naar binnen te gaan. Als de poort gesloten is, vormt het een scheiding die een vijandige omgeving onderkent. De stalen wanden zijn 15 à 20cm dik en maximaal 4 meter hoog. Het binnenplein ligt beduidend hoger dan het straatniveau. De poort in de vorm van een bergprofiel of heuvelsilhouet roept nieuwsgierigheid op naar het achterliggende gebied. Het massieve poortgedeelte is grillig van beginvorm en gaat oplopend over in een meer geometrische eindvorm.

Bron: Ton van Mastrigt | De poort gesloten
Bron: Ton van Mastrigt | De poort gesloten

In de Y-vormige opening herkennen we de tegenstelling van open en gesloten. Oorspronkelijk was het de bedoeling boven de wand nog een constructief teken te bevestigen in de vorm van een omgekeerde Y in geel metallic als een voltooiing en beschermend gebaar boven de ingang. Dit teken is er echter nooit gekomen. Wevers laat zien dat zijn poort lang de identiteit van deze plek wil bepalen. Volgens de huidige adviescommissie Kunst in de Openbare Ruimte wordt tegenwoordig niet meer gedacht aan kunst met eeuwigheidswaarde maar meer aan termijnen van ongeveer 20-jaar (11). De “Zwarte poort” van Heerlen zal zich tegen deze opvatting tot in lengte van dagen verzetten.

Griffioen
Een monumentaal teken zou waarneembaar moeten zijn op een belangrijk deel van de cityring en een baken vormen tussen de culturele attractiepunten: Schouwburgplein en het Raadhuisplein. De huidige rotonde en voormalige kruising Coriovallumstraat – Kruisstraat hebben een overaanbod aan beeldinformatie in de vorm van verkeersborden, richtingaanwijzers, reclame uitingen en lichtmasten. Door de  grote maat  van meer dan 10 meter en een antwoord op de kleurstelling geel en blauw van het Thermenmuseum kon de Griffioen van Gerard Hali (12) gaan werken als vooraankondiging van de overige kunstwerken.

Bron: Ton van Mastrigt | Griffioen
Bron: Ton van Mastrigt | Griffioen

De Coriovallumstraat is een snede tussen de gebouwen die buiten de ring en binnen de ring gelegen zijn. Deze pyloon is gelegen op een beelddiagonaal aan weerszijde begrensd door de gebouwen van het Thermenmuseum en de voormalige Kamer van Koophandel van en naar de noordoosthoek van het Raadhuisplein. Men kan dit monumentale teken zien als een constructief gebaar van snelheid en vooruitgang. Een griffioen is ook een hybride fabeldier dat de macht over twee rijken symboliseert: over de aarde (het lijf van een leeuw) en over de hemel (de vleugels van een adelaar). In het kunstwerk zit ook de vorm van de Griekse Y opgesloten. Een splitsende twijg, de moeilijke en de makkelijke weg om te gaan.

Ton van Mastrigt

Ing. A.E.F. van Mastrigt, (Valkenburg-Houthem,1944) studeerde architectuur aan de Limburgse Academie van Bouwkunst te Maastricht. Hij is stedenbouwkundige en was werkzaam als hoofd ruimtelijke ordening en stadsbouwmeester te Heerlen. Momenteel is hij verbonden aan SCHUNCK* een multidisciplinaire culturele instelling, gespecialiseerd in Moderniteit en Urban-Culture in de internationale hedendaagse kunst en cultuur. Ton van Mastrigt is lid van welstandscommissie in het district Midden-Limburg en woont in Heerlen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.